Voorzitter John Kerstens van de Koepel Gepensioneerden is een waardeloze belangenbehartiger 

WW Verbon 10 april 2025 FOTO-scaled
John Kersten, voorzitter van de Koepel Gepensioneerden, mocht onlangs op audiëntie bij NSC-minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Foto: Facebook.

John Kerstens, voormalig vicevoorzitter van de FNV en oud-Tweede Kamerlid van de PvdA, is sinds 2021 voorzitter van de Koepel Gepensioneerden. Arme leden van deze koepel, want net als in zijn vakbondstijd en tijdens zijn Kamerlidmaatschap houdt Kerstens nog steeds erg veel van het nieuwe pensioenstelsel. Hij is zelfs bereid om daarover leugentjes om bestwil te verkopen.  

Onlangs mocht Kerstens op audiëntie bij NSC-minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, om samen van gedachten te wisselen over het voorstel van NSC om pensioenreferenda mogelijk te maken. Op de website van de Koepel Gepensioneerden zegt Kerstens er het volgende over:  

‘Ik heb de minister aangegeven niet blij te zijn met het kluitjesvoetbal van politiek, pensioenwereld, polder en pers waarbij iedereen als een gek achter het inspraakplan van NSC aanrent. Als door de eenzijdige focus daarop de grootste belofte van de nieuwe Pensioenwet (een koopkrachtiger pensioen) ondersneeuwt, mag iedereen zich dat aantrekken.’ 

Hoezo kluitjesvoetbal?  

Eerst maar even dat kluitjesvoetbal. Als ik zo de troepen monster, zie ik dat de zogenoemde kwaliteitskranten, de pensioenfondsen, de vakbonden en de meeste politieke partijen zich profileren als overtuigde verdedigers van de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp). Daar tegenover zie ik vooral veel eenzame strijders, zoals senator Martin van Rooijen (50PLUS), bijzonder hoogleraar Europees pensioenrecht Hans van Meerten en een paar politieke partijen (bijvoorbeeld NSC) die met de Wtp niet zo tevreden zijn.  

Dan het ‘koopkrachtiger pensioen’ waar Kersten het over heeft. Hoe is dat onder de Wtp mogelijk? Gaan de pensioenfondsen voortaan veel beter beleggen? Worden de premies wellicht exorbitant verhoogd? Of krijgt De Nederlandsche Bank er plotseling spijt van dat ze de pensioenfondsen gedwongen hebben te gokken op renteverlagingen, zoals voormalig pensioenbestuurder Jelle Mensonides uit de doeken heeft gedaan? En gaat DNB daarom miljarden euro’s ter compensatie naar de pensioenfondsen overmaken? 

Nee, niets van dat alles. Je kunt bijvoorbeeld eerder verwachten dat pensioenfondsen onder de Wtp sléchter gaan beleggen. Voorheen waren de pensioenfondsen er namelijk verantwoordelijk voor om een nominale pensioengarantie waar te maken. Die garantie hoeven de fondsen onder de Wtp niet meer te geven. Zij hoeven zich dus ook helemaal niet meer ongerust te maken over de omvang van het pensioenvermogen. Als de rendementen laag zijn, keren ze immers minder pensioen uit.  

Er komt dus onder de Wtp geen extra geld tevoorschijn voor de financiering van de pensioenen. Je zou eerder verwachten dat er minder geld beschikbaar komt, omdat pensioenfondsen meer dan voorheen op hun lauweren kunnen rusten. Een beter pensioen beloven, kan dan alleen maar omdat de pensioenfondsen hun vermogen er zonder bezwaar doorheen mogen jagen. Pensioenfondsen lopen onder de Wtp immers geen enkel risico meer om een te laag vermogen te hebben. Dat risico is overgedragen naar de deelnemers van de pensioenregelingen zelf. Dit gegeven is Kerstens kennelijk ontgaan. Hij lijkt ook niet voornemens dat aan de gepensioneerden uit te leggen. Hij jokt zelfs tegen ze – zie deze passage uit Kerstens’ gesprekverslag:  

‘Er bestaat bij alle betrokkenen veel meer overeenstemming over het vergroten van de mogelijkheden van pensioenfondsen om die belofte [van een koopkrachtiger pensioen] waar te maken dan over het plan van een individueel bezwaarrecht of een referendum over het al dan niet overstappen naar een nieuwe pensioenregeling met alle haken en ogen die daaraan zitten. Zoals een gepensioneerde onlangs tegen me zei: “Ik heb liever dat ze een koopkrachtiger pensioen voor me regelen dan dat ik ja of nee mag zeggen tegen iets dat ik niet snap.” Daar had die meneer een punt.’ 

