Wie is toch die pseudoregering die Nederlandse ‘goede doelen’ en de cultuursector verslaafd maakt aan loterijgeld?
Gokken is geld verliezen. Een gemiddeld Nederlands gokkersaccount verliest 143 euro per maand, zo bleek eerder dit jaar uit cijfers van de toezichthouder op kansspelen. Dat geld verdwijnt in de zakken van de uitbater van de goksite, het casino of de loterij. De grootste uitbaters in Nederland zijn staatsbedrijf Holland Casino én een particuliere onderneming die op een geraffineerde en uiterst succesvolle manier gokken, geld en goede doelen met elkaar heeft verweven. De Nationale Postcodeloterij.
De inkomsten van Holland Casino waren vorig jaar 754 miljoen euro, die van de Postcodeloterij en de gelieerde Vriendenloterij 1.126 miljoen. Wie in het casino speelt, spekt de staatskas. Wie in de Postcodeloterij speelt, spekt de Nederlandse particuliere eigenaar, Novamedia.
Politieke bondgenoten
Loterijen werken met een vergunning, dus zijn politieke bondgenoten onontbeerlijk. Door de jaren heen heeft Novamedia zich steeds verzekerd van politieke steun. Voorzitter van de commissarissen is nu bijvoorbeeld Gerdi Verbeet, oud-Tweede Kamervoorzitter en PvdA-Kamerlid. Pieter van Geel (CDA) zit in het bestuur van de stichting die de continuïteit en onafhankelijkheid van Novamedia regelt.
Bij politieke vergunningen passen geen interne controverses. Maar ze zijn er wel. Vorig jaar was er nog een knallend conflict tussen Novamedia en een van zijn oprichters, Boudewijn Poelmann. Hij zou met zijn aandelenpakket de besluitvorming blokkeren. Voordat de zaak in de rechtszaal kwam, werd er een compromis gesloten, dat Poelmann nog steeds invloed geeft.
Wie meespeelt in de Postcodeloterij is koopman en dominee ineen. De kans op eigen gewin én charitas: van A (stichting AAP) tot Z (de Zonnebloem).
De Postcodeloterij-marketing is gewiekst en speelt in op de angst om er niet bij te zijn als de straatprijs valt. De (gratis?) aandacht op tv versterkt de verkoop. Massa is kassa. De Postcode Lottery Group van Novamedia bundelt loterijen in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zweden. De groep prijst zichzelf als de op twee na grootste goededoelenorganisatie ter wereld. Alleen de Bill & Melinda Gates Foundation (van de Microsoft-oprichter) en de Britse Wellcome Trust zijn groter.
Kanttekeningen
Zoals meer Nederlandse multinationals heeft Novamedia zijn dominante positie op de jarenlang afgeschermde Nederlandse markt gebruikt om te expanderen in het buitenland. Vorig jaar spendeerde men 854 miljoen euro aan goede doelen.
Goed dat er nog organisaties zijn die omkijken naar goede doelen die altijd geld kunnen gebruiken, zegt u misschien. Is daar iets mis mee?
Op zichzelf niet. Maar er zijn aan de hand van drie voorbeelden wel een paar kanttekeningen te plaatsen.
Pseudoregering
De loterijen onder de Postcodeparaplu gedragen zich als een pseudoregering. Regering omdat zij hetzelfde doen als de overheid: cultuurpolitiek, economische industriepolitiek en opkomen voor nationale eer en glorie. Pseudo omdat deze ‘regering’ geen democratische legitimatie heeft.
Allereerst: de cultuurpolitiek. De giften zijn volks, zoals geld voor jeugdopleidingen van betaald voetbalclubs. De giften zijn ook activistisch, met klimaatactivisten Urgenda, Natuur & Milieu en Greenpeace als ontvangers.
De grootste bedragen, 13,5 miljoen euro of meer, gaan naar grote clubs, zoals Natuurmonumenten, Oxfam Novib en Unicef. Nog hogere giften gaan naar ‘koninklijke’ fondsen, zoals het Oranje Fonds en het Prins Bernhardfonds. En daar komt de maatschappelijke en politieke beïnvloeding om de hoek kijken.
Afhankelijkheid van loterijgeld neemt toe
In veel van deze fondsen, maar ook in grote musea, zitten oud-politici of vooraanstaande mensen uit het maatschappelijk middenveld in de raden van toezicht. Zij hebben zich afhankelijk gemaakt van loterijgeld. Daardoor zijn zij in voorkomende gevallen een sterke lobby pro Postcodeloterij, zoals ruim tien jaar geleden toen het kabinet de gokmarkt wilde liberaliseren. Dat kwam er, maar in een slakkengang.
De afhankelijkheid van loterijgeld gaat verder toenemen. Uit een onthullend artikel in NRC bleek vorige maand dat fondsen die kunst en cultuur steunen substantiële beleggingsverliezen hebben geleden vorig jaar. Prins Bernhard Cultuurfonds: minus 50 miljoen euro. Rijksmuseum Fonds: minus 4 miljoen. Vereniging Rembrandt: minus 6 miljoen. Dat geld is niet zomaar terugverdiend.
Investeren met de overheid
Tweede voorbeeld van pseudo-regeren: industriepolitiek. De laatste kabinetten Rutte stimuleerden met aparte investeringsfondsen de economie van de toekomst. Invest-NL is zo’n fonds. En daar komen de loterijen ook om de hoek kijken. De Nationale Postcodeloterij financiert, in 2022 met 18 miljoen euro, de stichting Doen. Deze stichting, die gelieerd is aan de loterij, is een extra instrument om groene doelen en burgerinitiatieven te sponsoren.
Stichting Doen heeft ook een eigen investeringsafdeling: Doen Participaties. Doen participeert bijvoorbeeld in de Fairphone, een duurzame mobiele telefoon, en in Leyden Jar, een innovatieve batterijmaker. Wie is in beide een mede-investeerder? De overheid via Invest-NL. De loterij en de overheid hebben een gedeeld financieel belang.
Derde voorbeeld: nationale eer en roem bevorderen. Dat zijn bij uitstek doelstellingen die je met de overheid associeert. Ook daar werpen de loterijen zich op als onmisbare partner. Neem de aankoop vorig jaar van de Vaandeldrager, een schilderij van Rembrandt dat eeuwen in bezit was van de familie Rothschild. Prijskaartje: 150 miljoen euro.
Het geld kwam van de Vereniging Rembrandt, het Rijksmuseum Fonds en de Nederlandse overheid (het leeuwendeel). Er volgden vragen in de Tweede Kamer. Er was een debat. De naam Vriendenloterij viel niet. Maar als de koop eenmaal is gesloten en de Vaandeldrager een triomftocht langs de provincies maakt, wie komt er om de hoek kijken? De Vriendenloterij.
Goddank zijn er de gokkers
Hoeveel de loterij heeft bijgedragen is onduidelijk. Maar opeens is er naamsvermelding in het persbericht over de aankoop. Een foto van de ‘onthulling’ van het schilderij staat prominent voorop het jaarverslag van de Vriendenloterij en de Postcodeloterij.
De loterij als redder in geldnood? Dat kan best vaker aan de orde komen. In de kunst- en cultuurwereld valt het herstel van de eigen inkomsten na corona tegen. Voor de overheid, een grote geldgever, stijgen bezuinigingen op de prioriteitenlijst. En de cultuurfondsen moeten geld sparen na hun beleggingsverliezen. Goddank zijn er nog de gokkers. Geld mag dan het ‘slijk der aarde’ zijn, maar het chequeboek van de Postcode- en Vriendenloterij is altijd welkom.
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!