Waarom Duitsland en Nederland valse vrienden zijn

Leer Duitsland kennen!
Leer Duitsland kennen!

Het dubbeltje lijkt gevallen. Vaak was de kritiek te horen dat de Nederlandse media totaal geobsedeerd zijn door de Amerikaanse verkiezingen, maar vrijwel niets doen aan de Duitse verkiezingen.

Van de verkiezingen in de Verenigde Staten kennen we zo’n beetje alle kandidaten uit de Primaries, hoe onbetekenend ze uiteindelijk ook blijken te zijn, terwijl we van Duitsland alleen Angela Merkel kennen. Scholz, Steinmeier, Baerbock? Ik ben bang dat in straatinterviews deze namen weinig Nederlanders iets zullen zeggen.  

De verklaring voor die scheve aandacht was dan dat Amerikaanse verkiezingscampagnes top-entertainment zijn, en Duitse verkiezingen bloedeloos saai. Want inderdaad, daar kwam altijd diezelfde Merkel weer uit de bus rollen.

Meer aandacht voor Duitse verkiezingen

Uit mediakringen heb ik begrepen dat men het nu echt anders wil aanpakken. Veel meer aandacht voor Duitsland. Niet alleen omdat met het einde van het tijdperk-Merkel de saaiheidsfactor iets minder is, en de onvoorspelbaarheid nu ook in de Duitse politiek heeft toegeslagen, zoals ik in mijn vorige bijdrage betoogde.

Ook omdat het besef groter is dat Nederland in sterke mate afhankelijk is van Europese politiek, en Duitsland daar een grote stem in heeft, als grootste en economisch meest invloedrijke buurland.

‘Duitsland-panel’

Amerika mag dan (via de NAVO) een enorme impact hebben op de veiligheids- en defensiepolitiek van Nederland, Duitsland drukt via de EU en de eurozone een grote stempel op onze handel, economie en welvaart. Dat is sinds het wegvallen van de Britten (Brexit) bepaald niet minder geworden.  

Dat inzicht begint nu door te dringen, en dus hebben de media besloten meer aan Duitsland te gaan doen. De Volkskrant heeft zowaar een heel ‘Duitsland-panel’ geïnstalleerd met Duitsland-kenners die regelmatig hun mening geven over Duitse aangelegenheden. Ook van NRC Handelsblad heb ik vernomen dat men de Duitse verkiezingen intensiever dan ooit wil volgen. 

CDU won dik in Saksen-Anhalt

Dit weekend hebben we al kunnen zien hoeveel aandacht de verkiezingen in de Oost-Duitse deelstaat Saksen-Anhalt kregen in de Nederlandse media. Deze laatste regionale verkiezingen voor de Bondsdagverkiezingen eind september werden als een belangrijke politieke test gezien. Met name voor Armin Laschet, de kanselierskandidaat van CDU en CSU.

De grote vraag was: blijft de CDU de grootste partij in het deelstaatparlement van Maagdenburg of wordt de rechts-radicale Alternative für Deutschland (AfD) daar voor het eerst de grootste? Inmiddels weten we dat de CDU in deze tweestrijd ruimschoots gewonnen heeft.  

CDU strijdt tegen AfD en Groenen

De verkiezingen in Saksen-Anhalt hebben wel laten zien voor welke lastige tweefronten-campagne CDU-leider Armin Laschet staat. In het Oosten strijdt de CDU tegen de AfD, in het Westen strijden CDU/CSU tegen de Groenen. Dat levert een spagaat en een voortdurende richtingenstrijd op binnen Laschet’s Union.

Goed dat de Nederlandse media dit soort complexiteit in Duitsland nu waarnemen en becommentariëren. Dat zal het Nederlands gevoel voor de Duitse politieke verhoudingen kunnen vergroten.

Nederlandse politici en wetenschappers spreken nauwelijks nog Duits

Want anders dan velen denken valt het met de kennis van en betrokkenheid bij Duitsland van Nederland en de Nederlanders nogal tegen. We denken dat we elkaar goed kennen. Dat de geografische nabijheid tussen Nederland en Duitsland garant staat voor betrokkenheid en herkenbaarheid. Dat de partijpolitieke stelsels met bijna dezelfde partijnamen identiek aan elkaar zouden zijn.

Maar ondertussen studeert er bijna geen Nederlandse student meer Duits, wemelt het van vacatures ‘leraar/lerares Duits’, beheersen Nederlandse politici en wetenschappers nauwelijks meer de Duitse taal, en zijn het alleen nog de handelskamers en EU-grensregio’s die kunnen bogen op intensief Duits-Nederlands contact.

Een totale naïviteit

Er studeren meer Duitse studenten in Nederland dan Nederlandse studenten in Duitsland en, naar ik heb begrepen, is het ook zo dat er meer Duitse studenten Nederlands leren dan Nederlandse studenten Duits. Voor een klein land als Nederland, dat politiek en economisch zo afhankelijk is van het grote buurland, zijn dit meer dan schokkende vaststellingen.

Deze feiten verraden een totale naïviteit. Een totaal gebrek aan inzicht in de verhoudingen. Nederland heeft zijn traditionele ‘kleine landen- en vele talen’-voorsprong totaal verkwanseld. Wie klein is, moet slim en extra goed voorbereid zijn.

Voer Duits als verplichte tweede taal in op middelbare scholen

Nederland ligt, aldus de historicus Johan Huizinga, in een strategische economische en culturele driehoek, tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland in. De generaties van de HBS beheersten moeiteloos drie Europese talen en kenden de geschiedenis van de buurlanden. Nu beheersen de nieuwe generaties nog nauwelijks de eigen taal.

