Waarom doen wij dit? Laat de naastenliefde ons niet vernietigen. Stop de immigratie.

ChrisRutenfrans 16-11-24
Asielzoekers bij de grens tussen Kroatië en Hongarije, 2015. Beeld: voanews.com

Een land als Nederland laat massaal mensen toe die een belasting vormen voor welvaart en samenleving. Waarom doen we dat toch? Chris Rutenfrans verklaart ‘het zelfdestructieve gedrag van veel westerse landen’ uit de christelijke cultuur. Want de kerken lopen wel leeg, maar de christelijke reflexen zijn daarmee niet weg. Zijn conclusie: de moderne naastenliefde doet ons uiteindelijk de das om: de ‘versteliefde gaat ten koste van de naasten’.

In het jaar 2000 verscheen in Letter & Geest van het dagblad Trouw een artikel met als kop: ‘Hoeveel immigratie willen wij?’ Het was geschreven door Trouw-redacteur Gerbert van Loenen. Volgens hem gaat achter alle discussies over de integratie van nieuwkomers de vraag schuil hoeveel immigratie we eigenlijk willen. Hoeveel immigratie kan onze samenleving aan?av

Van Loenen constateerde dat het aantal niet-westerse allochtonen in Nederland tussen 1990 en 2000 was gestegen met 62 procent (ofwel met een half miljoen tot circa 1,3 miljoen mensen). Hij vindt het gek dat over deze ‘grootste maatschappelijke verandering van de afgelopen dertig jaar’ nooit een debat is gevoerd. Vervolgens behandelt hij een lange reeks ‘debatdoders’: argumenten, kreten, dooddoeners en bezweringsformules die een antwoord op de vraag ‘hoeveel immigratie willen wij?’ in de kiem smoren.

Ik noem er een paar: ‘Je moet de multiculturele samenleving als een verrijking zien.’ ‘We zijn nu eenmaal een immigratieland.’ ‘We hebben nu eenmaal het vluchtelingenverdrag ondertekend.’ ‘We hebben de immigranten nodig om de vergrijzing te bestrijden.’ En de verdachtmaking: ‘Alleen extreemrechts maakt zich zorgen over immigratie.’ Hieraan verwant is het verbod op bepaalde woorden. In 2000 was dat ‘Überfremdung’. Nu is het ‘omvolking’.

Veel van deze debatdoders zijn nu, 25 jaar later, nog steeds springlevend. In het pasverschenen monumentale immigratieboek van Jan van de Beek, Migratiemagneet Nederland, en in de reacties daarop komen ze stuk voor stuk aan bod.

Jan van de Beek begint zijn boek trouwens met een nieuwe debatdoder. Centraal in zijn onderzoek staat de vraag hoeveel immigranten netto bijdragen aan de schatkist. En hij voorzag dat alleen al dat onderzoeksdoel op grote weerstand zou stuiten. ‘Je mag mensen toch niet langs de meetlat van de euro leggen?’ Mensen zijn toch meer dan alleen hun economische waarde?

Feiten en moraal

Daarop komt hij met twee antwoorden. Het eerste is dat bij elk overheidsbeleid mensen worden geraakt wat een berekening van de kosten niet in de weg staat. Een medicijn tegen kanker wordt alleen vergoed als het niet meer kost dan een bepaald bedrag per gewonnen levensjaar. Het tweede antwoord is dat de netto-baten of -kosten van een immigrant een heel goede indicatie blijken te zijn van zijn of haar mate van integratie. Hoe beter immigranten zijn voor de schatkist, hoe beter hun opleiding en hun baan, en hoe lager hun criminaliteit is. Ze zorgen dat hun kinderen goed onderwijs krijgen en gaan vaak relaties aan met autochtonen, wat hun integratie weer ten goede komt.

Bovendien: als je weet wat de baten en kosten zijn van de verschillende immigrantengroepen dan ben je beter in staat het migratiebeleid te sturen. En ook al zouden de kosten van sommige groepen zeer hoog zijn, dan nog kun je in de politiek besluiten om de immigratie van die groepen te laten doorgaan. Feiten en de waardering van feiten zijn twee verschillende zaken. Maar een morele discussie over het migratiebeleid kan beter worden gevoerd op basis van feiten dan van gevoelens.

