Ziekenhuizen waren de baas, verpleeghuizen hadden het nakijken

jeroen-dijsselbloem-voorzitter-onderzoeksraad-voor-veiligheier
Voorzitter Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad voor Veiligheid legt uit hoe hij aan de conclusies over de eerste Corona-maanden kwam. Dijsselbloem had wel wat dieper mogen graven, zegt Wim Groot.

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) oordeelt mild over de aanpak van de coronacrisis door het kabinet. Dat komt deels doordat de Onderzoeksraad de periode waarin een aantal grote fouten werden gemaakt, zoals het beperkte gebruik van de beschikbare testcapaciteit, de late start van het vaccineren en de boostercampagne, nog niet heeft geëvalueerd.

Dat komt nog. Hugo de Jonge krijgt in de komende jaren voldoende kansen om meer verongelijkte brieven aan de Onderzoeksraad te sturen.

Het rapport van de Onderzoeksraad is hier en daar nogal voorspelbaar en soms maakt de raad zich er wat te gemakkelijk van af. Voor de presentatie van het rapport was al duidelijk dat de Onderzoeksraad vooral zou ingaan op ‘de stille ramp’ die zich in de eerste maanden van de coronacrisis in de verpleeghuizen afspeelde.

De Onderzoeksraad presenteert dit als een van haar belangrijkste bevindingen. Dat de medische mondkapjes en andere beschermingsmiddelen eerst alleen naar de ziekenhuizen en niet ook naar de verpleeghuizen gingen, is inderdaad wel de grootste fout uit de eerste maanden van de crisis. Maar dat wisten we al langer.

Erger is hetgeen Nieuwsuur deze week onthulde: het ministerie van VWS liet in een OMT-advies opnemen dat mondkapjes in de verpleeghuizen ‘niet nodig en gelet op de aanhoudende schaarste ook niet wenselijk zijn’. Niet alleen schond het ministerie hiermee de onafhankelijkheid van het OMT, het zorgde voor een ‘stille ramp’ in de verpleeghuizen waarbij ouderen onnodig overleden.

Volgens Jeroen Dijsselbloem, de voorzitter van de Onderzoeksraad, was deze ‘stille ramp’ het gevolg van het feit dat de verpleeghuizen ‘minder assertief zijn, minder vocaal en minder goed georganiseerd zijn dan de ziekenhuizen’. Het is merkwaardig dat Dijsselbloem hiermee de verpleeghuizen de schuld in de schoenen lijkt te schuiven voor deze ‘stille ramp’: dan hadden ze maar assertiever moeten zijn.

Dijsselbloem geeft hiermee ook aan dat de lobby van de ziekenhuizen bij het ministerie gewoon beter was dan die van de verpleeghuizen en dat daardoor verpleeghuizen minder mondkapjes ontvingen. Waar de Onderzoeksraad wat te makkelijk overheen gaat is dat er bij een lobby altijd twee partijen zijn. Niet alleen was de lobby beter, het ministerie van VWS was ook veel ontvankelijker voor de lobby van de ziekenhuizen.

De Jonge luisterde alleen naar de ziekenhuizen

Zeker in de eerste fase van de crisis luisterde het ministerie, inclusief minister Hugo de Jonge, vrijwel alleen naar de ziekenhuizen. De ziekenhuizen hadden het heft in handen en hebben dat gedurende de hele crisis gehouden. Het is een gemiste kans dat de Onderzoeksraad geen analyse geeft van de invloed van die lobby op het beleid en er geen conclusies aan verbindt.

Dit is niet de enige plek waar de Onderzoeksraad zich er wat gemakkelijk van af maakt. Het is ook wat eenvoudig om de communicatie de schuld te geven, zoals de Onderzoeksraad doet. In evaluaties zoals die van de Onderzoeksraad wordt altijd geconstateerd dat de communicatie tekort heeft geschoten. Als het kabinet had gedaan wat de Onderzoeksraad adviseert, namelijk in de communicatie meer de onzekerheid te etaleren, had de Onderzoeksraad waarschijnlijk ook gezegd dat de communicatie tekortschoot.

Communicatiedeskundigen hebben ons maandenlang voorgehouden dat het kabinet burgers ‘een perspectief’ moest bieden. Burgers moesten houvast hebben, het kabinet moest duidelijk maken wat het doel was van de lockdowns en moest vooral aangeven wanneer de pandemie voorbij was.

Een perspectief bieden en onzekerheid etaleren gaan in de communicatie niet samen. Met communicatie kan je het nooit goed doen. Hier had de Onderzoeksraad wel wat meer oog kunnen hebben voor de rol van de publieke opinie en de media, die vooral eenduidigheid eisten.

Hoe deden ze het elders?

Een grote omissie in het rapport is dat de Onderzoeksraad geen vergelijking heeft gemaakt met de corona aanpak in andere landen. Bij ons zijn veel fouten gemaakt, maar in andere landen ging ook niet alles goed. Een vergelijking met bijvoorbeeld het beleid in Duitsland en België had een vollediger en genuanceerder beeld opgeleverd waar het mis ging in de Nederlandse aanpak.

