Zet trauma om in trots!
De racismediscussie, aangevuld met de Zwarte Piet-discussie, komt voort uit trauma’s van een kleine groep Creoolse Surinamers en Antillianen over de slavernij, hun vermeende leed daarover en de behoefte aan schadevergoeding en past in een bredere trend.
Wereldwijd worstelen minderheden met de vraag hoe ze met trauma’s uit het verleden moeten omgaan. Overal zie je mensen die zich een ‘rugzakidentiteit’ aanmeten, door alle groepsleed uit het verleden als stenen in een rugzak met zich mee torsen. Vervolgens komen ze natuurlijk nauwelijks meer vooruit, ook maatschappelijk gezien niet.
Kiezen de Creoolse Surinamers en Antillianen die zich nu zo druk maken over ‘systemisch racisme’ nu voor een verkeerde toekomststrategie? Ik meen van wel. ‘Ze worden links en rechts ingehaald door andere minderheden, zoals de Ghanezen en Aziaten.’
Wat een gekrakeel om Nederlands racisme de afgelopen weken. Waarom werd het allemaal zo emotioneel? En hoe past dit in de bredere context van traumaverwerking? Het werd allemaal zo emotioneel omdat veel autochtone Nederlanders diep geraakt werden door de beschuldiging dat ze racistisch zouden zijn.
Nederland is juist een voorbeeld voor de wereld
Nederland kent meer gemengde huwelijken dan Amerika. Nederland is veel minder racistisch dan de herkomstlanden van de klagers annex ZeurPieten. In het Suriname waar ik vandaan kom kijken de lichtergekleurde Stadscreolen (met Afrikaans en blank bloed) neer op de zwarte Boslandnegers of Marrons, die nog volledig Afrikaans zijn. “Blauwkop” is nog de meest vriendelijke benaming die ze hanteren voor de pikzwarte medemens.
En tussen Aziatische en Creoolse Surinamers botert het ook niet echt. Decennia had iedere etnische groep en eigen politieke partij en deze apartheid in de Surinaamse politiek was volkomen geaccepteerd. ‘Immigrant’ is een geliefd scheldwoord van Creolen jegens Aziaten. Decennialang hielden Creolen de Surinaamse scholen gesloten voor Aziaten, bang als ze waren voor de concurrentie. Aziaten (waaronder mijn grootouders) lieten zich niet kisten, klaagden niet over discriminatie, maar stichtten eigen scholen, gefinancierd met hun eigen spaarcentjes. Zo ontwikkelden ze zich.
Ook Amerikanen en andere Europeanen die Nederland recent racistisch noemden, zouden beter moeten weten. Vorig jaar betrof 1 op de 3 gesloten huwelijken in ons land een huwelijk tussen een blanke en gekleurde partner, en als je ook LAT-relaties en samenwonenden meetelt, is praktisch de helft van de nieuwere duurzame liefdesrelaties in ons land etnisch gemengd.
Het feit dat de autochtone bevolking op zo’n grote schaal de liefde bedrijft met immigranten laat zien hoe open de Nederlandse samenleving is. Ter vergelijking: in de VS, waar veel kritiek op o.a. Zwarte Piet vandaan komt, is het aantal gemengde huwelijken minimaal: de etnische groepen leven langs elkaar heen in parallelle werelden. Zebrahuwelijken komen er veel minder voor, en dat geldt ook voor Frankrijk en Engeland. De open Nederlandse samenleving is een voorbeeld voor de wereld.
Humorloos actievoeren heeft geen toekomst
Wie een beetje verstand heeft van marketing en communicatie weet ook het effect van je boodschap staat of valt met een geloofwaardige zender. Bovendien is je kritiek geloofwaardiger als je met een mooi, haalbaar en inspirerend alternatief komt. Bozig of zurig geklaag verkoopt niet. Humor ontbreekt volledig bij de tegenstanders van Zwarte Piet, terwijl de lach nog altijd de kortste afstand vormt tussen mensen.
