Zijner Majesteits Den Helder: de lange, explosiebestendige arm van de marine, van de Noordpool tot voorbij de evenaar

WW Vrijsen 15 maart 2025
De Den Helder vervult hoofdzakelijk een logistieke functie: bevoorrading om de oorlog gaande te houden. Foto: Wikipedia

De gloednieuwe aanwinst van de Koninklijke Marine is vooral een ‘tanker’, maar officieel betreft het een Combat Support Ship (CSS). Vorige maand werd het door prinses Amalia gedoopt op de werf van Damen Naval in Vlissingen-Oost. De afgelopen weken werd nog wat aan de elektronische systemen gesleuteld, onderging het schip een nieuwe test op zee en voer het naar Den Helder. Eind dit jaar, na onder meer cyber-security-beproevingen, wordt het schip als Zijner Majesteits Den Helder in gebruik genomen.

Het is niet te hopen dat het schip snel in een oorlogszone moet opereren. De doopplechtigheid door prinses Amalia – haar eerste publieke optreden zonder aanwezigheid van haar ouders – op een regenachtige zaterdag verliep uiteraard vlekkeloos. Maar door het haperende defensiebeleid van het afgelopen decennium laat de volledige bewapening van Zr. Ms. Den Helder (NAVO-aanduiding A834) nog even op zich wachten.

Krachtige mitrailleurs

Aan boord worden binnenkort krachtige mitrailleurs geïnstalleerd. Het SEWACO-systeem (SEnsoren, WApens, COmmando) wordt ingebouwd: alle data van radar, sonar en electronic warfare worden gebundeld met de software van de wapensystemen, zodat de gevechtsleiding bij een gewapend treffen een handzaam overzicht krijgt van de actuele tactische mogelijkheden. Maar ja, wat dan?

Om zich krachtig te kunnen weren en met name luchtaanvallen (drones) te kunnen weerstaan, zou het Combat Support Ship de beschikking krijgen over een Goalkeeper Snelvuurkanon en een Softkill Torpedo verdedigingssysteem. Maar om geld te besparen, schrapte VVD-staatssecretaris Barbara Visser van Defensie in 2018 deze ‘investeringen’. Ze schreef de Tweede Kamer dat het schip zou worden uitgerust met ‘alleen voldoende bewapening voor zelfstandig opereren bij lage dreiging’. Mocht er echt geschoten worden, dan kon het schip dus niet uitvaren.

Wel zou er een radarmast op het schip worden geplaatst. Ja, dank je de koekoek. Stuurt Den Haag zijn mensen zonder radardata naar een zeeslag? Inmiddels is gebleken dat zelfs de door Iran gesteunde Houthi-rebellen in Yemen over hypermoderne anti-scheepsraketten beschikken én dat ze bereid zijn dergelijke projectielen tegen westerse oorlogsschepen af te vuren. In de Oekraïneoorlog zijn drones het gevreesde wapen. Hoe kon een bewindsvrouwe – overigens met steun van de toenmalige Tweede Kamer – bezuinigen door een nieuw schip te ontdoen van zijn luchtafweer?

Drie jaar later kwam staatssecretaris Visser op haar beslissing terug. Ze besloot het verouderde Goalkeeper snelvuurkanon op diverse marineschepen te vervangen ten gunste van modernere verdedigingsmiddelen, die beter berekend zijn op de razendsnelle koersveranderingen van inkomende projectielen. Ook de toekomstige Den Helder draaide mee in dit investeringsprogramma. De kosten hiervan werden in een brief aan de Kamer met een nogal ruime marge geschat: 250 miljoen tot 1 miljard euro.

Helaas ontstond door deze gang van zaken vertraging. Pas in mei 2024 en oktober 2024 bevestigden Vissers respectievelijke opvolgers, de staatssecretarissen Christoph van der Maat (VVD) en Gijs Tuinman (BBB), dat de contracten eindelijk waren getekend. En ja, wapenproducenten hebben het tegenwoordig zó druk, dat de spullen nog enkele jaren op zich laten wachten en dus voorlopig niet beschikbaar zijn voor het Combat Support Ship.

