Wilders’ keuzes uit het verleden voeden nog altijd het wantrouwen bij zijn formatiepartners

sneuneuzen
Pieter Omtzigt en Geert Wilders. Beeld: vandaaginside.nl.

De formatie is tot nog toe een ingewikkeld spel van draaien en dolen, toenadering en vervreemding, onderhandelen en afstand nemen. Het wantrouwen regeert. Komt dat ook omdat Geert Wilders in het verleden verkeerde keuzes heeft gemaakt?

Je kunt de verkiezingen winnen.
Decennia van onvrede hadden zich opgehoopt. De coronacrisis, de toeslagenaffaire, de afhandeling van de aardgasschade in Groningen, de stikstofcrisis en de woningnood: het vertrouwen van veel kiezers in de Haagse politiek had zo’n knauw gekregen dat zij klaar waren voor een stem van protest. De oogst van die stem leidde tot 37 zetels bij de laatste Kamerverkiezingen, en daarmee was de PVV ruimschoots de grootste partij en lag het initiatief voor de vorming van een nieuw kabinet bij Wilders.

Knarsende tanden

Je kunt daarna tal van concessies doen.
Wilders trok al zijn onconstitutionele uitspraken en voorstellen in, en die werden door informateur Kim Putters in zeven punten keurig vastgelegd. Wilders zei daarna ook nog dat militaire steun aan Oekraïne toch niet onbespreekbaar is. En hij bracht zelfs het ultieme offer en zag af van het premierschap.

Je kunt je alleen maar constructief opstellen.
Wilders bleek ineens een gematigde man die zich niet alleen maar tegen het establishment afzette, maar bereid was zich week in, week uit, uit te sloven tijdens lange onderhandelingen om er met de anderen uit te komen. Met knarsende tanden zag hij het huidige demissionaire kabinet in de Voorjaarsnota miljarden uitgeven, en dat terwijl het financieel kader voor de komende vier jaar toch al krap was. Er waren knelpunten – met betrekking tot migratie en de landbouw. Maar hij bleef aan tafel zitten, want dat nieuwe kabinet rechts van het midden moet er komen.

En toch krijg je niet wat je wilt.
Wat is het dat het dezer dagen zo moeilijk maakt om dat nieuwe kabinet te formeren? Zijn dat inderdaad die knelpunten en het krappe financiële kader? Internationale verdragen die rigoureuze stappen om de migratie een halt toe te roepen, onmogelijk maken, zeker op overzienbare termijn?

Of speelt er ook nog iets anders – iets van een fundamenteel wantrouwen, ondanks alle concessies en ondanks die constructieve opstelling, jegens Wilders en diens PVV?

Geen LPF-achtige toestanden

Toen Wilders in september 2004 definitief met de VVD brak en een eigen partij ging beginnen, was er één groot schrikbeeld: dat van de Lijst Pim Fortuyn, een fractie vol van grote ego’s en querulanten, die binnen de kortste keren uiteen viel en de erfenis van Fortuyn verkwanselde. Je bent zo sterk als je zwakste schakel, en Wilders wist ook van de (laten we zeggen) onwelwillendheid van de media, die altijd wel een partijlid een microfoon onder de neus zouden weten te duwen en hem/haar de meest rabiate uitspraken zouden weten te ontlokken. En daarom nam Wilders een rigoureus besluit: de PVV, dat was hij. Geen leden, geen congressen, geen ‘LPF-achtige toestanden’.

De tweede keuze was de keuze voor de pragmatiek. Bij de eerste verkiezingen waaraan hij mee deed (die van najaar 2006), koos Wilders, bewoner van een gemeubileerde bankkluis, bewust voor de ene noot op het verkiezingspamflet: de anti-islamnoot. De gedachtevorming over tal van onderwerpen heeft sindsdien zo goed als stilgestaan, laat staan dat er de accolade van een consistent verhaal om een lijstje standpunten is geslagen.

Risico’s

De derde keuze was de keuze voor het choquerende. Als je alleen staat (vanaf september 2004) of een kleine fractie vormt, dreig je in irrelevantie weg te zinken. Geen zendtijd, geen media-aandacht, geen stem in de huiskamer, geen contact met een potentiële achterban. Daarom heb je baat bij de rel. Door je woordkeus (‘kopvoddentaks’), door interrupties (‘doe eens normaal, man!’), door acties (weglopen uit een debat), door een film, door voorstellen die niet met de rechtsstaat stroken, door het diskwalificeren van het parlement als zodanig, van de media, van de rechterlijke macht.

Al die keuzes brengen risico’s met zich mee. Wie aan het hoofd staat van een eenmanspartij, maakt zich kwetsbaar voor het verwijt geen echte democraat te zijn. Wie bij iedere verkiezing hooguit met een lijstje standpunten komt, zonder iets van een onderliggende visie, riskeert de wantrouwige gedachte bij anderen dat je onvoorspelbaar bent, onberekenbaar zelfs.

En wie voor grofheid kiest en voor een positie die zich nadrukkelijk van het ‘kartel’ distantieert, ontkomt niet aan het gevaar dat niemand zich nog met je wil associëren en dat je bij de bemensing van vertegenwoordigende organen, iedere keer weer moet terugvallen op een klein groepje getrouwen van het eerste uur, en voor de rekrutering van frisse aanwas geen pool van politiek talent tot je beschikking hebt.

Geen bereidheid de partij te professionaliseren en te democratiseren, geen bereidheid de populistische stem in te kaderen in een consistent verhaal, geen mogelijkheid om overtuigend personeel te werven – zijn dat de keuzes die Wilders nu uiteindelijk parten spelen, ondanks al die concessies en die professionele houding tijdens de onderhandelingen? Omdat de gesprekspartners – in ieder geval van NSC en VVD – er aan het einde van de dag toch geen vertrouwen in hebben, of ze dat nu oprecht menen of er als argument met de haren bij slepen?

‘Ongepast’

Tekenend was het laatste incident tussen Wilders en de rest. Staatssecretaris Eric van der Burg veroorloofde zich de uitspraak dat het maar goed is dat er geen kabinet Wilders-1 komt. Waarop Wilders als door een adder gebeten op X reageerde met de opmerking: ‘Een uitstekende keuze dat er geen Kabinet Wilders 1 komt? Eng mannetje die van der Burg, tijd dat ie snel opkrast.’

Het is een reactie die zijn achterban van hem verwacht, maar die zijn gesprekspartners weer noopt tot distantie. ‘Ongepast’, zeiden Omtzigt en Yesilgöz. En zo blijft het draaien en dolen, tussen toenadering en vervreemding, onderhandelen en afstand nemen, zonder dat er vooralsnog enig zicht is op een uitweg uit de impasse.

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!