Zwaar gesubsidieerde transorganisaties dachten het monopolie op opinievorming te hebben, maar het gezond verstand heeft gezegevierd
Verkiezingen kunnen een heel grote opluchting zijn. Vooral natuurlijk als er na jaren waarin gerechtvaardigde behoeften van de bevolking werden genegeerd en veel ideologisch gedram in wetgeving dreigde te worden vastgelegd, het gezonde verstand zijn rechten opeist en voor een kentering zorgt. Zoals gebeurde op 22 november.
Of die verkiezingen op korte termijn zullen uitmonden in de formatie van een nieuw rechts kabinet, is nog niet zeker. De Kamer gaat nu van het ‘meireces’ genieten en dat betekent ook dat de onderhandelingen pas op maandag 6 mei weer echt worden voortgezet. Dat wordt aanpoten, want 15 mei is de deadline voor de informateurs Van Zwol en Dijkgraaf.
Maar hoe dan ook: hoezeer de nieuwe verhoudingen nu al een zegen voor het land zijn, bleek van de week toen een (krappe) Kamermeerderheid (73-70) uitsprak dat dit demissionaire kabinet de nieuwe Transgenderwet onverwijld dient in te trekken. Die intrekking betekent dat er eindelijk wordt geluisterd naar wetenschap en experts, dat het monopolie van de activisten definitief wordt doorbroken, en bovenal: dat de onderliggende problematiek eindelijk serieuze aandacht gaat krijgen.
Morele diskwalificatie
D66-minister Franc Weerwind is ondertussen niet van plan zich iets van de motie van SGP en NSC aan te trekken. Hij is van mening, zo meldde hij op X, dat de motie ‘zowel inhoudelijk als procedureel onbehoorlijk’ is. Inhoudelijk omdat het wetsvoorstel en de personen om wie het gaat, een debat verdienen. Procedureel omdat de motie een ‘zorgvuldig wetgevingsproces’ torpedeert en de Tweede Kamer de kans ontneemt om over het wetsvoorstel de ‘dialoog’ te voeren.
In deze twee tweets komt eigenlijk alle ellende van de afgelopen jaren samen.
In de eerste plaats is het natuurlijk ongepast en nogal hautain om een Kameruitspraak ‘onbehoorlijk’ te noemen. Dat is een morele diskwalificatie, die geen pas geeft. Morele zelfverheffing en hypocrisie gaan vaak hand in hand, en indien ergens, dan is dat ook hier het geval.
Wie de behandeling van het wetsvoorstel een beetje heeft gevolgd, herinnert zich dat de Tweede Kamer er in september 2022 voor het laatst over gesproken heeft. Daar ging het goed mis. De progressieve fracties dachten dat het wetsvoorstel een hamerstuk zou zijn. Zij stelden het zo voor alsof het bij deze wet alleen maar om een ‘administratieve handeling’ zou gaan, en wie is er nu tegen het recht om je seksuele identiteit in de basisadministratie te veranderen? We zijn toch allemaal voor zelfbeschikking?
Maar inmiddels waren andere aspecten van het wetsvoorstel – ondanks het beoogde monopolie van de transactivisten – aan het licht gekomen. En die feiten en vragen hadden tot twijfel geleid bij CDA en VVD. Weerwind zelf kwam die dag niet meer aan een reactie toe, en sindsdien is er – bij zoveel twijfel en verdeeldheid binnen de coalitie – niets meer van het kabinet vernomen. De kans de ‘dialoog’ te voeren is door het vorige kabinet anderhalf jaar lang bewust niet gegrepen.
Na de verkiezingen van november vorig jaar, werd het wetsvoorstel controversieel verklaard. Wat betekent dat het aan een nieuw kabinet was om de behandeling van dit wetsvoorstel al dan niet voort te zetten.
Het maatschappelijk debat ging ondertussen door. Het tv-programma Zembla maakte al duidelijk dat de behandeling in genderklinieken op een wetenschappelijk hoogst wankele basis berust. In Engeland verscheen onlangs het omvangrijke Cass-report, waaruit duidelijk werd dat er een einde moest komen aan de meestal gekozen behandeling in genderklinieken, die gebaseerd is op het belang om gevoelens van gendertwijfel te ‘affirmeren’ en medisch te behadelen (met puberteitsblokkers, cross-sekse-hormonen en eventueel chirurgische ingrepen). Een psychologische en psychotherapeutische behandeling van jonge mensen met genderdysforie, aldus dr. Hilary Cass, is veel beter, omdat er vaak heel andere problemen aan de genderdysforie ten grondslag liggen.
Trekken aan een dood paard
Wat heeft dit met de Transgenderwet te maken? Heel veel. De sociale en juridische ‘affirmatie’ van genderdysforie blijkt immers heel vaak een eerste stap op weg naar deze medische ‘affirmatie’, met onherstelbare gevolgen.
Het was dus trekken aan een dood paard, deze Transgenderwet. En vandaar het idee om hem maar helemaal van tafel te vegen. NSC-woordvoerster Nicolien van Vroonhoven gebruikte als argument dat ruimten die tot nog toe exclusief voor vrouwen zijn bestemd (toiletruimtes, kleedkamers, vrouwengevangenissen, etc.) met deze wet ook toegankelijk zouden worden voor mannen die zich met kwade bedoelingen als transvrouw presenteren. Dat is ook van belang (omdat er hier meer aan de hand is dan slechts een enkel incident), maar als argument niet doorslaggevend.
De kern van de discussie is dat we hier worden geconfronteerd met een omvangrijke psychische problematiek bij duizenden jongeren, dat die problematiek vaak de vorm van genderdysforie aanneemt (maar heel vaak ook weer over gaat) en dat de behandelingen die nu worden gekozen, alles behalve in het belang van deze jongeren zijn.
Het is spijtig dat dit facet maar niet wil doordringen tot de verliezers van dit debat. De BNN/VARA-website ‘Joop’ sprak van een overwinning van ‘vuig rechts anti-transsentiment’ – schrille woorden wanneer we de echte en oprechte argumenten tegen de wet serieus nemen. Lisa van Ginneken (gewezen D66-kamerlid en initiatiefneemster van het voorstel) mocht haar tranen de vrije loop laten in een interview met de Volkskrant en voerde onder andere aan dat de ‘transorganisaties niet zijn gehoord’. De werkelijkheid is dat zwaar gesubsidieerde organisaties als Transvisie en Transgender Netwerk Nederland het monopolie op de opinievorming dachten te hebben en het wetsvoorstel door het parlement dachten te kunnen smokkelen. Tegenstanders werden als ‘transfoob’ en erger gediskwalificeerd en bij protesten met geweld bejegend.
Echte en oprechte betrokkenheid
Deze stemmen hadden tot voor kort vrij spel, maar de verkiezingen van november hebben hun geluid overstemd door de inzichten van het gezonde verstand en – wat meer is – echte en oprechte betrokkenheid bij de problematiek die hier aan de orde is. Dat Weerwind nu grote woorden spreekt, is niet alleen hypocriet, maar bij deze gewijzigde verhoudingen meest en bovenal een wanhopig loos gebaar.
Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!