De Onderzoeksraad vindt dat het kabinet niet alleen naar het OMT had moeten luisteren. De adviezen van het OMT waren sterk medisch en epidemiologisch gekleurd. Hierdoor kwamen de mentale en sociale gevolgen van de crisis te weinig aan bod volgens de Onderzoeksraad.

Hoezo meer OMT’s?

Met de belangen van het onderwijs, het bedrijfsleven en de cultuursector werd te weinig rekening gehouden. Ook dit is geen nieuw inzicht. Tijdens de crisis waren er verschillende partijen die vonden dat het OMT zou moeten worden uitgebreid met sociale wetenschappers en psychologen of dat er naast het OMT er ook een onderwijs en sociale impact OMT zouden moeten komen.

Ook hier gaat de Onderzoeksraad wel erg makkelijk mee met die critici. Als het kabinet naast het OMT andere adviesorganen in het leven had geroepen, dan had de Onderzoeksraad ongetwijfeld geconstateerd dat het ontbrak aan eenduidigheid, de besluitvorming ondoorzichtig was en niet duidelijk was wie waar verantwoordelijk voor was. Met meerdere OMT’s was de besluitvorming niet beter geweest.

VWS wist het zelf niet

De kritiek van de Onderzoeksraad richt zich op de rol van het OMT. Het kabinet gaf al in een vroeg stadium aan blind te varen op de adviezen van het OMT. Dat deed het kabinet niet voor niets, maar vooral omdat het zelf onzeker was en niet wist welk beleid het moest voeren.

Het is dan ook wat gemakkelijk gedacht van de Onderzoeksraad dat ‘de politiek’ meer de leiding moet nemen: ‘de politici’ wisten het ook niet en waren maar al te blij dat ze konden leunen op de wetenschappers in het OMT. Dat is tijdens deze crisis zo en dat zal bij een volgende crisis niet anders zijn.

Meer bevoegdheden voor een ministerie dat luistert naar lobby?

In het licht van de vele tekortkomingen van de overheid in de crisisaanpak is het wat wonderlijk dat het belangrijkste advies van de Onderzoeksraad is om het ministerie van VWS tijdens een volgende crisis meer bevoegdheden te geven. De Onderzoeksraad vindt dat het ministerie de bevoegdheid moet krijgen om tijdens een crisis ‘sector-, regio-, of instellingsoverstijgende problemen effectief te kunnen aanpakken, waaronder in elk geval met rechtstreeks bindende aanwijzingen’.

Waarom zou je een ministerie dat tijdens een crisis vooral zijn oren laat hangen naar bepaalde belangengroepen ten koste van andere, die het beleid grotendeels uit handen geeft aan het OMT en volgens de Onderzoeksraad zelf te weinig kennis en deskundigheid in huis heeft om een crisis aan te pakken, meer bevoegdheden moeten geven?

Een ministerie dat blundert…

En dan hebben we nog niet eens over de blunders van het ministerie die in de volgende rapporten van de Onderzoeksraad worden behandeld: de testcapaciteit, de late vaccinaties en de late boostercampagne. Dit is een volstrekt onlogische aanbeveling op basis van de analyse die de Onderzoeksraad zelf maakt.

Ook bij deze belangrijke aanbeveling had de analyse van de Onderzoeksraad nog wel iets beter gekund. Het ministerie had vooral oog voor de noden van de ziekenhuizen en bepaalde in eerste instantie dat de mondkapjes daar naartoe moesten en niet naar de verpleeghuizen.

Na verloop van tijd kwam er tegenwicht vanuit de langdurige zorg tegen het primaat van de ziekenhuizen in het beleid. De verpleeghuizen werden assertiever en vroegen aandacht bij het ministerie en in de media voor de stille ramp die zich voltrok. Bestuurders van instellingen gingen ook zelf beschermingsmiddelen inkopen.

Als het ministerie grotere bevoegdheden had gehad, had ze deze mogelijk gebruikt om verpleeghuisbestuurders ‘bindende aanwijzingen’ te geven om daarmee te stoppen. Ook zonder deze bevoegdheden probeerde het ministerie al te verhinderen dat zorginstellingen op eigen houtje beschermingsmiddelen gingen kopen. Met meer bevoegdheden was hun dat nog gelukt ook.

Een ministerie dat zijn oren vooral laat hangen naar belangengroepen, onzeker is en te weinig kennis en deskundigheid in huis heeft, moet geen grotere bevoegdheden krijgen.

De Onderzoeksraad zal nog twee rapporten schrijven over de coronacrisis. Het is te hopen dat die een diepgaandere analyse en meer doordachte aanbevelingen bevatten.

Wim Groot schrijft regelmatig voor Wynia’s Week over actuele politieke en economische kwesties, vooral op het gebied van de volksgezondheid. U kunt de broodnodige onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week mede mogelijk maken. Kijk HIER. Hartelijk dank!

Begin juni 2020 verscheen er al een eerste analyse van Syp Wynia van het Coronabeleid gedurende de eerste maanden van de pandemie: Hoe deden we het eigenlijk, de eerste maanden?. Lees dat artikel HIER.