Bij de doop van de Den Helder werd daar niet al te uitvoerig bij stilgestaan, want het zou de feestvreugde maar bederven. Als prinses Amalia een fles champagne tegen de scheepshuid laat spatten – ‘Ik wens U en Uw bemanning behouden vaart!’ – dan kun je moeilijk zeuren over de veronderstelde kwetsbaarheden van deze oorlogsbodem.

‘Raketjes’ boven de boeg

Op den duur komt het goed. Vlak boven de boeg van het schip, nog vóór de mast op de voorplecht, wordt te zijner tijd een RAM-systeem geplaatst. ‘Missiletjes,’ zegt engineering officer Kapitein ter zee Joost Meesters, projectmanager namens het Commando Materieel en IT (COMMIT) van Defensie. Maar ‘raketjes’ is nogal een eufemisme. RAM staat voor Rolling Airframe Missile, een supersonisch, lichtgewicht infrarood-geleid projectiel met ingebouwde antennes. De raket stuwt zich voort in de lucht en blijft onderwijl rond zijn lengteas draaien om niet één vijandelijk vliegtuig waar te nemen, maar een veelheid van luchtdoelen te kunnen onderscheiden en killen.  

Op de achterzijde van het schip, een etage hoger dan het helikopterplatform, komt een Leonardo Sovraponte 76mm-kanon (Italiaanse makelij) dat, met behulp van de nieuwe Thales Nederland Pharosradar, DART-granaten naar hun doel schiet. Dit kanon kan overigens ook gewone, niet-radar geleide munitie lanceren tegen bijvoorbeeld een zwerm vijandelijke drones. Anders wordt het echt onbetaalbaar.   

Al met al is KTZ Joost Meesters tevreden. ‘Er komen aardig wat dingen op,’ zegt hij over de toekomstige bewapening van het nieuwe schip. Waarbij Zr. Ms. Den Helder vrijwel altijd zal varen in een bondgenootschappelijk vlootverband met schepen die elkaar verdedigen. Dit is geen offensieve jager, het blijft een ondersteuningsschip.

Fregatten, onderzeebootjagers en mijnenbestrijdingsvaartuigen nemen bij vertrek enorme hoeveelheden brandstof, munitie, drinkwater en proviand mee. Maar marine-operaties duren over het algemeen erg lang. De afstanden zijn enorm en je kunt alleen in havens van bevriende landen terecht voor de bevoorrading. Tussenstops kosten bovendien veel tijd.

Vandaar de noodzaak van bevoorradingsschepen als de Den Helder. Dit nieuwe schip is het kleine broertje van Zr. Ms. Karel Doorman, die 2017 in gebruik werd genomen, maar in haar eerste jaren nogal kampte met kinderziektes. Sowieso moet de marine twee bevoorradingsschepen hebben, want schepen liggen regelmatig aan de kade voor onderhoud en reparatie. Een ‘tanker’ vergroot de actieradius van de gehele vloot. Met dit soort schepen en de bevoorrading op volle zee krijgt de marine een lange arm. De NAVO snakt naar tankers.  

De Koninklijke Marine heeft in zijn geschiedenis steeds legendarische bevoorradingsschepen gehad. Dat had ook te maken met koloniale verplichtingen, zeg maar ‘ons Indië’. Nog altijd wordt in alle verblijven (matrozen en korporaals) en longrooms (officieren) op woensdag de ‘blauwe hap’ gegeten, een Indische maaltijd. Die gewoonte zit in het DNA van de marine: ver van huis kunnen optreden. Vanaf het prille begin – de ‘behoeftestelling’ – was dit het vereiste waaraan de Den Helder moest voldoen: kunnen opereren in ijskoude én tropische omstandigheden. Van bijna de Noordpool tot voorbij de evenaar.

Shock- en explosiebestendig

In het verleden huurde de marine tankercapaciteit bij het Rotterdamse scheepvaartconcern Van Ommeren. Er zijn nu ook afspraken met rederijen over bijstand in oorlogstijd, vertelt staatssecretaris Tuinman kort voor de ceremonie in Vlissingen. Maar als het er echt om gaat spannen, volstaan civiele schepen niet. Dan moet een marinetanker shock- en explosiebestendig zijn. Nou, dat is de Den Helder.

