Waarom zwijgen de moraalridders over Mila?

Mila
Mila, deze week op de Franse tv.

Ze willen haar afmaken, verbranden, levend begraven, vierendelen, onthoofden of – al dan niet groepsgewijs – verkrachten. Berichten met deze inhoud zijn voor de Franse scholiere Mila dagelijkse kost, sinds zij in januari 2020 de islam bekritiseerde en de profeet beledigde op Instagram.

Mila, inmiddels 18 jaar, is de enige jongere in Frankrijk die 24 uur per dag politiebewaking nodig heeft. Naar school kan zij niet meer. Aanvankelijk werd zij in het geheim op een militair internaat geplaatst. Dat klinkt solide en dat was het ook. Zij kreeg er een gewapende soldaat voor haar kamer.

Toch moest zij er weg nadat bekend werd waar zij verbleef. Haar veiligheid kon niet langer worden gegarandeerd, werd gezegd. Haar ouders waren razend. Die huurden vervolgens een klein appartement voor haar. Door alle spanningen heeft zij ervan afgezien om examen te doen.

Je bent nu een gevangene in je eigen land, voegde een van haar bedreigers haar toe. ‘En dat klopt helemaal’, vertelde Mila in een interview met de zender LCI afgelopen maandag. Ook als ik buiten kom, ben ik de gevangenis niet uit. Ik trek allerlei kleding over elkaar aan, gebruik steeds weer andere make-up. Het is erg zwaar om je zo te moeten camoufleren.’

‘Dikke hoer’

De bedreigingen aan haar adres nemen de laatste tijd weer toe, vanwege het proces tegen een aantal van haar belagers dat twee weken geleden begon.

Volgens haar advocaat Richard Malka – dezelfde die Charlie Hebdo vertegenwoordigt – ontving Mila inmiddels meer dan 100.000 haatberichten, vaak met een met seksistische, homofobe – Mila is lesbisch – connotatie. Het gaat om teksten als ‘Ze moesten je keel doorsnijden dikke hoer, dat is alles wat je verdient.’ ‘Zeg me waar je woont, kom ik een Samuel Paty bij je doen’, ‘We komen je verkrachten met z’n vieren’, ‘We gooien zoutzuur over je heen’.

Vaak zijn de boodschappen aan de ‘vuile zeug’ of ‘vieze teef’ die een ‘flinke beurt’ moet hebben, voorzien van bloederige fotomontages waarin het hoofd van Mila is gepakt.

Dertien van deze afzenders voor de rechter. Allemaal bleken het jonge mannen en vrouwen van tussen de 18 en 22 jaar die nooit eerder met justitie in aanraking waren geweest. Ze meenden dat zij zich niet schuldig hadden gemaakt aan cyberstalking, want ze hadden maar één tweet verzonden. En dat ‘één lullig tweetje’ kon leiden tot een verhoor op het bureau en een strafrechtelijke procedure had ze erg verbaasd. Er is toch vrijheid van meningsuiting?

‘Voor deze mensen houdt de vrijheid van meningsuiting op zodra God in beeld komt’, aldus Malka na afloop van de zitting. Herkenbaar. Toen de auteur van deze regels zich op 7 januari 2015 naar het redactieadres van Charlie Hebdo spoedde, stuitte hij niet ver van de plek des onheils, de Rue Nicolas Appert in het elfde arrondissement, op een groepje van vier of vijf scholieren. Ze vonden dat Charlie het bloedbad over zichzelf had afgeroepen. ‘Over godsdienst maak je geen grappen, dat kan je echt niet maken’, zei een van hen. En zij waren net als een deel van de Mila-bedreigers niet eens van het islamitische geloof.

Past niet in format

Er valt dus nogal wat uit te leggen aan de jeugd: in democratieën als Frankrijk of Nederland is kritiek op religie en ideeën vrij, ongeacht of deze grof is verwoord of niet. En iemand bedreigen is strafbaar. Maar op de volwassenen hoeven zij niet te rekenen. Die zwijgen in grote meerderheid over Mila. De vele feministische actiegroepen zijn muisstil en ook opiniemakers houden zich gedeisd.

Dat is een bewuste keuze, gaf Caroline De Haas, Frankrijks bekendste ‘intersectionele’ feministe toe. De Haas staat anders altijd vooraan om de verkrachtingscultuur te veroordelen achter het allerkleinste grapje van een radiokomiek dat haar ter ore komt. Maar Mila is voor haar opeens ‘een heel delicate, erg ingewikkelde zaak waar ik geen uitspraak over doe.’

Zelfs voor De Haas, die over de massale aanranding tijdens de beruchte Oudejaarsnacht van 2016 in Keulen zei dat degenen die wezen op de etniciteit van de daders hun ‘racistische stront’ maar elders moesten uitstorten, is dit een onthutsende uitspraak.

