Waarom Rutte naar Brussel moet gaan (als ze hem willen)
Klaas Dijkhoff, de VVD-fractieleider in de Tweede Kamer, liet zich tijdens het eerste RTL-verkiezingsdebat van 2019 een paar keer ontvallen dat er na het kabinet RutteDrie ook nog een ‘RutteVier’ zou komen. Dat doet zo’n Dijkhoff niet zomaar. Dat is campagnetaal met een lading: het kabinet valt niet na de Statenverkiezingen, Mark Rutte is niet aan het eind van zijn latijn, Rutte gaat niet naar Brussel.
Maar ja, als je er zoveel behoefte hebt omdat allemaal te ontkennen, dan geef je ook voedsel….
…Dan geef je ook voedsel aan het idee dat het kabinet wel shaky kan worden na de Statenverkiezingen, dat de premier en VVD-leider wel aan het eind van zijn latijn is en dat het zo maar kan zijn dat hij wel naar Brussel vertrekt.
Het probleem bij de VVD is natuurlijk, dat de potentiële opvolgers van Mark Rutte als partijleider en/of als premier niet voor het opscheppen liggen. Halbe Zijlstra verdween een jaar geleden uit de politiek en maakt gegeven de aanleiding – opscheppen over een bezoek aan Poetin dat er nooit was – geen kans op topniveau terug te keren.
Edith Schippers heeft net een nieuwe baan als directeur Nederland bij DSM – een lucratieve lobbyfunctie waarmee je doorgaans comfortabel uit de wind blijft. Het zou wel heel opmerkelijk zijn als ze na korte tijd bij DSM aan het Binnenhof zou terugkeren als invaller-premier. Maar goed, niets is zeker.
En Klaas Dijkhoff zelf? Hij was twee jaar geleden wellicht een logischer opvolger dan nu. In zijn rol van fractieleider moet Dijkhoff de VVD smoel geven, maar dat gaat hem niet makkelijk af. De frisheid is er bij Klaas Dijkhoff al een beetje af. En dan is hij nog geen veertig.
Wat zegt een ontkenning van Rutte?
Nu lossen opvolgersproblemen zich in de praktijk altijd op. Een treffend voorbeeld is het opvolgersprobleem bij het CDA in 2001. Leider Jaap de Hoop Scheffer werd belaagd door partijvoorzitter Marnix van Rij. De Hoop Scheffer trad af, waarna de formele nummer twee Maria van der Hoeven zijn opvolger zou kunnen worden, maar daar zagen ze in haar eigenste Limburg niets in. Dan nog liever die gereformeerde Zeeuw, de onbekende Jan Peter Balkenende. Balkenende werd lijsttrekker, won de verkiezingen, werd premier en bleef dat ook, acht jaar lang.
Nu is er bij de VVD nog geen probleem, maar het kan er zomaar komen. Als Mark Rutte naar Brussel zou gaan, bijvoorbeeld. Rutte ontkent dat wel met klem, maar laat ondertussen niets na om het toch te kunnen worden als het aan de orde mocht zijn. Na eerst – vooral in eigen land – de euroscepticus uit te hebben gehangen is hij nu al weer drie jaar een enthousiaste eurofiel. Rutte houdt her en der speeches waarin hij de Europese eenwording omarmt. Het Europees parlement gaf hem een ovatie – dat zegt nogal wat. Rutte liet zijn partij zelfs een enthousiast programma opschrijven voor de verkiezingen voor het Europees parlement.
Omdat een ontkenning van Rutte inmiddels al gauw doorgaat voor een bevestiging kan het dus maar zo zijn dat Rutte gaat, als ‘ie kan. Andere kandidaten voor de opvolging van voorzitter Donald Tusk van de Europese Raad zijn er hoegenaamd niet. Rutte is, zoals het nu staat, de enige breed gedragen kandidaat – op het gevaar af de gedoodverfde kandidaat te zijn.
Hoe verging het Rutte’s voorgangers?
Zonder de steun van de Franse en de Duitse leiders word je het niet. Dat was in 1994 een probleem voor toenmalig premier Ruud Lubbers (de Duitse bondskanselier Kohl moest hem niet – niet meer). Dat was ook een probleem voor toenmalig premier Jan Peter Balkenende in 2009 (hij was minder populair bij de Duitse bondskanselier Angela Merkel dan hij dacht en hoopte. Toen hoefde de Franse president Nicholas Sarkozy niet meer na te denken).