De culturele afstand

Van de Beek berekent de nettobijdrage van een immigrant aan de schatkist door de kosten in de vorm van onderwijs, toeslagen en uitkeringen af te trekken van de baten in de vorm van accijnzen en belastingen. En dat vanaf de geboorte of het moment van immigratie tot de dood of de remigratie.

De bijdrage aan de schatkist van immigranten wordt vooral bepaald door hun culturele afstand tot Nederland. Om die afstand te meten, maakt Van de Beek gebruik van de World Values Survey, een langlopend onderzoek naar de waarden en normen in een groot aantal landen. Op basis van dat onderzoek kun je van elk land bepalen in hoeverre de inwoners ‘seculier-rationele’ of ‘traditionele’ waarden koesteren en in hoeverre zij gericht zijn op ‘zelfexpressie’dan wel op ‘overleving’.

Westerse landen zijn meer seculier-rationeel en zelfexpressief en Afrikaanse en islamitische landen meer traditioneel en overlevingsgericht. Het protestantse Europa staat helemaal rechtsboven op de kaart en de Afrikaans-islamitische landen linksonder. Tussen deze twee groepen van landen is de culturele afstand het grootst. Daar tussenin liggen het confucianistische China, katholiek Europa en Latijns-Amerika.

(Lees verder onder het kader)

Het pas verschenen boek ‘Migratiemagneet Nederland’ van dr Jan van de Beek (foto) waar in dit artikel sprake van is maakt veel los in het politieke en maatschappelijke debat. Het boek is een uitgave van Uitgeverij Blauwburgwal, is 470 pagina’s dik en overal te koop. Prijs: 23,50 (inclusief verzendkosten). Ook te koop in de winkel van Wynia’s Week: www.wyniasweek.nl/winkel.

De cultuur van een land bepaalt wat voorop staat, het individu of de familie of stam, ze bepaalt of het land een democratie kent of een autocratie en hoe technologisch ontwikkeld een land is. De nettobijdrage van een immigrant aan de Nederlandse samenleving hangt sterk samen met de cultuur van het land van herkomst. Immigranten uit westerse landen leverden in 2016 een bijdrage van gemiddeld 700 euro aan de schatkist, terwijl niet-westerse immigranten dat jaar gemiddeld 11.000 euro kostten. Van de Beek drukt het zo uit: Om de kosten van één niet-westerse immigrant te dekken is de nettobijdrage van 7 autochtonen nodig.

Twintig procent van de immigranten levert de schatkist geld op, terwijl tachtig procent geld kost. Immigranten die het meeste geld kosten zijn afkomstig uit Afrika en het Midden-Oosten.    

Aldus berekend bedroegen de kosten van de immigratie tussen 1995 en 2024 700 miljard euro. Veel meer dan de totale aardgasbaten tot nu toe van 540 miljard euro.   

Asielmigranten zijn het duurst

Anders dan je misschien zou verwachten hebben ook de gastarbeiders uit Turkije en Marokko geld gekost en dat geldt ook voor de huidige arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Deze mensen werken hard en hebben hun werkgevers vaak ook geld opgeleverd, maar na verloop van tijd komen velen toch in een uitkering terecht en komen ze dus ten laste van de gemeenschap. Daarbij komt dat met arbeidsmigranten vaak gezinsmigranten meekomen, en die kosten ook geld. Anderzijds leveren arbeidsmigranten uit westerse landen en Japan, de ‘expats’, de schatkist veel geld op.

Het allerduurste zijn de asielmigranten. Zij komen niet om te werken of te studeren, ze zijn vaak laag opgeleid en jong. En het belangrijkste: ze blijven hier veel langer dan de arbeids- en studiemigranten. Na 10 jaar is van de arbeidsmigranten nog maar 21% in Nederland, van de asielmigranten is dat 55%.

De meeste asielzoekers komen uit Afrika en het Midden-Oosten. Omdat hun cultuur het verst verwijderd is van die in Nederland en ze een lage opleiding hebben, is hun integratie in Nederland volgens Van de Beek ‘vrij dramatisch’. Vandaar ook hun hoge kosten voor de schatkist. Eén asielmigrant kost gedurende zijn levensloop inclusief volgmigratie van familie en de tweede generatie netto 800.000 euro.

