Wie bevrijdt ons van de gedragsdominees?
‘Nederland is een levend lab met data waarmee de levensstijl van mensen te sturen is’. Die kop komt niet van een complotsite, maar stond onlangs boven een NRC-artikel over een onderzoek waarbij vijf jaar lang data worden verzameld om de oorzaken achter een ‘verkeerde levensstijl’ te onderzoeken. Zoals genetische factoren, ‘sociaal-culturele normen’ en de fysieke omgeving, waaronder een hoge ‘fastfooddichtheid’ en te veel ‘drivability’, ofwel gebieden waar ‘je de auto in wordt geduwd’, wat diabetes zou veroorzaken. Het doel van het onderzoek is ‘munitie’ verzamelen voor beleidsmakers om gericht in te grijpen voor succesvolle gedragsverandering.
In zijn boek De gezagscrisis beschrijft filosoof Ad Verbrugge hoe er na de ‘bevrijding’ van het individu in de jaren zestig een nieuwe zakelijke orde kwam: een optimale inrichting van economie, samenleving en wereld, geleid door ‘systeembouwers’ als bedrijfskundigen en andere ‘deskundigen’. Hij vertelt ook over de grenzen van die ‘maakbaarheid’: ‘De kredietcrisis van 2008 toonde de grenzen van financiële deskundigheid, religieus-extremistische terroristische aanslagen ondermijnden de seculariseringsthese van vele sociologen, en de coronacrisis liet zien dat de medische wetenschap maatschappelijke vraagstukken niet kan vervangen,’ zegt hij in HP/De Tijd.
De mens is het mikpunt geworden
De systeembouwers van de jaren twintig zijn de gedragsdeskundigen. Je zou ze dominees kunnen noemen, want zij weten beter wat goed is voor ons. Of het nu gaat om klimaatzorgen of corona: de oplossing ligt in gedragssturing. Zijn we onvoldoende gezond? Verban alcohol uit sportkantines, reguleer taartjes trakteren op het werk en verbied sigarettenverkoop in supermarkten. Corona? Start een gedragsunit die uitzoekt hoe je met psychologische oorlogsvoering ervoor zorgt dat mensen de maatregelen opvolgen. Klimaat? Hetzelfde verhaal. Dierenleed? Verwijder paarden uit draaimolens om een ‘verkeerd’ beeld van dieren te voorkomen.
‘Alles is gedrag’ luidt een van de hoofdstukken van mijn boek De maakbare mens dat in mei 2023 verscheen. Daarin beschrijf ik hoe de maakbare samenleving naar binnen is gericht: de mens is het mikpunt van de maakbare samenleving geworden. De risicoloze utopie – lees: de digitale, ‘duurzame’ en diverse samenleving waarin gezondheid, gemak en veiligheid goden zijn – is binnen handbereik via goed gedrag van de burger. Dat gaat gepaard met bemoeizucht en betutteling, maar ook met vingerwijzen naar verkeerd gedrag. Het bovenstaande data-onderzoek richt zijn pijlen weliswaar op omgevingsfactoren, maar gedragsverandering blijft het vanzelfsprekende vertrekpunt. Gedragssturing is genormaliseerd.
Net als eerdere ‘systeembouwers’ kampen de gedragsdominees met grenzen. De transitie naar een duurzame, diverse, digitale samenleving staat bol van de paradoxen die haaks staan op de basisbeloften van de maakbare samenleving: gezondheid, veiligheid en uiteraard gemak. Duurzaamheid is niet gezond, denk aan massale bomenkap en diersterfte door groene maatregelen. Diversiteit van opvattingen of minderheden die niet in een hokje te duwen zijn, zorgen voor groot ongemak. Digitalisering wordt opgedrongen maar is getuige ‘de hetze’ tegen sociale media ook al niet ‘veilig’, en al zeker niet altijd gemakkelijk.
Een van de grootste risico’s van de alom aanwezige nadruk op goed gedrag – ik kan daar elke dag een nieuw voorbeeld van geven – is uniformiteit. En daarmee een hoge intolerantie voor alles wat afwijkt. Beïnvloeding brengt niet alleen betutteling, bemoeizucht en – niet onbelangrijk – meer belastingen, maar ook blikvernauwing en buitensluiting van tegengeluiden.