Ook de Jamaïcaanse Verene Sheperd is een zuurbekje waar je de strijd niet mee wint. Dodelijk serieus trekt ze ten strijde met haar VN-commissie, waarvan de leden onder meer komen uit gezellige landen als Pakistan en Saoedi-Arabië. In Pakistan worden meisjes die naar school willen vermoord, vrouwen die een dochter baren vergiftigd en voor religieuze minderheden als christenen en soefi’s is het leven er beslist geen feest: hun kerkgebouwen worden in brand gestoken en ze worden het land uit gepest. Saoedi-Arabië houdt heden ten dage nog slaven. En zo’n clubje gaat ons de les lezen over mensenrechten?
Slechts weinig Surinamers zijn tegen Zwarte Piet
Onderzoek leert dat 15% van de Creoolse Surinamers en Antillianen moeite heeft met Zwarte Piet, terwijl 85% het prima vindt. Aziaten vinden het debat helemaal flauwekul. Het Parool portretteerde onlangs verschillende Aziaten die Zwarte Piet speelden en die schouderophalend het debat aanschouwden. Turken hielden zich wijselijk afzijdig en ook de meeste Marokkanen hoorde je er niet over. De etnische groep van Indische Nederlanders negeerde het geraas en getier volledig.
Niet alle gekleurde mensen zijn broeders, integendeel. Het zijn rivalen in dezelfde economie en op dezelfde krappe arbeidsmarkt. Succes of falen is direct in verband te brengen met frustraties waar mensen zich al dan niet door laten leiden.
Toegegeven: Aziaten, Indo’s of Turken worden nooit in het Sinterklaasseizoen op straat uitgemaakt voor Zwarte Piet. Mij is het ook nooit overkomen. Maar ik begrijp wel dat mensen die dat overkomt, er niet blij mee zijn. Aan de andere kant ben ik in mijn leven als homo veel vaker door zwarten dan door blanken gediscrimineerd. Geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan.
Niet alles in verband brengen met de slavernij
Omdat alles wat de afgelopen decennia mis ging in het leven van de nazaten van slaven te wijten aan slavernij van toen, is veel te kort door de bocht. Historicus Piet Emmer rekent daar hard mee af. Hij schrijft in Trouw: ‘Sommige Caribische Nederlanders zien de herdenking van de afschaffing van de slavernij in de voormalige Nederlandse West-Indische koloniën vooral als een gelegenheid om de rest van Nederland erop te wijzen dat de gevolgen van de slavernij nog steeds niet voorbij zijn. Wat er maar fout kan gaan, wordt aan dat slavernijverleden toegeschreven: racisme, discriminatie, tienerzwangerschappen, gebroken gezinnen, echtelijke ontrouw, criminaliteit, slechte schoolprestaties, hoge bloeddruk en nog veel meer. (…) In werkelijkheid (…) stak de materiële positie van de meeste slaven in de Nederlandse koloniën gunstig af tegen die van het proletariaat in West-Europa – om van de horigen in Oost-Europa en de slaven in Afrika maar te zwijgen.’
Een (weliswaar verschrikkelijke) periode uit het verleden steevast gebruiken als reden waarom alles in je leven fout gaat, is niet alleen te gemakkelijk, het is ook ongezond, omdat het je ervan weerhoudt om dingen te overkomen en voorwaarts te gaan in dit leven.
Slavernij is niet het enige leed van de wereld
Caribische slaven waren niet de enigen die getraumatiseerd werden door wat ze meemaakten. Veel minderheden hebben dingen ondervonden die massaal trauma hebben veroorzaakt. Voorbeelden zijn de Sjoa die de joden trof in de jaren ‘30 en ‘ 40 van de vorige eeuw en de genocide die Armeniërs trof aan het begin van de 20e eeuw.
