Wat is erger in Nederland: etnisch profileren of etnisch geweld?

pliesie
In Spijkenisse werd een blanke jongen mishandeld door een groepje donkere leeftijdsgenoten. In media en politiek was er meer aandacht voor appjes bij de politie dan voor de ernstige mishandeling.

De Nederlandse politie zou structureel etnisch profileren en discrimineren richting etnische minderheden. Tenminste, dat stelde actiegroep Control Alt Delete op 24 november 2021 in een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer met in hun kielzog politieke partijen als DENK en BIJ1. Sommige media presenteren gebeurtenissen als het staande houden van rapper Typhoon als het zoveelste bewijs dat Nederland ‘institutioneel racistisch’ is.

Wat klopt er van dit beeld?

Agenten appen over een mishandeling

Op 21 januari 2019 circuleerde op internet een video van een ernstige mishandeling in Spijkenisse van één blanke tienerjongen door een grote groep jongeren met een donkere huidskleur. In een besloten app-groep stuurden agenten elkaar het filmpje door. ‘Dit is bij mij in de wijk’, schrijft een agent. Hij krijgt van zijn collega’s reacties als ‘Ja, kut volk’ en ‘pauper allochtonen’. En agent van Marokkaanse afkomst las de apps en kaartte ze aan bij zijn leidinggevende. De zaak werd intern besproken bij de politie en na excuses met een waarschuwing afgedaan. De app-groep werd opgeheven.

De strafvervolging van de daders van de mishandeling van de 14-jarige jongen in Spijkenisse kreeg alleen lokaal media-aandacht, sommige daders kregen een paar dagen politiebescherming vanwege de grote verontwaardiging op internet. De appjes van de politieagenten – werkzaam in Rotterdam in het gebied Delfshaven – hielden de gemoederen in media en politiek veel langer bezig.

Politiecoach en lid van de ‘diversiteitsraad’ van de Nationale Politie Carel Boers kreeg intern te horen over de appgroep (waarin een aantal jeugdagenten zaten). Boers schreef in 2019 in een boze brief aan Nationaal Korpschef Erik Akerboom dat binnen de politie ‘blanke, oudere heteromannen’ de norm bepalen en dat deze norm ‘iedereen die diverser, wijzer en intelligenter is dan de zittende top systematisch beschadigd’. Politie Rotterdam onderzoekt racisme in appgroep agenten schreef NRC vervolgens op 30 juni 2020, daarbij politiecoach Carel Boers als klokkenluider opvoerend.

DENK en Nida willen Aboutaleb weg

Dionne Abdoelhafiezkhan van actiegroep Control Alt Delete publiceerde op 19 september 2020 samen met antidiscriminatiebureau RADAR een open brief in het Algemeen Dagblad Zet jeugdagenten op non-actief en start onafhankelijk onderzoek naar de misstanden. Onder druk van alle ophef over de ‘misstanden’ met de jeugdagenten in Spijkenisse kwam er een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie naar de app-groep en zaten de jeugdagenten tijdelijk thuis.

Het OM oordeelde dat uitingen in besloten apps niet strafbaar zijn. De agenten kregen schriftelijke berispingen van de korpsleiding. Korpschef Fred Westerbeke noemde hen ‘goede dienders’ die ‘spijt hadden betuigd’. Onrust en verbijstering binnen politie na milde sanctie tegen racisme meldde NRC vervolgens op 11 maart 2021. De Rotterdamse afdeling van BIJ1 organiseerde een demonstratie bij het politiebureau Marconistraat in Rotterdam om het ontslag te eisen van de agenten.

De politieke partij DENK diende samen met NIDA in de gemeenteraad van Rotterdam een afkeuringsmotie in tegen burgemeester Ahmed Aboutaleb en politiechef Fred Westerbeke. Nu gaat de gemeenteraad niet over de positie van de korpschef en al helemaal niet over het ontslaan van politieagenten. Hun werkgever is de Nationale Politie, die geheel volgens de wet de mogelijke berisping van de agenten eerst had voorgelegd aan de onafhankelijke commissie AGFA waarvan oud-PvdA leider Job Cohen voorzitter is.