Het schip is zo gebouwd dat het de klap van zeemijnen tamelijk goed kan verwerken. Het gevaarte is ook redelijk ‘stealth’, relatief onzichtbaar voor vijandelijke radar. Geen loodrechte hoeken, maar schuine zijden, waardoor radarsignalen min of meer wegglijden in plaats van direct te reflecteren. ‘Minder cross sectie van radarsignalen,’ zegt – in vaktaal – Joost Meesters.

In de afgelopen tien jaar stelde de marine slechts één schip in gebruik, Zr. Ms. Karel Doorman in 2015. Die werd ook gebouwd door Damen en is eveneens een bevoorradingsschip. Damen Naval verloor de strijd voor de levering van vier nieuwe onderzeeboten. Die order ging vorig jaar naar het Franse Naval. Damen-directeur Roland Briene wilde er in Vlissingen niet meer bij stilstaan. Dankzij de Den Helder is zijn bedrijf weer de huisleverancier van de Koninklijke Marine: ‘Dit schip is de start van een grootschalige vervanging en versterking van de marinevloot. Hiertoe tekende ik in mei 2024 een overeenkomst met Defensie.’

Staatssecretaris Tuinman filosofeerde in gesprek met Wynia’s Week al over nieuwe fregatten met bijbehorende dronesvaartuigen als antwoord op de nieuwe dreiging op zee. 

Op de brug

De Karel Doorman is groter dan de Den Helder, maar is minder innovatief. Dat wil zeggen, de Den Helder kan met een minimum aan personeel worden gevaren: 76 koppen. Als je boven op de brug staat – tientallen meters boven de waterspiegel – en geniet van het fantastische uitzicht, word je overvallen door de afmetingen van het schip. 180 Meter lang en 26,4 meter breed. Pakweg twee voetbalvelden achter elkaar en een half hockeyveld breed. De brug is zelfs nog iets breder, 28 meter. Je kunt door de grote ramen aan de uiteinden van de brug over bakboord en stuurboord naar de boegpunt en naar de achtersteven van de Den Helder turen. Toch volstaan twee mensen op de brug om met dit gevaarte te manoeuvreren.

Dat is te danken aan de nieuwste snufjes van Dynamic Positioning, een soort automatische piloot. Het schip blijft bij voorbeeld met één druk op de knop volautomatisch op zijn exacte positie voor de kust liggen, wat handig kan zijn als een operatie aan land met de boordhelikopters wordt ondersteund.

In plaats van een groot roer, is er – net als overigens bij de fregatten – een klein sportstuurtje om het Combat Support Ship van koers te doen veranderen. Maar dat, zegt kapitein ter zee Meesters, is een back-up.

Hij neemt plaats in de stoel van de roerganger en bedient met de vingers van zijn rechterhand twee minieme joysticks. Het rechterhendeltje is het roer. Het linkerhendeltje is de voortstuwing. De kapitein ter zee trekt er een niets-aan-de-hand gezicht bij: tja, innovatie, zo gaan die dingen. In een tijd van personeelstekorten is het handig dat je het schip met zo’n krappe bemanning laat functioneren.  

Er zijn overigens 150 bedden aan boord, maar dat is om in voorkomende gevallen tot 75 mariniers, humanitaire hulpverleners en medisch personeel te kunnen huisvesten. De ziekenboeg is vergelijkbaar met een klein regionaal ziekenhuisje, inclusief traumakamer waar zwaargewonden de ‘triage’ ondergaan en een operatiekamer waar een chirurg levensreddende zorg kan verlenen.  

680 kuub brandstof per uur

Medische zorg is op het schip een extraatje. De Den Helder vervult hoofdzakelijk een logistieke functie: bevoorrading om de oorlog gaande te houden. Schepen van de Nederlands/Belgische marine of van de marines van andere NAVO-lidstaten komen langszij om bij te tanken of te worden bevoorraad. Daartoe wordt een staalkabel naar het belendende schip geschoten om de brandstofleiding over te zetten of om een soort kabelbaan te installeren waarlangs kisten munitie, voedselvoorraden of andere goederen worden getransporteerd. De Den Helder kan 680 kuub brandstof per uur overpompen. Aangezien de meeste fregatten met 200 of 300 kuub wel zijn afgetankt, is zo’n tankbeurt even tijdrovend als het snelladen van een Tesla.

