Waarom er straks meer vrouwen dan mannen medisch specialist zijn
Nog niet eens zo heel lang geleden waren bijna alle chirurgen man. In het Leids academisch ziekenhuis waren ze allemaal man, en hadden ze allemaal dezelfde aardappel in de keel. De reden was algemeen bekend, al stond die natuurlijk nergens zwart op wit: om in Leiden chirurg in opleiding te kunnen worden, moest je lid zijn van zekere disputen van de studentenvereniging Minerva. Wat deze coöptatie betekende voor de ruimdenkendheid en patiëntvriendelijkheid van de professie laat zich raden.
Elitaire uitsluiting bestaat
Lange tijd was het lidmaatschap van Minerva of een andere corporale vereniging ook een bijna noodzakelijke voorwaarde voor een carrière in de advocatuur, de diplomatieke dienst of de landelijke politiek. Goed dat die tijden voorbij zijn, al is het verschijnsel nog niet met wortel en tak uitgeroeid.
Elitaire uitsluiting bestaat, en wie denkt dat vrouwen van nature ongeschikt zijn om chirurg te worden omdat chirurgen traditioneel man zijn, heeft ergens in de vorige eeuw de aansluiting met de moderne tijd gemist. Dit is een aspect van de naturalistic fallacy: het idee dat de maatschappelijke status quo per definitie overeenkomt met de ‘natuurlijke’ stand van zaken. ‘Het is zo, omdat het zo hoort; en we weten hoe het hoort, omdat het altijd zo geweest is.’
Onbedorven natuurvolken
Gek genoeg beroepen ook ijveraars voor gendergelijkheid zich vaak op deze naturalistische dwaling. Dan wordt er een hardnekkige vorm van ongelijkheid geconstateerd, bijvoorbeeld dat Nederlandse vrouwen nog altijd meer dan mannen voor de kinderen zorgen, en dan moet bewezen worden, dat deze ongelijkheid bij onbedorven natuurvolkeren of in een mythisch verleden niet bestond, zodat deze te wijten moet zijn aan discriminatie en cultureel bepaalde gender-stereotypen.
Welke zotte vormen dat kan aannemen, wordt geïllustreerd door het recente ‘nieuws’ dat vrouwen in de tijd van onze verre voorouders, de jager-verzamelaars, voorbeeldig geëmancipeerd waren: ze zouden net zo vaak op groot wild gejaagd hebben als mannen. Het bewijs, volgens een in Science Advances gepubliceerd onderzoek: in een tiental pre-historische graven trof men de skeletten aan van vrouwen die samen met puntige stenen en andere veronderstelde jachtwapens zijn begraven. In populair-wetenschappelijke media verschenen prompt artist impressions van koene vrouwen die met een speer in de aanslag achter mammoeten en sabeltandtijgers aan renden.
Functionele specialisatie
Dit is vrijwel zeker een politiek correct fabeltje. Bij alle recente jager-verzamelaars heerst strikte arbeidsspecialisatie: de mannen jagen, de vrouwen verzamelen. Een van de duidelijkste, objectief meetbare sekseverschillen betreft voorwerpen hard en gericht gooien: mannen zijn daar van nature veel beter in. Dat is een evident voordeel bij de jacht, net als hun grotere lichaamskracht, sprintsnelheid en uithoudingsvermogen. Als dit erfelijke verschil tussen man en vrouw niets met functionele specialisatie te maken heeft, moet de hele evolutietheorie op de schop.
De nuchtere realiteit is, dat we gewoon niet weten waarom sommige oervrouwen puntige stenen mee kregen in hun graf. De gretigheid waarmee zulk flinterdun bewijs omarmd wordt, dient de veronderstelde implicatie voor de maatschappij van nu. Iets als: ‘Zie je wel? Vrouwen jaagden net zo vaak op mammoeten als mannen, dus moet de helft van de CEO’s van grote bedrijven vrouw zijn.’
Neurotische media-elite
Het idee dat elke vorm van genderongelijkheid het gevolg is van subtiele of botte discriminatie, miskent dat vrouwen en mannen in de huidige maatschappij grotendeels vrij zijn om hun eigen keuzes te maken, en dat mannen en vrouwen als groep niet per se dezelfde ambities en interesses hebben.
Maar Nederlandse vrouwen en mannen moeten van alles, als het aan de neuroses van een spraakmakende media-elite ligt: minder respectievelijk méér deeltijdwerken, minder respectievelijk méér tijd met de kinderen doorbrengen, méér respectievelijk minder hanig en ambitieus zijn op de werkvloer, en meer vrouwen moeten door het glazen plafond heen de directiekamers in gekatapulteerd worden.
Permanent vergaderen als hoogste ambitie
Waarom gaat het in dit verband altijd over die paar top-vrouwen meer of minder? 99,9 procent van de mannen wordt nooit top-manager, tegen 99,97 procent van de vrouwen. Nou en? Misschien moet je, ongeacht gender, wel behoorlijk raar in elkaar zitten om permanent vergaderen met andere top-managers als hoogste ambitie in het leven te hebben.
IJveraars voor compromisloze gendergelijkheid voeren die ontbrekende vrouwelijke top-managers op als bewijs voor de systematische discriminatie van vrouwen door mannen in alle niveaus en geledingen van de arbeidsmarkt. Die moeten dan toch eens een frisse blik werpen op het traditionele mannenbastion waar deze column mee begon: de medisch specialisten.
Cliché doorbroken
Volgens een recente inventarisatie van het Rathenau Instituut, is nu bijna de helft van alle medisch specialisten aan academische ziekenhuizen vrouw. Bovendien zijn in de opleidingen tot medisch specialist nu de meesten vrouw. Gegeven de gevorderde leeftijd van de modale mannelijke specialist, staat nu al vast dat vrouwen in deze beroepsgroep over een paar jaar in de meerderheid zullen zijn. En dat zijn dus niet alleen maar gynaecologen en kinderartsen, maar ook cardiologen en oncologen.
Medisch specialisten hebben een hoge maatschappelijke status en behoren tot de hoogst betaalde medische professionals. Toch zijn vrouwen hier massaal door dat vermeende glazen plafond heen gebroken. Hoe laat zich dit rijmen met het cliché van de old boys-netwerken die vrouwen buiten de deur houden?
Gelijke kansen, geen gelijke uitkomsten
Simpel: dat cliché is niet juist. Althans, niet meer sinds de privileges van de corpsballen zijn afgeschaft. Sindsdien vormt de beroepsgroep steeds meer een afspiegeling van de verschillende keuzes die mannen en vrouwen maken. Blijkbaar voelen intelligente en ambitieuze vrouwen zich bij uitstek aangetrokken tot beroepen waar ze geavanceerde kennis kunnen combineren met zorg voor mensen, en doen ze dat veel liever dan top-manager worden van een IT-bedrijf of hedge fund. Gelijke kansen impliceert geen gelijke uitkomsten, en daar is niks mis mee.