Waarom links zijn achterban is kwijtgeraakt – en hoe dat weer goed kan komen
Hoi links Nederland, het gaat niet goed met jullie. Ik kijk er als buitenstaander naar, ik denk dat ik weet wat er loos is, en hoe jullie het kunnen herstellen.
Eerst maar eens kijken naar de cijfers. Sinds mensenheugenis heeft Nederland nog nooit zo weinig op links gestemd als dit jaar. En het is ook geen incident: de afgelopen drie verkiezingen op rij verloren jullie steun.
(Die dip in 2002, dat was het effect van Pim Fortuyn. Toen hadden jullie het al kunnen zien aankomen.)
Tijd voor bezinning. En nee: het is nooit de schuld van de kiezer. Kiezers zijn niet gek, althans niet allemaal tegelijkertijd. En afgezien van een paar gekkies zijn kiezers ook geen extreemrechtse griezels.
Wat is er leuk aan links? Als politieke outsider vind ik een sommige linkse dingen stom, maar ik vind ook een heleboel dingen leuk:
- Jullie hebben compassie voor mensen die het moeilijk hebben.
- Jullie hebben bewezen dat ook egalitaire samenlevingen economisch succes kunnen hebben.
- Inderdaad is voor sommige investeringen de overheid de meest aangewezen partij.
- Jullie hebben ook aangetoond dat beleid gericht op emancipatie van achterstandsgroepen (arbeiders, vrouwen, immigranten) succesvol kan zijn.
Maar als jullie zo leuk zijn, waarom verliezen jullie dan kiezers?
Nederland is een egalitair land
De usual suspects zijn bekend. Klimaatradicalisme is lang niet aan alle kiezers besteed. De koppige linkse roze bril tegenover immigratie wekt wrevel. Het opgeheven linkse vingertje zorgt voor ergernis. Maar er is meer aan de hand. Ik begin met twee grafieken.
De eerste grafiek gaat over economische ongelijkheid. Hoe lager de score, des te lager is de ongelijkheid. Je ziet dat Nederland een van de meest egalitaire landen ter wereld is. Complimenten voor jullie, dat hebben jullie goed gedaan!
De tweede grafiek gaat over de gemiddelde welvaart per inwoner. Die is in Nederland een van de hoogste ter wereld, en stijgt bovendien keurig mee met de rest. Jullie verdienen nóg een compliment: terwijl de economische ongelijkheid heel laag is, blijft onze gemiddelde welvaart heel hoog.
Je zou zeggen: dat hebben jullie fantastisch gedaan, dat moet beloond worden. Maar als je het de kiezer vraagt: die is hardstikke ontevreden.
Er moet dus iets anders aan de hand zijn. Maar wat?
Op 22 november ging ongeveer 40 procent van de stemmen naar zogeheten protestpartijen. Partijen die zeggen dat het met Nederland de verkeerde kant op gaat, en dat het helemaal anders moet. Dat is nogal wat. Wie zijn die kiezers, en waarom vinden ze dat?
We gaan te rade bij twee onderzoekers, Josse de Voogd en René Cuperus, die in 2021 de Atlas van afgehaakt Nederland publiceerden. Er is een flinke overlap tussen die proteststemmen en de afhakers van De Voogd en Cuperus.
Hoewel Nederland dus behoorlijk egalitair is, zijn er wel degelijk sociaaleconomische verschillen. De harde kern van de ontevreden kiezers is weinig content met het eigen leven en vindt dat het met Nederland de verkeerde kant op gaat. Het zijn veelal mensen met een inkomen beneden modaal en een opleiding tot en met VMBO-niveau.
Links is vooral in trek bij hoger opgeleiden
In hun omgeving zijn er relatief veel mensen met gezondheidsklachten, arbeidsongeschiktheid, eenzaamheid, weinig vrijwilligerswerk, meer obesitas en meer langdurige werkloosheid. Die ontevredenheid straalt uit naar mensen met een opleiding op MBO-niveau. In de laatste verkiezingen is die ontevredenheid nog verder uitgedijd. Mensen zien dat er groepen buiten de boot vallen, en komen voor ze op.
Onder de stemmen op GroenLinks-PvdA zijn de hogeropgeleiden oververtegenwoordigd en de lager opgeleiden ondervertegenwoordigd. De wereld op zijn kop! Bij de laatste verkiezingen heeft Wilders meer stemmen van mensen met een laag inkomen gekregen dan GroenLinks-PvdA.
Dat is de harde kern van jullie doelgroep! Waarom lopen die kiezers bij jullie weg, terwijl de sociaal-economische ongelijkheid laag is en de welvaart al jaren groeit?
De stemmers die jullie zijn kwijtgeraakt hebben een laag vertrouwen in de overheid en hebben niet de illusie dat de politiek zich iets van hen aantrekt. Waarom hebben die stemmers zo’n laag vertrouwen? Omdat er een olifant in de kamer staat.
Een tekortschietende overheid
De afgehaakte groep heeft het dan misschien in internationaal perspectief zo slecht nog niet, maar het is wel een groep die meer dan anderen afhankelijk is van overheidsvoorzieningen. Denk aan gezondheidszorg, thuishulp, uitkeringen, adequaat onderwijs, huurtoeslag, sociale woningbouw, rechtsbijstand, bescherming tegen criminaliteit.
Hogeropgeleiden hebben ook te maken met overheidsvoorzieningen, maar ze zijn mondiger. Zij begrijpen de ingewikkelde regelingen en brieven beter, kunnen weerwoord bieden en adviseurs inschakelen. En mensen met een hoog inkomen hoeven minder vaak een beroep te doen op overheidsvoorzieningen. Als de overheid tekortschiet, kunnen zij aanvullende diensten inkopen, zoals bijles, private zorg of inbraakbeveiliging.