Woorden erger dan daden?

De saga in Spijkenisse begon in 2019 met een ernstige mishandeling, maar de jaren erna ging het vooral over de apps. Woorden zijn, conform het woke-denken, erger dan daden. Eén van de jeugdagenten had geappt dat ‘die k-lijers nooit gecorrigeerd worden, niet door hun ouders, niet door de wijk en niet door justitie’.

Stel dat deze jeugdagent had geappt in het jargon dat NRC journalisten gewend zijn tot zich te nemen via beleidsrapporten en Kamerbrieven: ‘Door gebrek aan ouderlijk toezicht, groepsgedrag en etnische spanningen zien wij bovengemiddeld vaak incidenten op scholen met jongeren onderling, waarbij een etnische component een rol speelt en ouderlijk toezicht suboptimaal is’. Zelfde boodschap, andere woorden. Had NRC het dan als groot nieuws gebracht? Hadden DENK, NIDA en BIJ1 – in plaats van campagne voeren tegen Aboutaleb – dan het probleem van (gewapende) agressie en etnische spanningen rond scholen aangekaart?

Etnisch profileren

In de zomer van 2016 hield de politie in Amsterdam bij een controle de auto van rapper Typhoon (Glenn de Randamie) staande, met de verklaring dat de combinatie van zijn huidskleur en de auto reden waren voor de controle. Typhoon zette het voorval op sociale media en was op 13 december 2016 te gast bij televisieprogramma De Wereld Draait Door. ‘Een van de grootste problemen is de bejegening,’ zei hij. Het gevoel er uit gepikt te worden vanwege je huidskleur is immers grievend.

Matthijs van Nieuwkerk liet beelden zien van bekende gekleurde Nederlanders die ooit staande waren gehouden, waaronder rapper Boef (die kan bogen op diverse veroordelingen). De kijker kreeg van BNNVARA de boodschap mee: er is een enorm probleem bij de politie. DWDD prees ook een app aan, gemaakt door Control Alt Delete, om gevallen van etnisch profileren te registreren.

Profileren als vak

‘Profileren is de kern van het politievak’. Deze uitspraak van nationaal korpschef Eric Akerboom kwam langs in een debat over etnisch profileren van 25 oktober 2016 dat te zien is op het YouTube kanaal van de Politieacademie. Het debat ademde sterk de sfeer uit van ‘de politie moet boete doen’.

Ex-PvdA politica Fatima Elatik, aanwezig in haar rol als ‘adviseur diversiteit’, sprak over uitsluitingsstructuren (‘als je een kleurtje hebt duurt het 20 jaar om hogerop te komen bij de politie’) en zei dat de remedie tegen etnisch profileren was om agenten ‘te raken in hun professionele eer’.

Jaïr Schalkwijk van Control Alt Delete noemde zijn actiegroep een ‘partner’ van de politie en wilde samen met de politie komen tot ‘een gedeelde definitie van etnisch profileren’. Control Alt Delete is onderdeel van IZI Solutions waar Celim Yilmaz, voorheen van de politieke partij NIDA in Den Haag, partner is. IZI Solutions geeft onder meer ‘diversiteitscursussen’ bij overheidsorganisaties.

Antropoloog Sinan Çankaya ziet etnisch profileren als structureel: hij zei in het debat dat migranten zich niet erkend voelen en is voorstander van het registreren van etnisch profileren. Website De Correspondent tekende op 6 april 2016 uit de mond van Çankaya op: ‘Waar kleur en klasse elkaar snijden, treft proactief politiewerk vooral gemarginaliseerde mannelijke migranten’. Çankaya redeneert hier intersectioneel volgens het boekje, zoals geïmporteerd uit de Verenigde Staten.