Andere voorbeelden zijn langdurig wreed oorlogsgeweld, zoals tijdens de Vietnamoorlog. Of Molukse soldaten die na de Indonesische onafhankelijkheid in Nederland kwamen wonen en zich niet goed behandeld voelden door de Nederlandse overheid. Hoe gaan de door deze gebeurtenissen getraumatiseerde groepen met hun verleden om?
Elders een nieuw bestaan opbouwen heeft voor velen bijgedragen aan het verwerken van het trauma. De herinnering werd levend gehouden via mondelinge overlevering of schriftelijke vastlegging. En door het oprichten van monumenten en musea of het uitroepen van nationale gedenkdagen. Het verkrijgen van officiële erkenning van vervolging was vaak ook belangrijk.
Erkenning
Erkenning kan gepaard gaan met verontschuldigingen van de agressor of met een financiële tegemoetkoming. Maar hoe ver ga je daarmee? Neem de Europese joden. In de VS, Europa en Israël heeft de afgelopen tijd de vraag gespeeld of geroofd, maar niet teruggegeven bezit alsnog aan de Joden moet worden teruggegeven.
Sommigen, zoals Ronny Naftaniël, verlangen volledig en ruimhartig rechtsherstel. Anderen, zoals het vroegere PvdA-Kamerlid Judith Belinfante of de nu overleden hoogleraar Arnold Heertje, vonden dat nu genoeg in het verleden is gegraven en dat de blik vooral op de toekomst dient te worden gericht.
Mijn man Vinco David is het met laatstgenoemden eens. ‘Ik kom uit een joodse traditie, een cultuur van duizenden jaren met vele ups en downs. Ik wil niet mijn identiteit ophangen aan de sjoa. Alsmaar doorgaan met het slachtofferschap is niet goed voor jongere generaties, het belemmert je levensgeluk.’
Een zijsprong naar de Vietnamezen leert hoe zij het leed van de Vietnamoorlog hebben verwerkt. In deze oorlog zijn naar schatting vijfeneenhalf miljoen Vietnamezen omgekomen, de meesten door Amerikaanse bombardementen op burgerdoelen in Noord-Vietnam. Vietnam heeft de Verenigde Staten nooit om
erkenning van de agressie of schadevergoeding gevraagd. De Vietnamezen vonden dat je je hiermee afhankelijk maakt van de voormalige vijand. Zonder herstelbetalingen hebben de zij het land weer opgebouwd. Tegenwoordig zijn de verhoudingen met de VS genormaliseerd.
De specifieke omgang met trauma’s uit het verleden bepaalt vaak het succes van minderheden. Na de massamoord op de Armeniërs, tijdens de Eerste Wereldoorlog, was er geen sprake van enige financiële tegemoetkoming aan nabestaanden. Armeense minderheden ontwikkelen zich economisch in hoog tempo en Vietnam geldt nu als economische tijger, die vrolijk zaken doet met Fransen en Amerikanen, zonder enig ressentiment.
Molukkers daarentegen, die decennialang hun trauma’s overdroegen op volgende generaties, raakten economisch achterop. Afghanen, die hier pas kort wonen, en als groep in omvang even groot zijn als de Molukkers (circa 50.000 mensen) hebben de laatsten economisch al ingehaald. Hoe? Door het verleden achter zich te laten, uit te huilen en opnieuw te beginnen. Zo’n houding rendeert meer dan de slachtofferrol aannemen.
Minderheden met een traumatisch verleden kunnen de ballast beter van zich afschudden. Zoals mijn moeder, die kleuterjuf was, zei: ‘Als je schoon wil worden moet je niet in de modder wentelen, maar een douche nemen.’ En een koppeling van leed met geld vind ik weinig verheffend, bij welke minderheidsgroep dan ook.
