Wangedrag van Marokkaanse jongens in Nederland en België is uitbarsting van een permanent cultuurconflict
Op het wereldkampioenschap voetbal in Qatar won Marokko verrassend met 2-0 van België. De Leeuwen van de Atlas versloegen de veel hoger genoteerde Rode Duivels. In alle steden van Marokko vierde men feest. Auto’s met jubelende supporters, zwaaiend met de rode Marokkaanse vlag, reden luid toeterend door Marrakech, Rabat en andere grote steden. Zoveel is zeker, Marokko telt weer mee als voetbalnatie.
Het Marokkaanse elftal bestaat uit enkele begenadigde voetballers die in Nederland en België zijn geboren. Hakim Ziyech, Sofyan Amrabat, Noussair Mazraoui en Zakaria Aboukhal spelen ook bij gevestigde internationale clubs. Hun ouders en familieleden glimmen van trots.
Niettemin breken er na de gewonnen wedstrijd in de grote steden van België en Nederland rellen uit. Niemand begrijpt waarom. De politie in Brussel laat desgevraagd weten dat men voorbereid was op rellen. Een woordvoerder zegt: ‘Brussel is altijd snel ontvlambaar en er waren grote voorbereidingen getroffen. We hebben de rellen proberen te beperken tot een zone van pakweg 200 meter. De waterkanonnen werden ingezet om te vermijden dat de rellen zouden verplaatsen naar andere delen van de stad.’
Na elke wedstrijd rellen
De politie in Amsterdam was er totaal niet op voorbereid. Zijn dit soort incidenten te voorkomen? Mijn eerste antwoord luidt duidelijk: neen.
Het is ook niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Vijf jaar geleden kwam het tot grote rellen in de binnenstad van Brussel nadat Marokko zich had geplaatst voor het WK ten koste van Ivoorkust. Bij de rellen raakten 22 agenten gewond en er werden winkels geplunderd. Verschillende relschoppers zijn veroordeeld tot werkstraffen.
Ook herinner ik mij een wedstrijd in Tilburg tussen een Marokkaans jeugdelftal en Jong Oranje. De Marokkanen wonnen de wedstrijd. Honderden Marokkaanse fans bestormden de grasmat en gooiden met stoeltjes en hoekvlaggen. Als reactie besloot de KNVB geen vriendschappelijke wedstrijden meer tegen Marokkaanse elftallen te organiseren.
De wedstrijd kan daarom beschouwd worden als een match met een verhoogd risico. En ja hoor, meteen na de wedstrijd braken er rellen uit, niet alleen in Brussel, ook in Antwerpen, Luik en in enkele Nederlandse steden. In de Belgische hoofdstad richtten honderden jongeren vernielingen aan. Relschoppers gooiden met vuurwerk, stokken en balken naar de massaal uitgerukte politie. Anderen braken straatmeubilair af. De reportagewagen van een cameraploeg van de Vlaamse Omroep moest het ook ontgelden.
‘Gewoon feestvieren’
Op het journaal zei de burgemeester van Brussel dat de rellen niets met voetbal te maken hebben. Het gaat om ‘crapule’ dat voetbal als excuus gebruikt om keet te schoppen. Een tiental relschoppers wordt aangehouden; over hun identiteit wordt niets bekend gemaakt.
Ook in Rotterdam en Amsterdam braken deze week rellen uit. Op het Amsterdamse Mercatorplein hebben zich na de wedstrijd zo’n 500 supporters verzameld. Wat begon als een feestje liep uit op rellen, vuurwerk en brandjes. Dit is na één gewonnen wedstrijd, zegt een Marokkaanse jongen. ‘Stel je voor als Marokko de volgende ronde haalt.’ Voor iedereen is het zonneklaar dat het jongeren zijn uit de Marokkaanse gemeenschap. ‘Wij willen gewoon feestvieren, maar de politie laat ons dat niet doen, dus dat geeft spanning’, zei een jonge supporter tegen een Belgische verslaggever.
Op een persconferentie van afgelopen woensdag keurde ook de bondscoach van Marokko, Walid Regragui, het gedrag van de relschoppers af. ‘Je moet respect tonen voor het land waar je bent geboren. Je kunt blij zijn en feestvieren, maar je moet respect tonen voor iedereen’, stelde Regragui volgens het persbureau ANP.
‘Niet representatief’
Volgens de Vlaamse socioloog Ruud Wouters zijn de relschoppers niet representatief voor de Marokkaanse gemeenschap in Brussel en Antwerpen. ‘Ze hebben het sportieve misbruikt’, zegt hij. ‘Wat was dan de boodschap van die mensen?’ Die lijkt er niet te zijn. Wouters ziet dit beeld bij veel grote manifestaties. ‘Het is een patroon dat optreedt bij collectieve evenementen zoals oudjaar, een betoging of het WK-voetbal zoals nu. Zaken die de hele samenleving boeien.’