Boeven vangen

Een dieper inzicht kwam van Wouter Landman, medeauteur van het rapport Boeven Vangen. Een onderzoek naar proactief politieoptreden uit 2016. Landman beschrijft dat politieoptreden steeds vaker gericht is op preventie en surveillance (zoals de ‘Patseraanpak’). De politie houdt daarom steeds vaker mensen staande. Zoals Akerboom aangaf gaat dat op basis van profielen waarbij geslacht, leeftijd, locatie, het type auto en vermoedens van agenten meewegen.

Het uitoefenen van hun power of suspicion leren politieagenten, zegt Landman, naar eigen zeggen vooral in de praktijk, door ervaringskennis te verwerven. ‘Wij kijken met een politiebril. We lezen de straat. Dat leer je door te doen… Hoe? Dat is lastig onder woorden te brengen.’ De politieagenten die Landman sprak duidden ‘oninteressante’ auto’s vaak als een ‘fatsoenlijke auto’ van een ‘nette burger’ of ‘Jan Modaal’. ‘Die trek je niet na’, aldus een politieagent.

Etnisch profileren in Nederland: wat weten we echt?

In jaargang 2014 van het Tijdschrift voor de Politie schreven hoogleraar Criminologie Joanne van der Leun en universitair hoofddocent Straf- en Strafprocesrecht Maartje van der Woude van de Universiteit Leiden dat bestaand onderzoek geen stellige conclusies over de mate van etnisch profileren door de politie rechtvaardigt. Het is volgens de onderzoekers wél een belangrijk thema, omdat etnisch profileren kan voortkomen uit onbewuste stereotypes die ontstaan door het overschatten van negatieve gedragingen onder personen met een migrantenachtergrond.

Van der Woude en Van der Leun noemen dit het benchmarkprobleem: hoeveel meer kans in welke situatie is er dat één bepaalde groep meer kans vertoond op crimineel gedrag? Dat hangt van zoveel factoren af (locatie, gedrag, omstandigheden, leeftijd, geslacht) dat een politieagenten het onmogelijk voor elke situatie kan weten. Politieagenten gebruiken daarom ter plekke discretionaire beslissingsruimte. In het geval van het aanhouden van voertuigen zijn dat vaak persoonskenmerken (waaronder huidskleur), de omstandigheden van de situatie en het gedrag van de bestuurder. En of het voertuig is gehuurd, op naam staat van bekenden van de politie of opvalt in een bepaalde buurt.

Bestaand onderzoek wijst niet uit dat etnisch profileren door politieagenten structureel is. Toch is die claim is inmiddels zo vaak herhaald – in de media en in publieke debatten met de politie – dat hij al deels beleidswerkelijkheid is. Peter Slort was vanaf 2016 enkele jaren portefeuillehouder Diversiteit bij de Nationale Politie en stelde vast: ‘(Vooral) jongeren met een migratieachtergrond ervaren dit. Hun beeld is: de politie is onze vijand.’ De lived experience, van een kleine groep jonge mannen uit een paar minderheidsgroepen in een paar wijken in grote steden krijgt zo grote invloed op het beleid.

Politie als instituut

In veel onderzoeken over etnisch profileren krijgen de percepties, overwegingen en visie van de politieagenten weinig aandacht. Nationale Ombudsman gaat in zijn rapport uit maart 2021 Verkleurde beelden. Hoe moet de overheid omgaan met klachten over etnisch profileren? wél uitgebreid in op de perspectieven van politieagenten.

De Ombudsman schrijft dat agenten aangeven dat de manier waarop in de media, de politiek en de top van de organisaties over dit onderwerp gesproken wordt, vaak niet overeenkomt met de werkelijkheid op de werkvloer. Zowel burgers als de eigen organisatie, media en politici zeggen – in de beleving van sommige agenten – te makkelijk dat er etnisch geprofileerd wordt. Dat leidt tot irritaties en vermoeidheid bij agenten.

Van agenten verwachten politici, media en ook hun eigen bazen perfect gedrag. De door activisten en politieke partijen tot kwetsbaar bestempelde groep kent die terughoudendheid zeker niet altijd. Sommige arrestanten beschuldigen standaard agenten van racisme en etnisch profileren, ook in situaties waarin overduidelijk de wet is overtreden.

