Wie werkende mensen minacht, zal populisme oogsten
Hoeveel burgemeesters weten hoe het is om een eigen zaak te hebben? En om dan misschien failliet te gaan? Om oude klanten niet vast kunnen te houden? Om te zien dat concurrenten het beter doen? Om de ruiten te moeten vervangen wanneer die stuk worden gegooid?
Prachtig: dat we nagaan of er geen discriminatie plaats vindt tegen vrouwen, getinte mensen, moslims en LBGT-medeburgers. Maar in het lokaal bestuur vindt nog steeds een gigantische discriminatie plaats tegen kandidaten met een achtergrond in het midden- en kleinbedrijf. Banketbakker Jan Schaefer, de onvergetelijke wethouder van Amsterdam, was een zeldzame uitzondering (beroemde uitspraak: ‘Is dit beleid of is hierover nagedacht?’).
Waar blijft de gekozen burgemeester?
Opinieonderzoek door Een Vandaag uit 2018 liet zien dat toen al 57 procent van de Nederlanders een gekozen burgemeester wilde. Dat zou de discriminatie van mensen met een zakelijke achtergrond op natuurlijke wijze opheffen. Burgemeesters die om steun en stemmen moeten vragen in de wijken, krijgen een harde en gezonde training in echte democratie.
En missschien doen kandidaten met een achtergrond in het MKB het dan wel beter dan beroeps-politici die hun hele carriere hebben afgestemd op instemming en goedkeuring door steeds dezelfde groep van hoogopgeleide vlotte vergaderaars met een identieke elitaire achtergond.
‘Was Kok maar kok’
De gekozen burgemeester zou een goede stap zijn naar meer onderling vertrouwen en dus naar minder vandalisme. Zo lang de voormalige Groningse landarbeider Fré Meis Kamerlid was, werd in Oude Pekela wel gedemonstreerd, en met reden, want de strokarton ging failliet en de werkloosheid was hoog, maar er werd niet vernield, zoals deze week in zo veel plaatsen.
Ik ging als student een keer mee naar Oost-Groningen om Meis te horen spreken – een lange pelgrimstocht in een doorgeroeste Deux Chevaux met een kapotte ruitenwisser, zodat ik als passagier bij regen aan twee touwen moest trekken om de voorruit druppelvrij te houden.
Van Meis herinner ik me nog dat hij riep: ‘Wim Kok, was die maar kok’ – ook een manier om te zeggen dat Meis meer gemeen had met gewone werkende mensen dan met iemand die na Nyenrode al op z’n 23e ging besturen. En met Schaefer als buurtactivist werd er, meen ik, in Amsterdam wel gedemonstreerd in De Pijp, uit protest tegen plannen om die wijk plat te slaan – maar niet vernield en verbrand.
Bij het vandalisme van deze week ontbraken leiders. Ook daarom was het onnozel van beroepsbestuurder Jorritsma (Eindhoven) om te roepen dat een burgeroorlog dreigde. Wat wel dreigt is een land waar de elite niet meer geloofwaardig is voor een deel van de bevolking.
Voorbeelden genoeg uit andere landen: in 2018-19 wilde de Franse president Macron laten zien, hoezeer het klimaat hem ter harte ging. De belasting op diesel ging omhoog, geen probleem voor de Parijse elite, maar wel voor de ‘gilets jaunes’ in de provincie met minder openbaar vervoer. In Australie won in 2019 de conservatieve partij verrassend van de linkse milieuactivisten in de grote steden, uit protest tegen extreme milieuplannen.
De opstand van de werkende mensen
Michael Lind schrijft: ‘Kiezers die [in Frankrijk, Australie of de VS] steun geven aan een populistische kandidaat worden gezien als onnozele sukkels die zich makkelijk laten manipuleren door buitenlandse propaganda of binnenlandse demagogie. En, nog gevaarlijker: de elites in Amerika en Europa zien populisme als een irrationele impuls van mislukte mensen en vinden het daarom niet nodig om aandacht te geven aan de specifieke klachten van die kiezers’ (Michael Lind, The New Class War, Saving democracy from the managerial elite, p. 91).
Lind concludeert: ‘Werkende mensen in de Westerse democratieën komen in opstand tegen hun arrogante en bemoeizieke elite-bestuurders.’ Dat heeft economische oorzaken, maar er is ook een culturele kloof. Als de elite een dictaat afkondigt dat ‘moorkop’ en Zwarte Piet niet meer mogen, moeten alle onderdanen onmiddellijk meegaan op straffe van te worden ingedeeld bij de onbehouwen, racistische en Islam-hatende aanhangers van Wilders. Intussen blijft de Coentunnel wel de Coentunnel ter ere van de massamoordenaar van de Molukken. Wie dat snapt, mag het zeggen.
Voorop in Europa, voorop met het klimaat
Wie de kiezers minacht zal populisme oogsten. Die trend is al veel langer zichtbaar. In 2005 stemden de Nederlandse (en Franse) kiezers tegen een uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Unie. De elite wist zeker dat de kiezers zich hadden vergist en drukte dus alle afgestemde maatregelen in een iets andere vorm dóór in het verdrag van Lissabon.
Meer recent heeft de Nederlandse elite besloten dat Nederland voorop moet lopen in het klimaatdebat. De kiezers verdenken de elite ervan dat er geen analyse van kosten en baten is gemaakt, en dat de kosten leugenachtig worden onderschat. Zo smelt niet alleen het ijs van Groenland maar – nog gevaarlijker – het vertrouwen in de overheid.
Hans Wiegel, zelf zó gehaast om tot de elite toe te treden dat hij zijn studie niet kon afmaken, maar met een heel goede populistische reukzin, sprak graag over ‘de mensen in het land’. Als het vandalisme van deze week bij de elite een alarmbel doet afgaan, is dat misschien genoeg om na de al aangenomen correctie in de grondwet nu definitief over te stappen op de gekozen burgemeester. Lang niet genoeg om de kloof te dichten tussen de elite en de burgers, die dan tenminste zelf hun burgervader mogen beproeven en selecteren, maar een eerste voor de hand liggende stap naar meer respect voor ‘de mensen in het land’.