Hoe slechter de integratie des te langer het verblijf

Het inwilligingspercentage van asielverzoeken is in Nederland 85% tegenover een EU-gemiddelde van 48%. Reden is volgens Van de Beek dat het juridisch bijna niet te doen is vluchtelingen te onderscheiden van economische migranten. Een asielzoeker geniet het voordeel van de twijfel en wordt door medewerkers van Vluchtelingenwerk grondig voorbereid op het gesprek met de IND-medewerker.

Van de Beek verwacht dat er tussen 2023 en 2027 door asielzoekers naar verwachting 175.000 inwoners bijkomen. Dat kost alleen al aan extra gezondheidszorg 200 miljoen euro per jaar. Aan bijstand kost het 1 miljard extra per jaar. In 2017 was 51% van de bijstandontvangers een niet-westerse immigrant. Er zijn duizenden extra plaatsen in het onderwijs nodig. Jonge asielmigranten komen twee keer zo vaak in het veel duurdere bijzonder onderwijs terecht dan autochtonen. En de criminaliteit neemt toe. In 2026 zijn er naar schatting 3600 extra verdachten en 600 extra gevangenisstraffen.

De definitieve klap is dat juist de migranten die het slechtst integreren, en het duurste zijn, het langst in Nederland blijven.   

Deze gegevens maken moedeloos. Van de Beek maakt glashelder dat economisch voordeel geen argument kan zijn om het huidige migratiebeleid in stand te houden. Ook is duidelijk dat je met immigranten de vergrijzing niet kunt bestrijden.

Naarmate je verder leest in zijn boek vraag je je vaker af: waarom doen wij dit? Waarom brengen we onze verzorgingsstaat, waar decennialang door generaties aan is gewerkt, in gevaar door zoveel mensen op te nemen die geen bijdrage kunnen leveren aan die verzorgingsstaat maar deze alleen maar uithollen?

Afwijzing van de westerse cultuur

Onder de immigranten bevinden zich betrekkelijk veel aanhangers van de islam, een godsdienst die haaks staat op de westerse waarden. In de islam bestaat er geen scheiding van kerk en staat en geen vrijheid van meningsuiting, is de vrouw volkomen ondergeschikt aan de man, is er geen vrijheid het geloof te verlaten en bestaat er weinig tolerantie ten aanzien van mensen met een ander geloof.

Van de Beek haalt enkele opiniepeilingen aan waaruit blijkt dat onder moslims die in het Westen leven een vrij breed gedragen afwijzing van de westerse cultuur bestaat. Ze zijn minder dan andere immigranten geneigd een relatie aan te gaan met iemand van buiten hun eigen cultuur. Een meerderheid van de Franse en de Duitse moslims vindt dat de islam gaat boven de Franse Republiek en de Duitse wetgeving. Ook is er een aanzienlijke bereidheid onder moslims in zes West-Europese landen om hun geloof met geweld te verdedigen. En zelfs om de cultuur van het gastland te vervangen door hun eigen cultuur.

Vanaf 9/11 zijn er in de westerse wereld veel aanslagen gepleegd door radicale moslims. In Engeland, Spanje, Duitsland en vooral in Frankrijk. In Nederland is in 2004 filmer Theo van Gogh vermoord door een islamist en zijn in 2019 vier doden en zes gewonden gevallen bij de tramaanslag door een islamist in Utrecht. PVV-leider Geert Wilders moet al jaren zwaar beveiligd worden tegen islamisten die hem dreigen te vermoorden. En vorige week donderdag waren het hoogstwaarschijnlijk vooral moslims die in Amsterdam de supporters van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv systematisch in een hoek hebben gedreven en mishandeld.

Waarom doen wij dit?

Van de Beek is erg pessimistisch over de integratie van islamitische immigranten. Ze zijn eerder geneigd zich op te sluiten in hun eigen cultuur dan op te gaan in de cultuur van hun gastland.   

Dit maakt de vraag nog klemmender wat ons bezielt om zoveel immigranten toe te laten van wie we weten dat ze ons miljarden gaan kosten en van wie een groot deel ook nog eens onze cultuur niet accepteert. Waarom doen wij dit?        

