Zorg dat meer Nederlanders werken, dat helpt iedereen
Met 10 procent inflatie – het hoogste cijfer sinds 1975 – moeten een aantal van onze twintig ministers aan het werk om die geldontwaarding te bestrijden. Minister Sigrid Kaag (D66) kan met de Miljoenennota bezuinigen, zodat de totale bestedingen afnemen. Economen noemen dat de ‘vraagzijde’ van de economie.
Politiek probleem daarmee is dat veel Nederlanders dan zeggen: begin met de 25 miljard tegen stikstof, ga door met de 35 miljard tegen CO2 en bezuinig eerst daarop. Kaag en haar peloton van milieuministers weigert dat, hoezeer het ook voor de hand ligt.
De aanbodzijde, daar ligt een kans
Gelukkig zijn er andere ministers die wel kunnen helpen, maar aan de keerzijde van de economie, de zogenaamde ‘aanbodzijde’. De logica is aldus: wanneer meer mensen boven de 50 jaar terugkomen op de arbeidsmarkt en wanneer dertigers en veertigers wat meer uren gaan werken, wordt de arbeidsmarkt minder krap en kunnen werkgevers beter uit de voeten. Hoge loonstijgingen om maar personeel vast te houden worden minder waarschijnlijk en dus kan de inflatie sneller afnemen.
Het is echt symmetrisch: één procent minder ‘vraag’ omdat ministers bezuinigen op de zorg is hardvochtig, maar inderdaad een recept om de inflatie te bestrijden, maar net zo goed helpt één procent meer aanbod door meer gewerkte uren.
De zaak is extra urgent omdat deze week uitlekte dat het budget voor wijkverpleging volgend jaar met 16 procent naar beneden gaat. De ontslagen in die sector drukken de ‘vraag’ en dat helpt tegen de inflatie – uiteraard wel ten koste van medewerkers en patiënten. En niet voor het eerst komen ministers weer met een bezuiniging die vooral neerslaat bij de gemeenten.
Het nuttigste wat ministers zouden kunnen doen om het ‘aanbod’ te verruimen – en dus nare bezuinigingen onnodig te maken – is om de regels voor doorbetaling van loon bij ziekte aan te passen. Geen enkel ander land in Europa betaalt twee jaar loon door na een ziekmelding en dat is een voorname reden waarom speciaal kleinere werkgevers niet het risico aan boord kunnen nemen van langdurig zieken op de loonlijst. 52 Weken doorbetaling van het loon bij ziekte in plaats van 104 weken is meer in lijn met de praktijk in de omringende landen en zou werkgevers belangrijk helpen om méér volwassen werknemers aan te nemen.
Scholingsfondsen? Er gebeurt niets mee.
Wat ook zou helpen is het voorstel van Joop Hartog en Wiemer Salverda (Universiteit van Amsterdam). Zij doen maar één suggestie aan het eind van hun analyse van de werkgelegenheid, maar die is cruciaal. Haal alle scholingsfondsen weg bij de vakbeweging en de werkgevers en stel ze voortaan open voor mensen die werkloos worden en in een andere sector werk proberen te vinden.
Kim Putters (net vertrokken bij het Sociaal Cultureel Planbureau) spreekt terecht van verkokerde regelingen. Daarom moeten de budgetten voor omscholing weg bij de sociale partners. Er liggen daar honderden miljoenen op de plank en die kunnen helpen bij omscholing.
Vanwege de verkokering bij de omscholingsfondsen van de vakbeweging hebben drie ministeries nu eigen regelingen geopend. Een eerste evaluatie van een nieuwe regeling vertelt dat slechts 2 procent van het beschikbare budget is gebruikt. Er was geld voor 9223 omscholingstrajecten, er zijn er dus nog geen tweehonderd goedgekeurd. Werkgevers klagen dat ze adviseurs moeten betalen omdat de formulieren te lang en ingewikkeld zijn.
Het is wrang dat wie wil omscholen en succes heeft met die formulieren en de ambtelijke eisen, subsidie krijgt maar nog steeds minimaal 3750 euro moet betalen – en misschien veel meer, afhankelijk van de omscholing. Studenten hoeven geen adviseurs te betalen voor hun inschrijving bij universiteit of hogeschool en betalen 2209 euro per jaar (ongeveer 20 procent van de werkelijke kosten).
Studenten studeren wel goedkoop
Ziedaar het klassenverschil waar Kim Putters ook al op wijst. Wie als tiener zijn of haar eerste kans om verder te studeren in het hoger onderwijs heeft gemist, krijgt in Nederland maar heel mondjesmaat kans op een tweede ronde van onderwijs en scholing. Ministers hebben wel de mond vol van de tekorten aan technisch en praktisch geschoold personeel maar ze doen er bijna niets aan – twee procent van het budget besteed – en missen de moed om de fondsen weg te halen bij de vakbeweging.
Specifiek in de zorgsector zouden de BIG-examens, die verpleegkundigen moeten afleggen om na een pauze weer te mogen werken, vaker kunnen worden afgenomen met royale faciliteiten voor studie en herkansing. Waarom niet ook een forse eenmalige premie voor iedere verpleegkundige die in het vak terugkomt?
Traag Frankfurt
We kunnen (terecht) klagen over de Europese Centrale Bank (ECB) die ver achterloopt bij de Federal Reserve in Washington en de Bank of England in Londen, en de rente sneller en heftiger moet verhogen. Maar voor de ECB is een inflatie die door haar aarzelingen langer doorwoekert minder een risico dan de kans dat een hogere rente problemen geeft voor Italië en Spanje.
De ECB opereert (te laat en te langzaam) bij de ‘vraagkant’. Minister Kaag kan het hare doen aan die vraagkant met bezuinigingen en die zullen des te harder treffen wanneer ze daarbij de stikstof- en CO2- miljarden volledig buiten schot houdt.
En de klimaat- en stikstofmiljarden?
Kaag kan volharden in haar weigering om alle lagere en middeninkomens serieus te helpen met gas en elektra en ook dat mindert de ‘vraag’ en helpt tegen de inflatie in 2023 en daarna. Het alternatief voor zo’n wreed beleid is dat andere ministers energiek aan het werk gaan om het ‘aanbod’ van arbeid te verruimen. En wie dat ook ‘onhaalbaar’ noemt, mag gaan uitleggen hoe de ministers 60 miljard euro voor stikstof en CO2 (7000 euro per Nederlands gezin) wel tot haalbaar en zelfs onwrikbaar kunnen verklaren.
Eduard Bomhoff is hoogleraar economie. Hij is al vanaf het eerste uur – januari 2019 – columnist van Wynia’s Week. Bent u al supporter van Wynia’s Week? Kijk HIER. Hartelijk dank!