Agenten spraken tegen de Ombudsman over ‘omgekeerd etnisch profileren’, de continue beschuldiging dat ‘blanke agenten’ discrimineren. Proces verbalen opgetekend door agenten vermelden ‘zuigend, onbeschoft, zeer direct verbaal en agressief’ gedrag van sommige burgers die ze staande houden.

De Nationale Ombudsman beschrijft het spanningsveld als volgt: ‘’Sommige ambtenaren verwijzen elke beschuldiging van etnisch profileren naar de prullenmand onder het mom van ‘het trekken van de discriminatiekaart’. En bij sommige burgers kan de overheid het toch al niet meer goed doen.”

Preventief fouilleren samen met burgerwaarnemers

Wapenbezit onder jongeren (slagwapens, steekwapens, schietwapens) is een bekend probleem in de grote steden. Het ministerie van Justitie en de Nationale Politie zagen preventief fouilleren als een mogelijk effectieve aanpak. Amsterdam kondigde in 2021 aan in vijf kwetsbare wijken een proef uit te voeren.

Vooraf was de proef al omstreden. Voorzitter Dagmar Oudshoorn van Amnesty International (zelf werkzaam geweest bij de politie en tevens voorzitter van de ‘Dialooggroep Slavernijverleden’ waarin ook Typhoon zit) had grote zorgen. Lokale partijen als BIJ1 uiten in de gemeenteraad bezwaren.

Burgemeester Halsema ging dan ook omzichtig te werk, want ze moet schipperen tussen BIJ1 – waar ze politiek gesproken wel eens tegenaan kruipt -, de politie en het OM – waar ze mee moet samenwerken – en haar eigen gekleurde politieke imago na de BlackLivesMatter-demonstratie van 1 juni 2020 waar ze aan deelnam.

Burgers controleren de politie

De oplossing was dat ‘burgerwaarnemers’ het optreden van de politie zouden gaan controleren. De Politievakbond zag dit totaal niet zitten maar het gebeurde toch. Het leidde tot komische taferelen waarbij burgerwaarnemers meekeken hoe politieagenten burgers observeerden en fouilleerden.

NRC berichtte op 25 november 2021 (‘Bescheiden opbrengst bij proef met preventief fouilleren in Amsterdam) dat de politie bij de proef relatief weinig wapens had gevonden maar dat de bewoners van de vijf wijken (waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen) in meerderheid positief oordeelden over de proef.

De burgerwaarnemers zagen geen gevallen van etnisch profileren. Halsema wilde de proef dan ook gaan voortzetten. Control Alt Delete was vooraf al mordicus tegen de pilot en beklaagde zich achteraf dat er verhoudingsgewijs meer jonge mannen waren gefouilleerd terwijl de bedoeling was ‘elke vijfde burger’ staande te houden. Kortom: elke rationale vorm van profilering is volgens deze actiegroep een probleem.

Gaat er bij de politie nooit iets mis?

Zoals vrijwel alle organisaties is ook de politie meestal niet blij met interne of externe kritiek. Een Haagse teamleider die discriminatie in het Haagse korps aan de orde stelde (ze beweerde dat een groep agenten zich ‘Marokkanenverdelgers’ noemde, waarvoor overigens nooit bewijs is gevonden) verliet de organisatie na meningsverschillen en tegenwerking. Toen VN-rapporteur Nils Melzer voorafgaand aan een bezoek aan Nederland buitengewoon hard oordeelde over politieoptreden tijdens demonstraties tegen corona-maatregelen reageerden politiewoordvoerders en -vakbonden woedend en eisten ze dat Melzer zich terug zou trekken.

