Windturbines, gaswinning en vetes bedreigen Nederlands Werelderfgoed

TheoJongedijk 21-8-24
De Van Nelle-fabriek in Rotterdam. Beeld: wikimedia.

Drie van de dertien Nederlandse Werelderfgoederen van de UNESCO worden in hun bijzondere status bedreigd. Verlies ervan betekent een enorme reputatieschade. Alleen al de discussie erover zou in ons land bij betrokken instanties alle alarmbellen moeten doen afgaan. Het gaat om de molens van Kinderdijk, de Waddenzee en de Van Nellefabriek in Rotterdam. 

Waar bij de molens van Kinderdijk en de Waddenzee factoren van buitenaf een rol spelen, vormt bij de Van Nellefabriek in Rotterdam onenigheid van binnenuit de bedreiging voor het continueren van de status van UNESCO-goed. 

Dertien werelderfgoederen 

Nederland ondertekende het Werelderfgoedverdrag in 1992 en met het Eise Eisinga-planetarium in Franeker dat vorig jaar werd toegevoegd, telt ons Koninkrijk nu dertien objecten, waarvan er twaalf in eigen land en één op Curacao, te weten het historische binnenstadgedeelte van Willemstad met bijbehorende haven. 

Wereldwijd bevat de UNESCO-lijst 933 culturele, 227 natuurlijke en 39 hybride sites in 168 landen. Bij het verdrag hebben zich 194 lidstaten aangesloten. UNESCO staat voor United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, of wel de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. 

De overeenkomst is gericht op de identificatie, de bescherming, het behoud, het toegankelijk maken en het overdragen aan komende generaties van natuurlijk en cultureel erfgoed van uitzonderlijke en universele waarde.  

Met de ondertekening van het verdrag verplicht Nederland zich, net als de andere landen, om het werelderfgoed zo goed als mogelijk in stand te houden. Dat is niet vrijblijvend. Iedere zes jaar moet verslag worden uitgebracht over de stand van zaken aan het Werelderfgoedcomité van de UNESCO.  

Hoe het verkeerd kan aflopen met de status, is gebleken in Liverpool in 2021. De haven van de Britse stad ging van de lijst af toen het oorspronkelijke karakter te ernstig in het gedrang kwam door nieuwbouwactiviteiten. 

De molens van Kinderdijk 

Tot de drie objecten in ons land die een risico lopen, behoren de molens van Kinderdijk. Aan de westkant van de Alblasserwaard worden windturbines gepland met een hoogte van 220 tot 250 meter. De molens en gemalen van Molencomplex Kinderdijk – Elshout houden de grond van de Alblasserwaard al 750 jaar droog, zodat mensen er kunnen leven. Het is een groots voorbeeld van slim Hollands watermanagement.  

Nergens ter wereld staan zoveel molens, negentien stuks, bij elkaar. De samenwerking tussen mens, natuur en techniek is uniek en waardevol. De Molens van Kinderdijk staan sinds 1997 op de Werelderfgoedlijst. Jaarlijks komen honderdduizenden bezoekers uit alle delen van de wereld af op dit typisch Hollandse schouwspel.  

Bij het bekend worden van plannen om windturbines nabij dit ongerepte molenlandschap te plaatsen, stak er onmiddellijk protest op. Directeur Peter Jan van Steenbergen verwoordde het ongenoegen namens de stichting Werelderfgoed Kinderdijk: ‘De impact van windturbines in de buurt van Kinderdijk is enorm. Je ziet ze straks op elke toeristenfoto staan.’  

Het gaat in de planning om zes tot tien turbines, ieder met een afmeting ongeveer gelijk aan die van de Eiffeltoren. Gemeenteraden van Molenlanden en Gorinchem, alsmede het bestuur van de provincie Zuid-Holland, zijn de organen die over een eventuele plaatsing gaan. De status Werelderfgoed verkreeg Kinderdijk niet alleen vanwege de molens, maar ook door het watersysteem van boezem, dijken en vergezichten.  

Waddenzee 

Ook de Waddenzee moet op haar tellen passen. Er zit aardgas en boringen bij Ternaard kunnen de UNESCO doen besluiten het Nederlandse gedeelte de bijzondere status te ontnemen van dit unieke natuurgebied dat wordt gedeeld met Duitsland en Denemarken.  

Het landschap langs de Waddenzee verandert steeds onder invloed van eb en vloed. Dit zorgt voor een bijzondere ecologie en een rijke biodiversiteit. De Waddenzee is het grootste getijdengebied ter wereld en is onder andere van belang voor verschillende soorten trekvogels.  

Het Nederlandse deel van de Waddenzee heeft de begeerde status sinds 2009. Die kan in gevaar komen, niet alleen door gaswinning. Ook andere mijnbouwactiviteiten, zoals het zoeken naar zout en oliewinning, vormen risico’s, evenals het leggen van kabels. Het wad kan er door verzakken en in het ernstigste geval droogvallen bij eb. In een rapport van het samenwerkingsverband ‘International Union for Conservation of Nature and Natural Resources’ (IUCN) is hiervoor gewaarschuwd. 