Op het voordek is plaats voor twintig containers, die met hijskranen aan boord van het belendende schip worden gezet. Munitie is zwaar, de hijskranen zijn belastbaar tot 40 ton. Het schip zelf heeft een waterverplaatsing van 22.300 ton. Aangezien het schip blijft drijven, is het logischerwijs net zo zwaar als de hoeveelheid water die wordt weggedrukt. Die 22.300 ton (22,3 miljoen kilo) komen neer op het gewicht van zo’n vijfhonderd zwaar beladen vrachtwagens, zeg maar een file vrachtwagens van vijf kilometer. Dat is niet gering.  

Operatie Theezakje

De Koninklijke Marine kan terugkijken op een lange historie van illustere bevoorradingsschepen. Van 1964 tot 1994 was er de legendarische, nog op stoom aangedreven Hr. Ms. Poolster. In 1974 trad Hr. Ms. Zuiderkruis in dienst en dat schip werd pas na vier decennia afgedankt. In 1994 kwam bevoorradingsschip Hr. Ms. Amsterdam in de vaart, een schip dat reeds na twintig jaar werd verpatst aan Peru. In 2015 werd Zr. Ms. Karel Doorman operationeel, maar al snel bleken er problemen met de voortstuwing. Een van de twee motoren moest worden vervangen. De kinderziektes lijken overwonnen, al kon het schip vorig jaar een reis naar de Rode Zee niet voltooien. Nu komt er dus een tweede bevoorradingsschip in de vaart, de Den Helder.  

Met de kabelverbinding van het bevoorradingsschip kunnen behalve brandstof en goederen, ook manschappen naar andere schepen worden overgezet. In het verleden werden zelfs aan het katrol vastgesnoerde VIP’s overgeheveld. Toenmalig PvdA-minister Relus ter Beek van Defensie bracht in 1990 – na de aanval van Irak op Koeweit – een bezoek aan het fregat Hr. Ms. Witte de With in de buurt van de Perzische Golf. De minister had eerder bepaald dat zijn marineschepen niet door de Straat van Hormoez mochten. Later besloot hij dat een deel van de Perzische Golf toch mocht worden bevaren. Tenslotte gaf hij groen licht voor de gehele Golf als operatiegebied.

Toen Ter Beek als gast aan boord was, werd hij op relatief rustige zee vanaf Hr. Ms. Witte de With overgetakeld naar het zusterschip Hr. Ms. Pieter Florisz. De matrozen vonden het geinig. Ze lieten de kabel soms wat vieren en trokken hem meteen weer aan. De enigszins zwaarlijvige bewindsman zwiepte als een jojo omhoog, omlaag en van links naar rechts. Bij de marine ging deze dag de geschiedenis in als ‘Operatie Theezakje’. De arme minister Ter Beek vertelde later op televisie: ‘Mijn kinderen waren woedend op mij. Dat ik me dit had laten overkomen!’

Zeker een half miljard

Sindsdien zijn alle bewindslieden tijdens bezoeken aan marineschepen voortdurend op hun hoede. Wees maar gerust dat vanaf de Den Helder nimmer een Operatie Theezakje zal worden uitgevoerd. Het schip is te kostbaar voor dergelijke grappen. In 2019 noemde staatssecretaris Visser een investeringsbedrag van 374 miljoen. Dat is exclusief de kosten van de bewapening waarvoor haar opvolgers tekenden. De Tweede Kamer werd vertrouwelijk geïnformeerd over de precieze kosten. Ga er dus maar vanuit dat die prachtige, nuttige Zr. Ms. Den Helder zeker een half miljard heeft gekost. Behouden vaart!  

Eric Vrijsen (1957) is politicoloog en sinds januari 2025 verbonden aan Wynia’s Week. Hij werkte van 1990 tot 2024 als journalist bij Elsevier/EW. Hij schreef over politiek en defensie en deed verslag van het Nederlandse militaire optreden in Afghanistan, Irak en talrijke andere landen.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIERHartelijk dank!