Wat heeft Iran ineens met vrouwenrechten? Plus: VIDEO
door Andy Arnts
Het gebeurt zelden, maar eind april waren links en rechts in de politiek het er roerend met elkaar over eens: hoe kon een land als Iran, dat – in de woorden van voormalig Europarlementslid Marietje Schaake (D66) – vrouwenrechten dagelijks met voeten treedt, worden toegelaten tot de Commissie voor Vrouwenrechten van de Verenigde Naties? Schaake was niet de enige die zich over de kwestie opwond. Wereldwijd spraken mensenrechtenactivisten hun verbazing en walging uit over de benoeming en zowel Gert-Jan Segers (ChristenUnie) als Geert Wilders (PVV) stelden er Kamervragen over.
Was Nederland voor of tegen?
Met de kop ‘Alsof je een pyromaan uitroept tot brandweerman’ verwoordde De Telegraaf de verbijstering en de woede over de toetreding van Iran tot de VN Commissie voor Vrouwenrechten. Segers en Wilders eisten dan ook terstond duidelijkheid van minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok. Segers vroeg het nog heel netjes: ‘Bent u het eens dat, gezien de ongelijkwaardige positie van vrouwen in het land, het misplaatst en onterecht is dat Iran nu zitting heeft in een commissie die tot doel heeft vrouwenrechten te beschermen?’
Segers’ collega-Kamerlid Wilders trok feller van leer: ‘Erkent u dat dit krankzinnige besluit een mokerslag is in het gezicht is van de Iraanse vrouwen die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor meer vrouwenrechten?’ Beide politici werden door Blok afgescheept met de dooddoener dat Nederland kritisch is op het trackrecord van Iran wat betreft vrouwenrechten en dat de Nederlandse zorgen daarover met regelmaat worden gedeeld in gesprekken met dat land.
Op de volgende vraag of Nederland voor of tegen de toetreding had gestemd, wilde Blok geen antwoord te geven: ‘Nederland doet in het openbaar geen uitspraken over stemgedrag bij geheime stemmingen, omdat landen moeten kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun uitgebrachte stem.’ Kortom, het was weer eens geheimzinnigheid troef in Den Haag, en dat terwijl Canada wél gewoon bekend maakte tegen de toetreding van Iran te hebben gestemd.
Een punaise in je voorhoofd
Wat moeten we ons eigenlijk voorstellen bij die ‘ongelijkwaardige positie’, zoals Segers het zo keurig benoemde? In haar onlangs verschenen boek Gesluierde jaren schetst auteur Shohreh Feshtali een nietsverhullend beeld van haar Iraanse jeugd en de verschrikkingen waar zij als jonge vrouw onder moest lijden na het uitbreken van de Islamitische Revolutie. Verschrikkingen die nog altijd aan de orde van de dag zijn, zoals zij beschrijft in een passage over gewelddadige razzia’s door de ‘Khaharane Gasht’, een soort boa’s die erop moesten toezien dat de wetten en protocollen van de Sepah (de islamitische Revolutionaire Garde) werden gehandhaafd:
‘Make-up was verboden; als een vrouw maar een klein beetje lippenstift op had, liepen de Khaharane Gasht met een tissue naar haar toe en veegden ze haar lippen af. In dat tissue hadden ze altijd een klein scherp mesje verstopt, zodat gelijk de hele lip werd opengesneden. Ze deden dat razendsnel; voordat de arme vrouw het in de gaten had, zat ze al vol bloed. Hetzelfde gebeurde wanneer ze vermoedden dat je wat rouge op had: dan sneden ze je hele wang open. En o wee als je hoofddoek iets hoger zat dan je wenkbrauwen. Dan werd die hoofddoek met een punaise op je voorhoofd vastgeprikt. Dit soort razzia’s zag ik vaak; ze hoorden bijna bij het dagelijkse leven. Als het weer eens zover was, keek ik gauw naar beneden en sloeg ik de eerste de beste zijstraat in, terwijl de angst door m’n lijf gierde. Als ik geluk had stond daar een taxi, zodat ik me snel uit de voeten kon maken, anders kwam ik gegarandeerd in de problemen.’
Effectief afschrikmiddel
Als vrouwen – maar mannen evengoed – niet zelf het slachtoffer waren van dergelijke vernederingen en mishandelingen, dan werden ze wel geconfronteerd met de fatale gevolgen van wetsovertredingen. Het gedwongen bijwonen van openbare executies zag het islamitische regime daarbij als een effectief afschrikmiddel. Feshtali was er dikwijls zelf getuige van:
‘We kenden allemaal de verhalen over mensen die illegaal video’s verhuurden, aangehouden waren en de doodstraf hadden gekregen. Wanneer dat gebeurde, moest iedereen op de grote rotonde de executie bijwonen. Die begon met zweepslagen en vervolgens werd de halfdode man of vrouw opgehangen. Wat haatte ik die rotonde! Ik kreeg altijd een heel naar gevoel als ik daar in de buurt moest zijn. Je kon er het bloed ruiken!’
Nauwelijks progressie
Dat er sinds eind jaren ’80 van de vorige eeuw – de tijd waarin Gesluierde jaren zich afspeelt – nog maar bar weinig is veranderd in het land van grootayatollah Ali Khamenei, blijkt alleen al uit het feit dat vrouwenrechtenactiviste Saba Kord Afshari er in 2019 werd veroordeeld tot een celstraf van 24 jaar, waarvan 15 jaar voor het protesteren tegen het verplicht dragen van een hoofddoek. Sindsdien brengt zij haar dagen door in de Evingevangenis in Teheran, berucht om de geselpraktijken die daar plaatsvinden.
De vraag is dan ook: waarom wil Iran eigenlijk lid worden van een commissie die zich inzet voor vrouwenrechten? En ook: hoe zinvol is de gevaarlijke ‘Witte Woensdag’-campagne, waarbij vrouwen uit protest tegen de strikte Iraanse kledijvoorschriften met witte hoofddoeken – of zelfs zonder hoofddoeken – de straat op gaan en hiervan video’s op de sociale media plaatsen? In een openhartig interview voor Wynia’s Week TV praat Shohreh Feshtali hierover met journaliste Sujet Shams.
Bestel het boek ‘Gesluierde jaren’ HIER.
Neem een (kosteloos) abonnement op het videokanaal van Wynia’s Week. Dat kan HIER.