Die problemen heeft de eventuele kandidaat Rutte niet. Rutte is goed met Merkel en Macron, wordt op handen gedragen door zo iemand als de jonge Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz en geniet onder zijn collega-regeringsleiders doorgaans respect en vertrouwen. Dat hij na Merkel de oudste in rang is helpt natuurlijk ook.
Of Rutte wil weet behalve Rutte waarschijnlijk niemand, maar dat hij niets heeft nagelaten om op de juiste manier in beeld te komen zegt wel wat. Dat hij praatjes laat rondstrooien dat hij het liefst tot zijn pensioen premier zou blijven en in zijn vertrouwde omgeving zou blijven hangen wijst net zo makkelijk op het omgekeerde.
Hoe dan ook zou het wel knap stom zijn als Rutte het niet zou doen als het binnen zijn bereik zou liggen (en met de kennis van nu is dat zo). Als je, zoals hij, dertien jaar partijleider bent en eind dit jaar 9 jaar premier zou zijn dan weet je dat het einde nadert – en dat het einde bovendien vaak verloopt op een manier die je niemand gunt.
Lubbers eindigde met een lang premierschap dat hij vervolgens nooit heeft kunnen afstaan en een internationale carrière die niet tot wasdom kwam. Kok eindigde als premier met een kabinetsval, de moord op Pim Fortuyn en een historische verkiezingsnederlaag. Balkenende wist in 2007 dat een tussentijds vertrek naar Brussel in 2009 ideaal zou zijn, maar maakte de gruwelijke fout in 2010 toch weer lijsttrekker te worden (toen Brussel niet was doorgegaan).
Eervolle ontsnapping
De historicus Rutte hoort te weten dat als de mogelijkheid om naar Brussel te vertrekken dit jaar langs mocht komen hij er goed aan doet die trein te nemen. Hij ontsnapt zo aan te lang verblijf aan de Nederlandse top met de bijna-zekerheid dat die onprettig eindigt. En voor een premier van een niet al te groot Europees land is er geen mooiere vervolgcarrière dan die in een internationale topfunctie. Rutte zou dus, nogmaals, wel gek zijn om de baan van Tusk te weigeren als hij die kan krijgen.
Maar ja, die opvolging.
We weten natuurlijk niet of RutteDrie het houdt, de komende maanden. Mocht dat niet het geval zijn: een demissionaire premier kun je sowieso niet tegenhouden iets anders te gaan doen, al helemaal niet als het iets eervols is.
Mochten kabinet en coalitie het hoofd boven water weten te houden, dan gaat – lijkt mij – het Joop van den Berg-scenario in als Rutte naar Brussel kan.
De politicoloog en PvdA-politicus Joop van den Berg heeft er over nagedacht en hij heeft gelijk.
Verkiezingen vanwege Rutte? Onzin
Het kabinet hoeft volgens dat scenario niet te vallen omdat Rutte vertrekt, maar er moet een nieuwe formateur – op dit moment logischerwijs een van VVD-huize – komen en die moet een nieuw kabinet samenstellen op basis van de bestaande coalitie. Mocht dat niet lukken, dan krijgen we alsnog verkiezingen. Zo’n formateur die de nieuwe premier moet worden, die moet toch ergens te vinden zijn in de VVD?
Dat D66 en CDA zeuren dat het kabinet sowieso valt als Rutte gaat is inconsistente klets. Waarom zou uitgerekend het eurofiele D66 hun Europees-liberale partijgenoot Mark Rutte willen belemmeren een topfunctie in Brussel te accepteren? En het CDA dacht tien jaar geleden de opvolging van Balkenende als premier – als hij naar Brussel zou gaan, wat niet gebeurde – wel even in de eigen achterkamers op te lossen. Waarom zouden er volgens datzelfde CDA nu dan plots verkiezingen nodig zijn? Ongeloofwaardig.
Voor het Belgische weekblad Knack schreef ik een uitvoerig portret van Mark Rutte, ‘de gedoodverfde kandidaat’.
Lees die longread hier, via Blendle
Knack-abonnees kunnen mijn Rutte-stuk ook hier lezen