Ik denk dat de oorzaak van dat zelfdestructieve gedrag van veel westerse landen is gelegen in de christelijke grondslag van de westerse cultuur. De Nederlandse asielwet is gebaseerd op het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951. Dat was aanvankelijk beperkt tot mensen die moesten vluchten als gevolg van gebeurtenissen die voor 1951 hadden plaatsgevonden, die samenhingen met de Tweede Wereldoorlog. Die beperking is in 1967 opgeheven, waarmee het Vluchtelingenverdrag een onbegrensde open-einde-regeling werd.  

Het Vluchtelingenverdrag is door meer dan 150 landen ondertekend. Saoedi-Arabië en de even rijke Golfstaten hebben het verdrag echter niet getekend en hoeven dus geen vluchtelingen op te nemen. Ook landen die wel getekend hebben, nemen lang niet allemaal vluchtelingen op. Zo erkende Japan, toch een land dat in veel opzichten vergelijkbaar is met westerse landen, in 2017 slechts 20 van de bijna 20.000 asielaanvragen. In 2020 daalde het aantal aanvragen flink, en werden 47 van de 3936 asielverzoeken toegekend. In 2021 waren dat 74 toezeggingen; in 2022 waren het er 202. Het aantal groeit, maar is in vergelijking met andere welvarende landen verwaarloosbaar.

Turkije en Oeganda nemen wel veel vluchtelingen op, maar die landen kennen geen verzorgingsstaat zoals de meeste westerse landen die wel kennen. En als je geen verzorgingsstaat hebt, schrijft Jan van de Beek, is het opnemen van vluchtelingen niet zo’n groot probleem. Je hoeft er immers niet voor te zorgen. Ze nemen alleen maar ruimte in, wat voor een klein, dichtbevolkt land als Nederland overigens ook al een groot probleem is.

Radicale ethiek

De landen met een verzorgingsstaat die veel vluchtelingen opnemen behoren alle tot de westerse cultuur. Die cultuur is in sterke mate gevormd door het christendom, dat, op zijn beurt, weer sterk is bepaald door het jodendom. Over de juiste houding tegenover vreemdelingen staat in het Oude Testament (Exodus 23,9): ‘Vreemdelingen mag je niet uitbuiten. Jullie weten immers hoe het voelt om vreemdeling te zijn, omdat jullie zelf vreemdelingen zijn geweest in Egypte.’ En Leviticus 19,33: ‘Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft mag je niet onderdrukken.’ 

In het Nieuwe Testament wordt echter een radicale ethiek gepreekt die veel verder gaat dan alleen een oproep om vreemdelingen goed te behandelen en in moeilijke omstandigheden op te nemen. Dat begint al met het gebod om uw naaste lief te hebben gelijk uzelf. Dat is al bijna niet te doen.

Maar in de Bergrede (Mattheüs, 5) gaat Jezus nog een stuk verder. Hij zegt daar dat hij niet gekomen is om de Wet en de Profeten af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Dat tot vervulling brengen blijkt een nogal extreme aanscherping te zijn. Hij zegt dat je niet alleen geen moord mag plegen, maar ook niet woedend tekeer mag gaan tegen je broeder of zuster. En je mag niet alleen geen overspel plegen, maar iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. En het oudtestamentische gebod om niet meer te vergelden dan een oog om een oog en een tand om een tand wordt door Jezus als volgt  geradicaliseerd: ‘Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat ook de linkerwang toe te keren.’ Dat is nogal wat.

Heb je vijanden lief

Het toppunt wordt bereikt waar Jezus zegt: ‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” Dit zeg ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen; alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. (…) Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.’

We worden hier opgeroepen volmaakt te worden, en zo gelijk te worden aan God, en gezegd wordt dat we dat kunnen bereiken door onszelf volledig weg te cijferen. We moeten sterven om opnieuw, en nu volmaakt, geboren te worden.

Nu denk ik dat Jezus’ oproep tot een dergelijk mystiek streven naar volmaaktheid, dat we ook in andere godsdiensten tegenkomen, is gericht tot het individu en niet tot de samenleving. Maar ik denk ook dat de westerse cultuur, die eeuwenlang een christelijke cultuur is geweest, is doordesemd van de uiterst zelfverloochenende, zo niet zelfdestructieve geest van de Bergrede.

