Waarom wel excuses voor de slavernij, en niet voor al die andere ellende?
Na een bezoek aan de voormalige Nederlandse koloniën in het Caribische gebied pleit een Tweede Kamerdelegatie voor het aanbieden van verontschuldigingen voor de koloniale slavernij in die regio, omdat zulke excuses ‘het begin kan zijn van een collectieve verwerking van ons gezamenlijk verleden in alle delen van het koninkrijk’. Aldus de Volkskrant van 18 oktober jl.
Roep om excuses is selectief
Waarom blijft de Tweede Kamer zich schuldig voelen voor het koloniale slavernijverleden, terwijl dat niet het geval is voor de kinderarbeid, de gebrekkige hulp aan armen en hulpbehoevenden, de uitsluiting van vrouwen en gehandicapten, de strenge straffen voor homoseksuelen, de schandalige behandeling van ‘asocialen’, het slechte en onbetaalbare onderwijs, de uiterst gebrekkige gezondheidszorg, de ongezond lange werktijden, de hongerlonen en de mensonwaardige huisvesting in het vroegere Nederland? Daar hoor je de Kamer nooit over, laat staan dat de leden aandringen op het maken van excuses. Zelfs het eeuwenoude antisemitisme met z’n discriminatie en vervolgingen lijkt geen schaamte meer op te roepen met uitzondering van de Holocaust. Moet al die ellende dan maar zonder excuses worden verwerkt?
De roep om excuses lijkt overigens slechts betrekking te hebben op een selectie van de Nederlandse koloniën, want de delegatie zwijgt over excuses aan de nakomelingen van de slaven uit Indonesië, Sri Lanka, Guyana, Brazilië en Zuid-Afrika. Dat waren ook eens Nederlandse koloniën. Dat manco geldt overigens ook voor de in Nederland woonachtige nakomelingen van slaven uit Marokko en Turkije. Die kunnen evenmin rekenen op excuses van hun herkomstlanden, want de regeringen van Marokko en Turkije lijken zich überhaupt niet te schamen voor het slavenverleden.
Koning van de Asante bekent geen schuld
En hoe staat het met de excuses van de Afrikaanse en Aziatische staten, die niet alleen slaven leverden aan de westerse slavenschepen, maar daarnaast ook deelnamen aan de interne slavenhandel in Afrika en Azië? Ook op die excuses moeten we waarschijnlijk tot sint juttemis wachten gelet de reactie van de koning van de Asante in de documentaire van Frank Zichem Katibo Ye Ye. Daarin wordt verslag gedaan van het bezoek van de Surinaamse Clarence Breevelt aan de koning van de Asante. Verontwaardigd vraagt Breevelt aan de koning waarom zijn voorgangers zoveel slaven aan de Nederlanders hebben verkocht. Het antwoord van de koning is – op z’n zachtst gezegd – verrassend: zijn voorgangers zouden in de veronderstelling hebben verkeerd dat de verkochte slaven overzee een militaire opleiding kregen en daarna zouden terugkeren. Dat is een slimme leugen, want na de afschaffing van de slavenhandel in de negentiende eeuw hebben de Nederlanders een paar duizend soldaten in Ghana gerekruteerd voor het koloniale leger in Nederlands-Indië en inderdaad zijn sommige van hen na afloop van hun diensttijd teruggekeerd.
Dat de koning met geen woord rept over de veel omvangrijker verkoop van slaven in de eeuwen daarvoor, lijkt op schaamte te duiden. Dat is echter een misvatting, want tijdens een bezoek aan Amsterdam in 2002 was de koning niet bereid schuld te bekennen voor de rol van de Asante in de slavenhandel. Daarom weigerde de toenmalige deelraadvoorzitter van de Bijlmer, de uit Suriname afkomstige Hannah Belliot, hem te ontmoeten.
Moeten we excuses opdringen aan contractarbeiders?
Overigens wil de delegatie uit de Tweede Kamer niet alleen excuses aanbieden aan de nakomelingen van de slaven, maar ook aan de nakomelingen van de Aziatische contractarbeiders, die op de plantages in Suriname te werk werden gesteld na de vrijverklaring van de slaven. De delegatieleden lijken niet op de hoogte te zijn van het feit dat er ook contractarbeid in Nederlands-Indië bestond noch van het feit dat de Indiase contractarbeiders in Suriname uit eigen zak (!) een bedrag bijeen hebben gebracht om in 1916 een afvaardiging naar Ghandi in Brits-Indië te sturen met het dringende verzoek zijn verzet tegen het contractsysteem te laten varen zodat ook toekomstige contractanten de honger en ellende thuis achter zich konden laten.
In Suriname ging het de gemiddelde contractarbeiders zo veel beter dan thuis dat een meerderheid na afloop van hun contract verkoos niet terug te keren ondanks het feit dat de Surinaamse overheid verplicht was hen een gratis retourpassage aan te bieden. Gelet op het feit dat de meeste contractarbeiders en hun nakomelingen in Suriname en Nederland er in materieel opzicht aanzienlijk beter voor staan dan de thuisblijvers, is het de vraag of deze groep eigenlijk wel prijs stelt op excuses. Moet de Tweede Kamer die dan opdringen?
Volgens onze huidige normen werden in de afgelopen eeuwen vrijwel alle bevolkingsgroepen in binnen- en buitenland geconfronteerd met groot en ingrijpend onrecht. Het is dan ook begrijpelijk dat de Nederlandse regering aarzelt om alleen excuses te maken voor de historische ellende van één groep. Overigens zouden al die verschillende zwarte bladzijden je bijna doen vergeten dat er volgens internationaal onderzoek vandaag de dag in Nederland ook zonder excuses een van de welvarendste en gelukkigste bevolkingen ter wereld woont.
Wynia’s Week is er 104 keer per jaar. Met onafhankelijke, nuchtere berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!