Waandenkbeelden over ‘veilig’ richten enorme schade aan
Weet u uit uw hoofd hoeveel Nederlanders in de jaren zeventig omkwamen in het verkeer? En hoeveel dat er nu zijn? Momenteel schommelt dat aantal tussen de 550 en 600 per jaar. In het topjaar 1972 waren dat er 3300, waaronder 400 kinderen. En dat op een bevolking die een kwart kleiner was dan nu, dus gerelateerd aan de huidige bevolkingsomvang 4400 verkeersdoden per jaar.
Die piek werd bereikt als gevolg van een verdubbeling van het aantal verkeersdoden in de tien jaar daarvoor. Gegeven het snel toenemende autobezit, had het jaarlijks aantal slachoffers zonder drastische tegenmaatregelen best nogmaals kunnen verdubbelen.
Er was destijds dus alle reden om de alarmklok te luiden. De actiegroep ‘Stop de kindermoord’ heeft daarbij nuttig bewustwordingswerk gedaan. Motorrijders moesten een helm gaan dragen, veiligheidsgordels werden verplicht, en alcoholcontroles geïntensiveerd. Het aantal slachtoffers kelderde, en momenteel is de kans voor een Nederlander om te verongelukken in het verkeer bijna acht keer zo klein als toen.
Maar is het verkeer nu ‘veilig’? Zinloze vraag. Er vallen nog steeds elke dag 1 à 2 doden in het verkeer, en vlak ook de dagelijkse vijftig zwaargewonden niet uit. De enige manier om 0 verkeersslachtoffers te hebben, is het stilleggen van alle verkeer en alleen nog verplaatsing te voet toe te staan. Het zou het einde van onze maatschappij betekenen.
Droomwereld
Niettemin, karakteristiek voor de feitenvrije droomwereld waarin hedendaagse bureaucraten hun visies ontwikkelen, is Vision Zero nu de Europese – en dus Nederlandse, want zo gaat dat tegenwoordig – doelstelling: 0 verkeerdoden in 2050, te beginnen met een halvering per 2030. Wat moet er eigenlijk niet worden gehalveerd per 2030 in die droomwereld? Stikstofuitstoot, CO2-uitstoot, en dus ook verkeersdoden. Hoe kan het dat al die onafhankelijke instanties op hetzelfde magische halveringsjaar 2030 uitkomen? Die volgen toch alleen maar de wetenschap?
Als het over verkeer gaat, acccepteert iedereen dat er een afweging gemaakt moet worden tussen wat dit oplevert voor de maatschappij en de schade die dit aanricht. Stoppen met autorijden is nooit een optie geweest. Met praktische maatregelen bleek het mogelijk om die schade drastisch omlaag te brengen, maar iedereen snapt dat die nooit nul wordt. Hier prevaleert het gezond verstand, waarschijnlijk omdat veel mensen zelf een auto bezitten en iedereen er tenminste als passagier gebruik van maakt.
Steeds schrillere protesten
Daarentegen heeft niemand een miniatuur hoogoven in zijn achtertuin staan om zelf ambachtelijk staal te maken (ooit een verplichting in het China van Mao, met desastreuze gevolgen voor de economie). Hoogovens, dat zijn onheilspellende bastions van het grootkapitaal op ontoegankelijke, zwart uitgeslagen industrieterreinen.
Volgens een rapport van de GGD uit 2021 over de luchtkwaliteit in de IJmond is in de afgelopen tien, vijftien jaar de uitstoot door Tata Steel van fijnstof, zware metalen, stikstof, black carbon en PAKs al meer dan gehalveerd, en het aantal dagen met piekbelasting van fijnstof – waar een aparte norm voor is – is nog veel sterker afgenomen. Maar tot enige opluchting of matiging bij de zelfbenoemde vertegenwoordigers van de omwonenden heeft dat niet geleid, integendeel. De protesten, en de weerklank die deze krijgen in de media en op social media worden juist steeds schriller.
Als het risico van welke uitstoot dan ook niet tot nul kan worden teruggebracht, dan moeten die hoogovens weg. Dat is althans het sentiment dat oplaait als er weer eens een grafietregen over Velzen is neergedaald.
Staal is net zo onmisbaar voor een moderne samenleving als de auto, maar het idee dat je dan als land ook zelf die productiecapaciteit in huis moet hebben is geheel uit beeld geraakt. Spullen? Die láten we toch maken? In China of India, of zo?