Natuurlijk is het een groot goed om naar jezelf te kijken om te zien of je niet net zo bent als de mensen op wie je neerkijkt, de ‘tollenaars’ en de ‘heidenen’, maar het kan letterlijk levensgevaarlijk zijn om je vijand lief te hebben.

Niet te pruimen

In verband met deze nieuwtestamentische ethiek spreekt de Belgische filosoof Moyaert van de mateloosheid van het christendom. Het gebod van de naastenliefde kent volgens Moyaert geen grenzen: ‘Nooit kun je het vredige gevoel hebben dat je tenminste gedaan hebt wat je moest doen. De liefde tot je naaste wordt slechts door jezelf beperkt. Je schiet dus altijd tekort en daar ben je persoonlijk verantwoordelijk voor!’  

Moyaert zegt dat in het gebod ‘Heb uw vijand lief’ de naastenliefde op de spits gedreven wordt. ‘Dan moet je een misdadiger vergeven die geen berouw toont. Dat is niet te pruimen. Maar dát is het wezen van de christelijke naastenliefde.’

Gelukkig, zegt Moyaert, heeft de kerk de naastenliefde getemperd tot de werken van barmhartigheid. Een geestelijk werk van barmhartigheid is bidden. ‘Bid voor de levenden en de doden.’ Je kunt je naaste, maar ook je vijand dan liefhebben door voor hem te bidden. En voor hem bidden is nog iets anders dan hem moeten vergeven. In het bidden vraag je God of Hij iets voor je doet wat je zelf niet kunt doen: je vijand vergeven.

Nu zult u denken: ja maar het christendom is toch allang uitgestorven? Niemand weet toch meer wie Jezus was en wat de Bergrede inhoudt?     

Dat is zo. Maar dat lost het probleem van de naastenliefde niet op. Met het christendom is de naastenliefde niet verdwenen. Integendeel. De naastenliefde is sterker en dwingender dan ooit. Ze wordt tegenwoordig vooral geformuleerd in de gedaante van de mensenrechten. En er is geen instantie meer, zoals voorheen de kerk, die er paal en perk aan stelt. In de woorden van Paul Moyaert: ‘Als het geloof in God wegvalt, en de naastenliefde blijft bestaan, dan zal die naastenliefde ons uiteindelijk terroriseren. Wij zullen alles uit naastenliefde moeten doen. Hoever gaan wij in het helpen van een ander? Dat kent geen grenzen! Dat wordt een verschrikkelijk universum.’

Laten we de naastenliefde spreiden

In dat universum zijn we nu aangekomen. We weten dat het binnenhalen van duizenden vreemdelingen onze samenleving zal uithollen en op den duur vernietigen, maar we vinden het erg moeilijk er een eind aan te maken. Misschien moeten we onze naastenliefde beter en verstandiger gaan spreiden. Onze liefde voor de naasten die ver weg wonen, flauw gezegd de versteliefde, gaat ten koste van de naasten die dichtbij wonen en die dus pas echt onze naaststaanden zijn. Want de immigratie van kansloze immigranten gaat ten koste van degenen die aan de onderkant van onze samenleving verblijven, en onder hen bevinden zich veel immigranten van vorig jaar of het vorige decennium.

Misschien moeten we onze liefde voor de ver weg wonende naasten uitdrukken door hen daar te helpen en niet door hen hier naartoe te halen. Want een samenleving die met een beroep op de mensenrechten op grote schaal immigranten opneemt die de grondslag van die samenleving aantasten, maakt het zichzelf op den duur onmogelijk om een menswaardig bestaan te verschaffen aan de eigen inwoners en ook aan de mensen van buiten. Kort gezegd: wanneer je teveel vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten opneemt, word je op den duur zelf een Afrikaans of Midden-Oosters land waaruit mensen willen wegvluchten om elders asiel te vragen.  

Dit is de tekst van een lezing voor de herfstschool van de stichting Sociale Christendemocratie in Zorgvlied, 14 november 2024.

Jan van de Beek, Migratiemagneet Nederland, Amsterdam, Blauwburgwal, 23,50 euro.

Chris Rutenfrans is criminoloog en eindredacteur van Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!