De Van Nelle-fabriek 

De Van Nellefabriek in Rotterdam, het tegenwoordige bedrijfsverzamelgebouw in de Spaanse polder, is de derde in de rij van ‘kritische UNESCO-objecten’. Van Nelle wordt van oudsher geassocieerd met koffie, thee en tabak. Het gebouw geldt als een icoon van industriële architectuur, lang na de afschaffing van de slavernij opgetrokken uit staal en glas op een betonnen fundament. Het was de eerste fabriek om te werken bij daglicht. Tegenwoordig biedt het op 60.000 vierkante meter vloeroppervlakte onderdak aan zo’n 100 huurders en vinden er allerlei soorten evenementen plaats van twee tot een paar duizend personen.  

De voormalige koffie-, thee- en tabaksfabriek werd opgetrokken tussen 1925 en 1931, een periode die bekend staat als het Nieuwe Bouwen. De restauratie en herbestemming van het karakteristieke object, een rijksmonument, is vanaf de eeuwwisseling met grote zorgvuldigheid uitgevoerd om de authenticiteit te behouden.  

Kees van der Leeuw 

De voormalige fabriek was een ontwerp van de architecten L. C. van der Vlugt en J. Brinkman, waarbij de inbreng van Van Nelle-medefirmant Kees van der Leeuw als brein op de achtergrond van onschatbare waarde is geweest. Van de hand van de gepensioneerde Rotterdamse gemeenteambtenaar Leonard Kooy verscheen recent over de relatief onbekend gebleven adviseur de biografie Dr. C. H. van der Leeuw (1890-1973), Een grillig idealist.  

De financiering van de restauratie van de Van Nelle-fabriek is zo goed als in zijn geheel particulier opgebracht. Tot 2015 een bedrag van zo’n 65 miljoen euro. De eerste aanzet vormde in 1999 de uitgifte van 750 aandelen à ruim 22.500 euro ( toen ruim 50.000 gulden) per stuk.  

Gegroeide collectie  

De Van Nellefabriek is van de drie bedreigde Nederlandse erfgoederen de jongste. De UNESCO-status werd in 2014 verworven, waarbij implementatie van de UNESCO-randvoorwaarden en samenwerking tussen Rijksdienst Cultureel Erfgoed, gemeente Rotterdam en eigenaar van het complex een jaar eerder in convenanten was vastgelegd.  

Mede in dat kader ondertekenden de toenmalige eigenaar en de stichting werelderfgoed Van Nellefabriek in 2017 een gedetailleerde schenkingsovereenkomst over de ‘historische erfgoederen van de Van Nellefabriek’. Een collectie die intussen is gegroeid door aankopen en  schenkingen van oud-Van Nellemedewerkers, van bewonderaars van Van Nelle en van nazaten van de familie Van der Leeuw.  

Een paar jaar later kreeg de Belgische projectontwikkelaar Jordi Goetstouwers Ordena, die de hoofdzetel van zijn bedrijven heeft ondergebracht op Malta, het gehele Van Nellecomplex in handen. Sindsdien zijn er problemen van bestuurlijke, organisatorische en financiële aard. Dit wordt geweten aan het optreden van de gemeente, waarbij de stichting buitenspel is komen te staan, de overeengekomen convenanten niet meer worden nageleefd en er ook wordt gedaan alsof er geen subsidies zijn verstrekt.  

Net als Kees van der Leeuw groeide zijn biograaf Kooy (76) op aan de rand van het Land van Hoboken in Rotterdam waardoor een eeuwig durende liefde ontstond met de wederopbouw van de in de oorlog verwoeste stad en de Van Nellefabriek in het bijzonder. De grootvader van Kooy, Bertus Sonneveld, was meer dan dertig jaar directielid van Van Nelle. Mede door die bijzonder band was kleinzoon Kooy de ideale kandidaat om een bezoekerscentrum op te zetten.  

Suggestie van ‘verderfelijke activiteiten’ 

Over inrichting en locatie ontstond echter onenigheid. Ook het verleden van Van Nelle is gevoelig komen te liggen, nu Rotterdam op historisch gebied, in moreel opzicht, ‘schoonschip wil maken’. Hoewel de fabriek ver ná de afschaffing van de slavernij werd opgericht, is er de suggestie dat de rijkdommen verband zouden houden met ‘verderfelijke activiteiten’. Als gevolg van de interne strubbelingen is aan Leonard Kooy en de tientallen vrijwilligers van de stichting zonder enige vooraankondiging de toegang tot het terrein ontzegd.  

Hoe dat gaat aflopen bij Van Nelle in Rotterdam is koffiedik kijken. De Werelderfgoed-status verliezen, zal echter volgens ingewijden niet ‘zomaar’ gebeuren. Noch in Rotterdam door uiteenlopende standpunten; noch in Kinderdijk door torenhoge windturbines; noch op de Waddenzee door boringen naar gas. Wie het echter te bont maakt, moet er rekening mee houden een vermelding te krijgen op de gevreesde rangorde ‘World Heritage in Danger’ van de UNESCO. Een schaamtelijst ter bezinning. Voordat het écht te laat is.  

Theo Jongedijk is journalist.  

Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!