Zekerheid of onzekerheid 

Maar wat was dan het punt van die meneer? De keuze is niet voor een lager pensioen (onder het oude pensioenstelsel) of een hoger pensioen (onder de Wtp), zoals Kerstens suggereert. De keuze is voor een zeker pensioen (onder het oude pensioenstelsel) of een onzeker pensioen (onder de Wtp). Onder het nieuwe pensioenstelsel krijgen deelnemers bij pensionering eenvoudigweg hun afgedragen pensioenpremies terug plus het daarop gemaakte rendement. Dat betekent dat het pensioen relatief hoog kan zijn, namelijk als het rendement hoog is, maar het kan dus ook relatief laag zijn. ‘Pechgeneraties’ zouden misschien wel 10 procent lagere pensioenen kunnen krijgen. Onder het oude pensioenstelsel zou dat niet kunnen omdat er impliciet sprake was van solidariteit tussen generaties. Generaties met hoge rendementen op hun premies kregen daar geen hogere uitkeringen voor. Hogere rendementen konden worden opgespaard voor de generaties met lagere rendementen. 

Dan het negatieve advies van de Raad van State over de plannen voor pensioenreferenda. Kersten was daar naar eigen zeggen niet verbaasd over:  

‘Het was te voorzien dat de Raad van State ontzettend kritisch op het voorstel zou zijn. Het grijpt immers in op een wet die dik anderhalf geleden al in werking is getreden en waar partijen in Pensioenland al een tijd mee aan de slag zijn. Dit advies zal door de tegenstanders van het NSC-plan met beide handen worden aangegrepen om het van tafel te krijgen.’ 

In werkelijkheid was het advies van de Raad van State eenzijdig, partijdig en wel erg opzichtig een slap aftreksel van de visie van De Nederlandsche Bank. De ‘tegenstanders van het NSC-plan’ zijn hypocriet als ze een niet-onafhankelijk advies voldoende reden vinden om een referendum af te wijzen. 

Zeker, een referendum kan een verstoring betekenen van de uitvoering van de wet. Wie zou dat willen ontkennen? Maar je kunt ook niet ontkennen dat wetten te allen tijde veranderd kunnen worden. Wetten kunnen namelijk ondeugdelijk zijn, of misschien zelfs de facto onwettig. Wat dat laatste betreft: de juridische discussie of invaren wel of niet mag, woedt – als ik het wel heb – nog in alle hevigheid voort. Het zou kunnen dat mensen als Hans van Meerten gelijk hebben en krijgen met hun stelling dat verplicht invaren in strijd is met het eigendomsrecht. Dan zal er toch een aanpassing van de Wtp moeten volgen. 

Tijd voor een nieuwe voorzitter 

Kerstens wil dus niet dat gepensioneerden zeggenschap krijgen over hun pensioenrechten die ze de afgelopen decennia hebben opgebouwd. Ze moeten van Kerstens verplicht invaren met de daarbij behorende kans dat ze er in pensioeninkomen op achteruitgaan. Wel pleitte hij tijdens zijn gesprek met Eddy van Hijum ‘voor het verdergaan op de door de minister ingeslagen weg om verenigingen van gepensioneerden ook bij de verdere transitie naar nieuwe pensioenregelingen te betrekken’.  

Kort en goed: van Kerstens mogen de gepensioneerden meewerken aan het opheffen van hun pensioenrechten. Maar als ze daar niet aan willen meewerken, gebeurt het toch. 

Mijn advies aan de leden van de Koepel Gepensioneerden: hou een referendum over het voorzitterschap van uw club. Mag John Kerstens blijven ja of nee – doorhalen wat niet wordt gewenst.  

Harrie Verbonis emeritus hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!