Ook de hoofdredacteur van het magazine voor de radical chic Les Inrocks, Marie Kirschen, heeft het er moeilijk mee. Kirschen verklaarde dat de kwestie Mila niet past in het format van het blad. ‘Wij concentreren ons nu sinds een jaar op cultuur.’ Een vreemd antwoord, omdat Les Inrocks wel altijd ruimte heeft voor slaapverwekkende stukken over de noodzakelijke ‘deconstructie’ van het heteroseksuele patriarchaat.

De site voor onderzoeksjournalistiek Mediapart – dat geldt als het summum in het vak voor veel journalisten – publiceerde liever een lang verhaal over het ‘seksisme, vrouwenhaat en de LGBTI-fobie’ bij de laatste commentatoren van de publieke omroep die zich niet de les laten lezen door de Woke-dominees.

Mila is kortom geen goede zaak om voor te strijden. De voormalige socialistische presidentskandidate Ségolène Royal – zij verloor in 2007 van Nicolas Sarkozy – meende dat je van een pubermeisje dat geen respect toont niet het boegbeeld van de vrijheid van meningsuiting moet maken.

Wilde achtervolging

De sympathie van het actievolk en van media als het genoemde Les Inrocks en Mediapart gaat ondertussen wel naar Assa Traoré. Assa Traoré is de zus van Adama Traoré, die wel de ‘Franse George Floyd’ wordt genoemd.

Adama Traoré was een crimineel die in de zomer van 2016 op de vlucht sloeg voor de politie. Niet omdat hij bang was voor gewelddadige agenten, maar omdat hij 1300 euro op zak had van een cannabisdeal die hij niet kwijt wilde raken.

Er volgde een wilde achtervolging, die Traoré niet overleefde. Dat is zeker tragisch. Maar dat hij bezweken is aan de gevolgen van politiegeweld – en niet aan een verborgen hartkwaal en blowen tijdens een hittegolf – staat allerminst vast.

Wat wel zeker is, is dat Traoré niet lang voor zijn dood in de gevangenis een celgenoot meermalen dwong hem oraal te bevredigen onder bedreiging van een vork. Om te voorkomen dat het slachtoffer aangifte zou doen, werd deze na zijn vrijlating in elkaar geslagen door een broer van Traoré, Yacouba.

Sinds deze feiten over de clan Traoré bekend zijn – de doodsbange jongen deed toch aangifte en is door justitie erkend als slachtoffer – nam het enthousiasme voor Assa Traoré af. Maar voor velen gaat de vrouw met het torenhoge afro-kapsel nog steeds door voor de moeder Theresa van het antiracisme. Het luxe schoenenmerk Louboutin bijvoorbeeld, dat een campagne is gestart tegen racisme in Black Lives Matter-sferen, heeft Assa – in het dagelijks leven sociaal werkster – deze week zelfs ingehuurd als ambassadeur.

Iedereen begrijpt dat Mila met haar blasfemie – ze zei onder andere dat zij haar vinger in het achterste van de God van de moslims zou steken – volledig ongeschikt is als marketingtool. Geen merk dat ooit campagne zal voeren voor het belang van de vrijheid van meningsuiting, het idee alleen al. Het kapitalisme draait op holle frasen en goede bedoelingen. Met zaken die consumenten verdelen, valt niets te verkopen.

Omkering van de bewijslast

Mila ondertussen publiceerde woensdag een boek over haar penibele toestand. Het heet Je suis le prix de votre liberté (Ik ben de prijs van uw vrijheid). Ze blijkt heel behoorlijk te schrijven en vereffent een paar rekeningen. Zo haalt zij onder andere uit naar Mohamed Zekri, de voorzitter van de grootste koepel van islamitische organisaties CFCM en als zodanig de stem van de gematigde moslims in Frankrijk. Zekri zei over Mila: ‘Wie wind zaait zal storm oogsten. Ze mag kritiek hebben, maar zij moet de consequenties van wat zij heeft gezegd, accepteren.’

Ook de laffe oud-minister van justitie Nicole Belloubet krijgt van onder uit de zak. Belloubet suggereerde dat het beledigen van een religie niet zou mogen, omdat dit ‘een aantasting van de gewetensvrijheid’ is.

‘Men heeft van mij de schande van dit volk willen maken’, schrijft Mila. ‘Maar dit volk zou zich moeten schamen dat het mij heeft overgeleverd aan een wilde meute.’

Iedereen die meent dat zij haat zaait en haar mond moet houden, wijst Mila er op dat het niet leuk of spannend is om half ondergedoken bestaan te leiden. “Men heeft mij aangevallen, ik verdedig mijzelf alleen maar. Ik reageer op geweld, provoceer niet. Men probeert me steeds te verleiden tot een eventuele ontsporing. Zodat men kan zeggen: kijk eens wat ze nu weer heeft gezegd! Zo wordt de bewijslast omgedraaid, men beschuldigt mij er van dat ik verantwoordelijk ben voor dit mechanisme van de haat. Terwijl de razernij van de radicale islam mij mijn vrijheid en mijn jeugd heeft gestolen.’