Eenzelfde soort verklaring valt te horen uit de mond van de Nederlandse criminoloog Jan Dirk de Jong. Aan een journalist van De Telegraaf legt hij uit dat je hetzelfde gedrag ziet bij de harde kern supporters van Feyenoord, zeker na een verloren wedstrijd. Aan de rellen is dus niets Marokkaans, aldus De Jong.
‘Altijd weer die rot-Marokkanen’
Kennelijk toch wel. Goed geïntegreerde Marokkanen in België en Nederland schamen zich rot voor het wangedrag van hun jonge landgenoten. In de NRC (28 november) laat een gelovige Marokkaan weten: ‘Hoe kunnen jullie blij zijn dat jullie steps in de fik steken en auto’s omver gooien? Jullie verpesten de toekomst van onze kinderen, van onze ouders en van onszelf. Wij zijn geen hooligans, wij zijn moslims. We moeten het goede voorbeeld geven. Het moet genoeg geweest zijn. Waar is jullie hart? Waarom moet het zover komen? (…) Waarom moeten wij het altijd verpesten? Jullie geven Wilders en zijn Belgische collega nóg meer werk.’
Op hun beurt reageren autochtone Nederlanders en Belgen in de trant van: ‘Altijd weer die rot-Marokkanen die herrie maken. Nu zelfs na een gewonnen wedstrijd.’
Typisch voor Nederlandse en Belgische Mocro’s
Ook de linkse media weten er niet goed raad mee. Soms druipt de politieke correctheid er vanaf.In een tweekolommetje besteedt De Volkskrant op de binnenpagina aandacht aan de voetbalrellen, terwijl er dagenlang aandacht en verontwaardiging was voor de Sinterklaasrellen in de gemeente Staphorst.
Voetbal roept emoties op, zoveel is zeker. Dit geldt ook voor Britse, Nederlandse, Ghanese en Braziliaanse supporters. Maar het leidt niet tot rellen of wangedrag, zeker niet bij een overwinning. Toch is dit gedrag niet typisch Marokkaans. Het is typisch voor het gedrag van Hollandse en Belgische Mocro’s, wier ouders oorspronkelijk afkomstig zijn uit Noord-Marokko.
Zestig procent van de eerste generatie Marokkanen is afkomstig uit het noordelijk deel van Marokko. Het zijn Riffijnen. De Riffijnse Berbers staan bekend als een lastig volkje. Ze zijn kleurrijk, maar ook met iedereen in oorlog. En niemand is te vertrouwen. De Riffijn is hooguit loyaal aan de eigen familiekring, maar dat begint ook al barsten te vertonen.
Drie botsende cultuurpatronen
De Marokkaanse autoriteiten, de Koning voorop, gebruiken elke gelegenheid om het gevoel van trots en eer bij de in Europa wonende Marokkanen aan te moedigen. ‘Eens Marokkaan, altijd onderdaan’. luidt hun boodschap. Vandaar dat de in Nederland en België geboren voetballers kiezen voor het nationale elftal. Ook al zijn ze genaturaliseerd tot Belg of Nederlander, in hun hart voelen zij zich nog steeds Marokkaan. Ze bezitten ook een dubbel paspoort.
Het gedrag van de Marokkaanse relschoppers in Nederland of België is de uitkomst van de dagelijkse botsingen van twee, misschien wel drie verschillende cultuur- en denkpatronen: de feminiene Nederlandse c.q. Belgische christelijke cultuur, de macho Riffijns-islamitische cultuur en de hedendaagse straatcultuur.
De werelden waarin Marokkaanse jongeren in Nederland en België opgroeien – het saaie en autoritaire leven thuis, het vrije leven op school en het spannende leven op straat – zijn niet in harmonie met elkaar. Integendeel, ze botsen voortdurend. Dit leidt tot onzekerheid, geweld en criminaliteit. Dat geldt in het bijzonder voor Riffijnse jongens die zijn opgegroeid onder slechte sociaal-economische omstandigheden, die weinig scholing hebben en minder sterk in hun schoenen staan. Dit fenomeen heb ik ‘het verinnerlijkte cultuurconflict’ genoemd.
Zo kunnen ook kleine incidenten zomaar omslaan in grote conflicten. Dit komt meestal tot uiting bij stressvolle omstandigheden, in geval van groepsgedrag en bij confrontaties met een vreemde autoriteit. Dat kan de Hollandse leerkracht zijn op school, de grensrechter op een Nederlands of Belgisch voetbalveld of de politie op straat.
De voetbalrellen in Brussel, Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam zijn geen uitheems product, maar het resultaat van de vele dagelijkse botsingen van Marokkaanse jongeren in hun directe omgeving. Zelfs bij een overwinning van het Marokkaanse voetbalelftal kan het ineens tot uitbarsting komen.
Criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder schrijft voor Wynia’sWeek over misdaad en misdaadbestrijding. Hij publiceerde een reeks boeken, waaronder recentelijk Kansparels, mocro’s op het scherpst van de snede.
Wynia’s Week heeft een unieke formule. Ons online magazine is voor iedereen kosteloos beschikbaar. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Wordt u ook donateur? Hartelijk dank!