Schadevergoeding
VN-onderzoekster Verene Sheperd deed indertijd een in mijn ogen merkwaardige suggestie: Zwarte Piet mag blijven als Nederland schadevergoeding betaalt aan nazaten van haar voormalige slaven. De joodse denker Finkelstein zei: ‘De sjoa mag niet geprostitueerd worden. De focus op het verleden en op materiële genoegdoening is ongezond voor joden zelf en belemmert samenwerking met andere groepen’.
Dat geldt ook voor creolen. De slavernij moet je niet prostitueren. Je moet het niet kleiner maken dan het geweest is, maar zeker ook niet groter. En wat betreft Zwarte Piet? Het is en blijft een onschuldige sprookjesfiguur. In veel landen, van Iran tot Scandinavië, is het traditie dat rond de jaarwisseling jonge mannen zich met roet insmeren en gek gaan doen, de nar gaan spelen. Dat roet staat voor het uitdovende vuur van het oude jaar. Maar ook voor de onderwereld en de boze geesten die weggejaagd moeten worden met grappen en grollen. Niet alleen Nederland kent dus een Zwarte Piet.
Ook in Iran verschijnt een soortgelijk figuur één keer per jaar in de straten. Deze
Hajji Firuz speelt in Iran een grote rol tijdens de viering van het nieuwe jaar. De zwartgeschminkte figuur met felrode lippen is gehuld in rode kleren, speelt tamboerijn en zingt voor kinderen en hun ouders.
Er zijn enkele verklaringen voor Hajji Firuz. Een verklaring luidt dat de figuur stamt uit de tijd dat zwarte slaven door de steden trokken om te zingen voor de bevolking. In 2009 werd het feest vermeld op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid. In 2010 werd de feestdag ook erkend, en daarmee beschermd door de VN. Dezelfde VN die namens VN-rapporteur Verene Shepherd in Nederland het hele Sinterklaasfeest wil afschaffen.
Associaties van wit en zwart
De associatie van zwart met de onderwereld en wit met de bovenwereld komt in veel culturen voor. En in vele landen hebben lichtergekleurden meer macht dan donkergekleurden, van India tot Brazilië. Het zij zo. Daar kan je boos over worden, maar dat is zinloos. Maak van jezelf een succes en laat je nooit discrimineren.
Gekwetstheid zit immers tussen de oren, het is een state of mind. Discriminatie kun je ook positief inzetten, zoals de Oostenrijkse joodse politicus Bruno Kreisky deed. In een land waar joden niet populair zijn en waar vooroordelen over hen nog welig tieren, werd hij tot drie keer toe tot bondskanselier gekozen.
Slachtofferschapsdenken leidt nergens toe. Ik zou Zwarte Piet terug willen brengen naar zijn oorspronkelijke rol: een jonge man (vrouw mag ook) die zwart geschminkt is van het roet. Kroespruik en Surinaams accent kunnen wat mij betreft weg, maak het haar zwart als roet. Teksten van Sinterklaasliedjes uit de 19e eeuw die nu wat raar aandoen, kunnen door knappe tekstdichters zo gemoderniseerd worden. Zie de voorbeelden uit Curaçao en Suriname die ik eerder aanhaalde: het feest is daar overwegend hetzelfde als hier, met hier en daar een iets ander kleurtje of muziekje.
Maar laat niet een gekwetste Surinamer of Antilliaan denken dat hij economisch vooruitgaat door gewijzigde teksten van een Sinterklaasliedje of het verkleuren van Zwarte Piet. Mensen die hun economische gebrek aan succes wijten aan een onschuldig kinderfeest en rare liedteksten, zullen straks weer andere drogredenen verzinnen om hun gebrek aan succes te verklaren. Zoals mijn moeder al zei: “Tegenover iedere beschuldigende vinger die je naar een ander uitsteekt, staan er vier die naar jezelf wijzen.”
Adjiedj Bakas is auteur van het boek ‘Vermetel; Leven met Lef’. www.bakas.nl