Boosheid over interne politiediscussies

Op 11 juni 2016 berichtte NRC Zo praat de politie over Typhoon (onder elkaar) over discussies op de interne website van de politie na de zaak-Typhoon. Tot ontsteltenis van NRC-journalisten Andreas Couwenhoven en Thomas Rueb bleek dat de politieagenten de zaken heel anders zagen dan de tafel van DWDD. De meerderheid van de politieagenten verdedigde de controle van Typhoon als geoorloofd en volstrekt normaal, gezien het beleid van preventief optreden. Dat de politietop excuses ging aanbieden voelde als ‘een trap na’.

Hoe reageerde de politietop op de interne discussie? ‘Agenten die zich opgepast hebben uitgelaten, krijgen een gesprek met hun leidinggevende of hebben dat al gehad’.

Kortom: agenten hebben al een beroep met veel stress en fysiek gevaar, moeten naar buiten toe schuld belijden voor incidenten die oproer in de media veroorzaken, mogen intern van hun baas geen mening uiten over deze incidenten en moeten zich door ingehuurde adviseurs en diversiteitsondernemers als Fatima Elatik, Carel Boers en Control Alt Delete laten vertellen hoe te werken. En dat in een situatie van structurele onderbezetting en weinig politieke bereidheid om meer geld uit te trekken voor de politie. Zou dat één van de redenen kunnen zijn dat minder mensen bij de politie willen werken?

Sinan Çankaya wees op de ervaren discriminatie onder jongeren met een migratieachtergrond. Het Sociaal Cultureel Planbureau onderzoekt dit regelmatig: in het rapport Ervaren discriminatie in Nederland II uit 2020 schrijft het SCP dat het percentage respondenten dat zegt ‘veel discriminatie’ te ervaren in Nederland hoog is onder Marokkanen en Antillianen, maar het hoogst is onder MOE-ers (mensen met een migratieachtergrond vanuit Midden- en Oost-Europa) die doorgaans geen andere huidskleur hebben dan de meerderheid van Nederland. Het SCP keek ook naar welke discriminatie-ervaringen Nederlanders het vaakst meemaakten: dat waren discriminatie op leeftijd en op geslacht.

CBS cijfers tonen vertrouwen in de politie

Op Joop.nl schreef Jaïr Schalwijk op 21 september 2017 dat veel etnische minderheden de politie geheel niet vertrouwen: ‘Extreem laag vertrouwen van moslims in de politie moet reden zijn voor directe actie’ en verwijst daarbij onder andere naar het CBS.

De data op Statline, de online databank van het CBS, bij het onderdeel Vertrouwen in mensen en in organisaties wijzen juist uit dat niet-westerse minderheden de politie in redelijk hoge mate vertrouwen: meer dan 70 procent in 2020, slecht iets lager dan het vertrouwen dat Nederlanders zonder migratieachtergrond hebben in de politie. Ter vergelijking: het vertrouwen in de media lag onder niet-etnische minderheden met amper 40 procent in 2020 stukken lager dan het vertrouwen in de politie.

Brede problemen, selectieve verontwaardiging 

Landman spreekt in Boeven Vangen over ‘toenemende migratie en de toenemende vervlechting van criminaliteit en migratie’. En dat de ‘allang bestaande differentiatie op basis van uiterlijk vertoon steeds nadrukkelijker een etnische oriëntatie heeft gekregen.’ Landman stelt ook vast dat de politiek via de politie inzet op meer preventie en toenemende controle in de gehele maatschappij. Uiteraard raakt dat ook, maar niet uitsluitend, migrantenjongeren.

Control Alt Delete en politieke partijen als BIJ1 en DENK eisen gelijke politiepraktijken in ongelijke omstandigheden, ook als dat in de dagelijkse praktijk – met toenemend wapenbezit onder jongeren, een toenemend aantal steek- en schietincidenten in grote steden en het bestaan van een criminele rap-scene – volledig scheef uitwerkt. Ficties boven de werkelijkheid plaatsen, het is de kern van het woke-denken.

Coen de Jong schreef het indringende boek ‘Dwingeland, Orwell in de polder’. ‘Dwingeland’ is overal te koop, zoals HIER. Van harte aanbevolen!