Op middelbare scholen zou minimaal Duits als verplichte tweede taal moeten worden ingevoerd, helemaal in de lange grensstreken van Oost- en Zuid-Nederland. Daar waar men meer dan goed is eerder met de rug naar Duitsland leeft (op benzine en boodschappen na), dan dat men Duitsland-ambassadeur in Nederland is geworden.

‘Valse vrienden’

De gebrekkige relatie tussen Nederland en Duitsland heeft ertoe geleid dat we ‘valse vrienden’ zijn geworden. We denken dat we elkaar heel goed begrijpen, maar in werkelijkheid ligt het vaak net een slag anders.

Het begrip ‘valse vrienden’ komt uit de taalkunde. Bij talen die veel op elkaar lijken, zoals het Duits en het Nederlands, tref je nogal wat woorden aan die qua vorm of klank sterk op elkaar lijken, maar toch een heel andere betekenis hebben. Hoe meer talen met elkaar verwant zijn, hoe meer valse vrienden er zijn.

Door de jaren heen hebben overeenkomstige woorden en begrippen dan een andere betekenis gekregen. Een paar Duits-Nederlandse voorbeelden van valse vrienden: bellende Hunde (blaffende honden); absichtlich (niet afzichtelijk, maar opzettelijk); die Andacht (devotie, geen aandacht); der Beleg (kassabon, geen beleg).

Schijnbare overeenkomstigheid

Mijn punt is: zoals Duitsland en Nederland in hun talen tegen valse vrienden oplopen (schijnbare overeenkomstigheden), zo is dat ook op politiek, economisch en cultureel vlak. We denken dat we elkaar goed kennen en in veel opzichten verwant aan elkaar zijn, maar zijn dat vaak net niet.

Nederland heeft de neiging haar kennis van en affiniteit met Duitsland te overschatten. Men denkt dat die relatie vanzelf wel goed zit. Maar de kennis over Duitsland, over het Duitse politiek-maatschappelijk debat, over hoe de hazen daar lopen en de beheersing van de Duitse taal: dat houdt allemaal bepaald niet over in Nederland. Sterker: dat wordt, tot in de hoogste kringen, steeds minder.

Nu samenwerking met de Britten in EU-verband ons ontvallen is, ligt een nog intensievere samenwerking met Duitsland voor de hand. Dat vraagt om een beter begrip en inzicht van de Duitse politiek en samenleving. Om het onderkennen en herkennen van ‘valse vrienden’ op dat vlak.

Duitsland denkt federaal, Nederland centralistisch

Om met een paar voorbeelden af te sluiten. Een groot verschil tussen Duitsland en Nederland is het federale denken, wat ook een andere houding ten opzichte van de Europese Unie met zich meebrengt.

Duitsland is als bondstaat gewend te denken in federale verhoudingen. Anders dan in de tamelijk centralistisch geregeerde eenheidsstaat Nederland, hebben de Bundesländer in Duitsland tamelijk vergaande eigen competenties.

De zestien deelstaten hebben een eigen regering die op veel terreinen, zoals onderwijs, natuurbescherming, gezondheidszorg, cultuur en media, een eigen beleid mag bepalen. De deelstaten hebben een Bondsraad als overlegorgaan, en eigen ‘ambassades’, in zowel Berlijn als Brussel.

Europa als vergroot Duitsland

Duitsland heeft de (onbewuste) neiging om Europa als een vergroot Duitsland te zien, een federale eenheid met iets meer bondslanden, en om Duitse constructies zoals de Länderfinanzausgleich (een onderling verdelingsmechanisme) op Europese schaal te projecteren.

Anders dan de federale Belgen, laten de Nederlanders zich daardoor vaak verrassen en overrompelen, zeker daar waar in de Duitse Europa-politiek de Merkel-doctrine van Zusammenhalt (koste wat kost Europa bij elkaar houden) altijd heilig is.

Duitsland is religieuzer dan Nederland

Duitsland en Nederland mogen dan als geestverwant overkomen, Duitsland is in veel opzichten nog een stuk traditioneler dan Nederland. Religieuzer, meer vormelijk-hiërarchisch ook. Op partijcongressen van vrijwel alle partijen zitten er bisschoppen op de eerste rij.

In bedrijven en organisaties zetten de leidinggevenden de lijnen uit, en wordt niet eindeloos vergaderd en overlegd zonder eindbesluit.

Ik zeg wel eens: in Duitsland begint het Oosten van Europa. Want niet pas in Polen begint de weerstand tegen zoiets als het homohuwelijk, dat speelt al sterk in Duitsland.

Investeer meer in de taal en de kennis van Duitsland

Raadselachtig voor ons West-Europeanen is ook de romantische vriendschap die tussen Duitsland en Rusland bestaat, ondanks de wederzijdse vernietigingsstrijd in de Tweede Wereldoorlog. De Russisch-Duitse liefde gaat verder dan Nordstream 2 en gas.  

Kortom, juist omdat veel in Duitsland eender lijkt dan in Nederland, maar het net niet is, moeten we veel meer investeren in Duitse taal, kennis en betrokkenheid.

Wynia’s Week zorgt niet alleen voor onafhankelijke berichtgeving over Nederland, maar ook over de buurlanden, zoals deze serie van René Cuperus over Duitsland (en Nederland). Steunt u deze ongebonden berichtgeving? Donaties voor Wynia’s Week zijn zeer welkom. Doneren kunt u HIER.

Hartelijk dank!