Stikstof en aardgas
Qua stikstof is iets dergelijks aan de hand: sinds de piek in de jaren negentig daalt de uitstoot al dertig jaar, naar nu ongeveer een derde van wat die ooit was. Maar tot enige redelijkheid in de stikstofambities heeft dat niet geleid, integendeel. Er mag volgens die ambitie in 2050 geen sprietje stikstofovergevoelige waterplant of schrale heide nog een overschrijding van de Kritische Depositiewaarde oplopen, al is het maar 0,1 gram per hectare per jaar. En als dat niet haalbaar is zonder de landbouw weg te doen, dan moet de landbouw maar weg. Voedsel? Graan? Dat importeren we toch gewoon, uit Oekraïne of zo?
Ongeveer idem wat betreft aardgas. Onze eigen gaswinning veroorzaakt lichte aardbevingen waarbij nog nooit een slachtoffer gevallen is. Er zijn legio gebieden op aarde waar regelmatig dergelijke natuurlijke bevingen plaatsvinden, waar gewoon mensen wonen. Maar in plaats van de huizen in Groningen te verstevigen en de schade te compenseren, moet de ambitie risico nul zijn, dus we stoppen met de gaswinning. Energie-autonomie? Dat is zó 20ste eeuw. Gas halen we voortaan wel uit Rusland.
Bloedrode clusters in Amsterdam
Vision Zero en soortgelijke ambities berusten op een waandenkbeeld over ‘veilig’ dat enorme maatschappelijke schade aanricht. Zonder auto’s, staalproductie, intensieve landbouw en aardgas (nog tot ver in deze eeuw) stort onze maatschappij ineen. De massale schade die dat zou aanrichten, is niet eens een risico, maar een zekerheid.
Staat vast dat Tata Steel nul gevallen van kanker of andere gezondheidsschade onder omwonenden veroorzaakt? Uiteraard niet, maar dat was wel hoe de kop boven m’n vorige column werd opgevat – althans op Twitter. Daarom nog even terug naar die cluster van longkanker in Beverwijk, waar 25 procent meer longkanker voorkomt dan het landelijk gemiddelde. Die cluster wordt gretig uitgemolken door actiegroepen en Tata-haters. Als je die kaart van het aantal gevallen van longkanker in meer detail bekijkt, valt op dat in Amsterdam bloedrode clusters van longkanker liggen die 85 en 100 procent boven het landelijk gemiddelde uitkomen. Welke actiegroep is daar al voor opgericht?
Opvallend is ook hoe rijke buurten als Aerdenhout en Bloemendaal blauw kleuren. De rode wijken van Amsterdam zijn daarentegen juist de armste. Het patroon is duidelijk, en dat blijkt ook uit elk gezondheidsonderzoek dat naar roken vraagt: bovenmodaal rookt weinig, minima roken veel. En 90 procent van alle longkanker is nog steeds het gevolg van roken.
Oudjaar en Paasvuren
Zo’n patroon kan uiteraard niet bewijzen, dat de cluster in Beverwijk (7 extra gevallen van longkanker) volledig door rookgedrag te verklaren is. Het valt niet uit te sluiten, dat de uitstoot van fijnstof door Tata Steel ook een of twee extra gevallen veroorzaakt heeft, al zullen we nooit weten welke. Dit moet je dan wel in de context zien van de ruim 13 duizend nieuwe gevallen van longkanker per jaar in heel Nederland, waarvan minstens tienduizend door roken.
Tata Steel stoot relatief nog steeds veel fijnstof en stikstof uit. Maar hilarisch is wel dat een RIVM-rapport over de luchtkwaliteit in de IJmond in 2021 opmerkt, dat vrijwel de enige uren in het jaar dat de Lucht Kwaliteit Index (LKI) er paars uitsloeg (‘zeer slecht’), de uren rond Oudjaar waren. U hoeft niet eens te raden waarom. Daarnaast was er nóg een dag met een opvallend slechte LKI, en dat kwam volgens dit rapport waarschijnlijk ‘door de Paasvuren in Nederland en Duitsland’.
Het is een nobel streven om de uitstoot van zware industrie zoals Tata Steel nog verder terug te dringen. Net zoals we ook nu nog moeite doen om het verkeer nog veiliger te maken. Dat mag ook best wat kosten. Maar met name SP-politici, actiegroepen en meningenmannetjes in de media zouden eens moeten beseffen en publiekelijk uitdragen hoe veilig, schoon en gezond Nederland al is, in vergelijking met de rest van de wereld én in vergelijking met Nederland twintig of vijftig jaar geleden.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers bericht iedere week over dikwijls onuitroeibare moderne mythes. Begin maart verschijnt bij Uitgeverij Blauwburgwal zijn nieuwe boek ‘De stikstoffuik’.
We vallen u er niet graag mee lastig, maar het is natuurlijk wel waar: de donateurs zijn het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt – ook nu weer, in 2023. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!