De afgehaakte groep kan zich dat niet veroorloven; die is aangewezen op het basispakket van de overheid. En als die tekortschiet, voelen zij de gevolgen waar de rest geërgerd de schouders over ophaalt.
En de overheid schiet nogal eens tekort.
De afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen en de toeslagenaffaire zijn overbekend, maar het probleem is veel groter. Een volledig overzicht van falende overheidsuitvoering is ondoenlijk. Het is te veel. Ik volsta met een korte litanie.
Door zorgfraude verdwijnen miljoenen euro’s aan belastinggeld. Wie een persoonsgebonden budget nodig heeft, loopt geheid vast in bureaucratie. De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is officieel onuitvoerbaar verklaard. Tienduizend gezinnen moeten toeslagen terugbetalen door een fout in de belastingwetgeving die niemand begrijpt. Daardoor daalt hun inkomen tot onder het bestaansminimum, met armoede en een groot risico op schulden tot gevolg.
De Belastingdienst riskeert een strop van miljarden omdat de ICT het niet meer aankan. Het Rode Kruis is ingeschakeld om hulp te bieden bij de overvolle opvang van asielzoekers. Het onderwijs en de gezondheidszorg bezwijken onder de regeldruk. De leesvaardigheid van 15-jarigen is gezakt onder het internationale gemiddelde. Het fiasco van de stikstoffuik, met funeste gevolgen voor woning- en wegenbouw en de veehouderij, daarover word je in Wynia’s Week prima op de hoogte gehouden.
Niet het beleid, maar de uitvoering
Mensen zien een falende overheid, en ze zoeken oplossingen. Dan komen de protestpartijen in beeld. Maar helaas, ook de protestpartijen hebben het probleem niet scherp. Er wordt aangedrongen op meer regels, betere handhaving, gezocht naar meer maatschappelijk vertrouwen, of naar zondebokken.
Maar het probleem ligt niet in het beleid, het ligt in de uitvoering.
De overheid gaat kapot aan zijn eigen complexiteit. En dat is de ware reden waarom jullie je aanhang kwijtraken. Mensen die afhankelijk zijn van de overheid lopen steeds vaker vast en krijgen niet de hulp die zij nodig hebben. En zelfs als de politiek wil ingrijpen, kan het bestuur geen wijzigingen meer doorvoeren omdat het systeem te complex is geworden. De overheid kan niet meer uitvoeren wat jullie willen, omdat niemand het meer snapt. Zelfs de ambtenaren niet.
Ik zeg dat niet alleen zelf, maar de overheid zegt het ook. Lees maar eens Staat van de Uitvoering, het gezamenlijke rapport van de 38 nationale uitvoeringsorganisaties. Het rapport ademt een diepe wanhoop.
Ambtenaren zijn loyale professionals, die braaf uitvoeren wat de politiek wil. Maar als er voor elke regel een uitzondering wordt bedacht, en beleid op beleid gestapeld wordt, houdt het op een gegeven moment op. Dan roepen die ambtenaren dat het moet stoppen, dat ze hun eigen beleid zelf niet meer snappen, dat er ongelukken gaan gebeuren. Dat moment zijn wij al jaren geleden gepasseerd. Er gebeuren nu dagelijks ongelukken.
Dát is de reden waarom jullie achterban jullie niet meer vertrouwt. Omdat jullie niet meer kunnen leveren wat jullie beloven.
Het was niet Einstein die zei: ‘waanzin is keer op keer hetzelfde doen en andere resultaten verwachten’. Maar het is wel waar. Het is wat jullie nu aan het doen zijn. Ik kijk naar jullie verkiezingsprogramma’s, enorme boekwerken. Meer van dit, meer van dat. Daar moeten jullie mee stoppen. Mag het ook een keertje minder?
Beloof aan de kiezers dat jullie de problemen gaan oplossen, stap voor stap. Daar heb je heel veel deskundigen voor nodig, mensen die de regels kennen, verstand hebben van uitvoering, en stapje voor stapje de uitvoering op orde kunnen brengen. Ja, dat is saai en het spreekt bij kiezers niet tot de verbeelding. Maar het is de enige manier.
Simpele regels, die iedereen kan snappen
Beloof dus niet aan de kiezers dat je alle problemen in één keer gaat oplossen. Dat gaat niet. Maar beloof bijvoorbeeld dat je elk jaar één uitvoeringsorganisatie adopteert om schoon schip te maken. En vier het uitbundig als het gelukt is. Als je de WIA hebt opgeschoond, of de rechtspraak netjes is gedigitaliseerd, of de thuiszorg eindelijk zo hebt geregeld dat iedereen het weer begrijpt.
Alleen zó krijg je stapje voor stapje het vertrouwen terug van de mensen die in jullie teleurgesteld zijn. Dat je kunt beloven dat de overheid er weer voor de mensen is. Dat mensen de overheid weer gaan vertrouwen en erop kunnen terugvallen als het nodig is.
Links is er voor de gewone mensen die soms hulp van de overheid nodig hebben. Die belofte kunnen jullie niet meer waarmaken. Dáárom lopen de kiezers bij jullie weg. Die krijg je maar op één manier weer terug: door de overheid weer terug te brengen naar de gewone mensen, met simpele regels die iedereen kan snappen.
Kaj Jalving is jurist en bestuurskundige. Na een lange loopbaan in de arbeidsbemiddeling is hij nu fulltime publicis , in het bijzonder over tolerantie.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!