Intolerantie voor de risico’s van het leven is de rode draad door de maakbare samenleving. Elke onvolkomenheid moet worden voorkomen via meer maatregelen, het liefst automatisch geregeld via algoritmes of AI. In gezondheidszorg ligt de nadruk op preventie via leefstijlinterventies, veiligheid draait om nul risico’s. Zero tolerantie geldt ook voor verkeerde meningen, bijvoorbeeld in de cancelcultuur waarin mensen worden uitgewist. Of in de strijd tegen desinformatie waarbij verkeerde meningen moeten worden voorkomen door het preventief verwijderen van onwelgevallige opinies.
Tussen de regels door schets ik ook een portret van de maakbare mens. De modelburger komt er niet goed af. Hij/zij/X is gemakzuchtig, kortzichtig, kleinzerig en vooral onverdraagzaam. Voor andere opvattingen en levensstijlen, maar ook voor ‘klein leed’ zoals rook op een schilderij of ‘te veel’ blanken in een historische film.
Alles moet ‘mathematisch’ worden opgelost
Bleef het maar bij wat ‘wokeness’ of steeds absurdere betutteladviezen. Maar de maakbaarheidsmanie zit in alle haarvaten van de samenleving. De natuur is maakbaar, gevoelens en gedachten ook. Consensus en conformisme beheersen de wereld van media en politiek. De modelburger leeft in een modellenmaatschappij waarin elk probleem ‘mathematisch’ opgelost moet worden. Alles wat niet in modellen of metingen te vatten is, bestaat niet. De modelburger zelf lijkt op een oersaaie robot die regels uitvoert. Hij is gezond en veilig, spuwt de juiste meningen eruit, maar zijn menselijke gelaagdheid is zoek.
God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland. Misschien zijn we hier vatbaarder voor de illusie dat het creëren van de ideale mens en maatschappij via technologische en psychologische ingrepen een optie is. Maar ik ken ook de liberale, zelfs antiautoritaire kant van Nederland. Helaas is de liberale gedachte dat iedereen vrij is om te doen en laten wat hij wil zolang het anderen niet direct schaadt, al een tijdje losgelaten. Bij het antirookbeleid viel het mij voor het eerst op dat het beleid niet is gericht op het voorkomen van gezondheidsschade bij anderen, maar op het uitroeien van de laatste rokers. Tijdens de zware ziekte van mijn vrijheidslievende vader zag ik de schaduwkanten van protocollengeneeskunde. Eerder merkte ik al dat de academische wereld evenmin vrij is van ‘kuddegedrag’.
Dat de illusie van maakbaarheid totalitair is werd duidelijk in coronatijd. Vragen stellen was verdacht, zelf nadenken niet gewenst, volgzaamheid de norm. Het virus moest ten koste van menselijkheid worden verslagen. De dreiging van een digitale dystopie werd reëel. Digitale controle is sindsdien in een stroomversnelling geraakt. De coronapas werd een internationaal vaccinatiepaspoort. Nu hangen de Europese digitale identiteit, de digitale euro en toezichtdrones boven onze hoofden. Zelfs in de supermarkt of in de auto is digitale controle normaal.
Denken dat alles maakbaar is, is geloven in een schijnwerkelijkheid. Een geloof dat mensen vaker met dwang en drang reduceert tot middelen. Het maakbaarheidsproject staat haaks op vrijheid en is een fundamentalistische ontkenning van leed en leven in zijn verschillende facetten. Het onbehagen over opgedrongen volmaaktheid borrelt ook op. Het verlies van vrijheid, vertrouwen en verbeelding wordt breed gevoeld, merkte ik aan de reacties op mijn boek. Daarin bevragen diverse denkers vastgeroeste dogma’s. Tegelijk met De maakbare mens verschenen andere boeken die de controlestaat bekritiseren, zoals De integrale staat van Paul Frissen. Desondanks draait de maakbaarheidsindustrie automatisch door.
Onze tijd is hysterisch
De maakbare samenleving lijkt op een gevangenis waarin elke stap voortdurend wordt gemonitord, terwijl je bij echte nood op jezelf bent aangewezen. ‘De overheid controleert niet wat het moet controleren, maar wat het kan controleren’, zei mentaliteitshistoricus Henri Beunders tegen mij. Hij typeert onze tijd terecht als hysterisch.
Gelukkig zijn er ook tegengeluiden en weten we dat de geschiedenis golfbewegingen kent. En dus is er ook de hoop dat het maakbaarheidsgeloof ooit verdwijnt. Nu maar hopen dat de klepel dan niet opnieuw doorslaat.
Van historica en journaliste Bina Ayar verscheen in 2023 bij Uitgeverij Blauwburgwal het boek ‘De Maakbare Mens’.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!