Voor welk probleem is een verbod op conversietherapie een oplossing? Ook wetenschappers trekken nu aan de bel
Een initiatiefwetsvoorstel vanuit het linkse deel van de Tweede Kamer is onthaald op een tamelijk vernietigend wetenschappelijk advies, nadat de Raad van State er eerder al zeer kritisch en negatief over adviseerde. Maar of het helpt en of de Kamer op haar schreden zal terugkeren?
Het initiatiefwetsvoorstel, vorig jaar op ‘Coming Out Day’ in herziene versie ingediend door D66, VVD, PvdA, GroenLinks, SP en Partij voor de Dieren, beoogt een verbod op ‘conversietherapie’. Oftewel – wat huiselijker geformuleerd – op ‘homogenezing’. Die genezingspogingen worden in het wetsvoorstel omschreven als ‘handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van de seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie’.
In Australië riskeren hulpverleners een gevangenisstraf
Het gaat dus om pogingen om personen die uit de kast komen met een bepaalde seksuele gerichtheid of identiteit die van de gangbare binaire indeling afwijkt, daarvan af te helpen: mensen die homo of lesbi zijn, jongeren die twijfelen over hun genderidentiteit en het idee hebben dat ze in het verkeerde lichaam zijn geboren. Mensen in hun omgeving – ouders, kerkelijke werkers, docenten/mentoren, psychologen – dienen die uiting onverwijld te ‘affirmeren’, en mogen niet proberen deze personen op andere gedachten te brengen of hun adviseren er nog eens over na te denken (bijvoorbeeld omdat er achter die twijfel ook andere psychologische problematiek schuil zou kunnen gaan).
Ook elders, in Schotland, Canada en de Australische deelstaat Victoria, zijn er overigens ineens dit soort initiatieven, en soms zijn die zelfs nog wat rigoureuzer dan bij ons. In Victoria riskeren hulpverleners zelfs een jarenlange gevangenisstraf en een heropvoedingscursus.
Omdat dit wetsvoorstel een initiatief vanuit de Kamer is, is het eind vorig jaar in een procedurevergadering van de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (19 december) niet controversieel verklaard – ondanks het feit dat de verkiezingen van een maand eerder nieuwe verhoudingen in de Kamer hadden gecreëerd en er een meerderheid was ontstaan die – zacht gezegd – minder welwillend tegenover dit soort wetten staat dan voorheen. Maar ja, de noeste arbeid van collega-Kamerleden veeg je niet zomaar van tafel en dus moest de behandeling worden voortgezet.
Maar op instigatie van Mirjam Bikker (CU) gebeurde er iets verrassends. Er bestaat sinds een aantal jaren een samenwerkingsverband ‘parlement en wetenschap’ en dat biedt Kamerleden de mogelijkheid een wetenschappelijk advies over hun plannetjes in te winnen. En dat is nu ook met dit voorstel gebeurd. De toets is afgelopen donderdag gepresenteerd, en heeft ertoe geleid dat de behandeling van het initiatief (de eerste ronde van de schriftelijke inbreng) een week is uitgesteld tot aanstaande dinsdag. Dat de Kamer na dit advies wat meer tijd nodig heeft om nog eens na te denken, begrijpt iedereen die van de ‘wetenschapstoets’ kennis neemt.
In eerste instantie oogt dit initiatief natuurlijk niet onsympathiek. De dagen dat homoseksualiteit als een ziekte en dus als te genezen werd gezien, liggen al lang achter ons, en de genezingspraktijken waren bepaald mensonterend. Maar waar gebeurt het nog? Voor welk probleem is deze wet, met andere woorden, een oplossing?
Volgens de wetenschapstoets berust het wetsvoorstel op een onderzoek dat het Bureau Beke en Ateno in mei 2021 heeft uitgevoerd. Dat onderzoek blijkt vooral op buitenlandse cijfers gebaseerd die niets zeggen over de praktijk in Nederland. En die cijfers zijn niet bepaald overtuigend: het gaat om welgeteld veertien interviews met vooral mensen in de Verenigde Staten die ervaring hebben met ‘conversiehandelingen’. Over welke handelingen gaat het dan precies en hoe schadelijk zijn die? Dat maakt de Memorie van Toelichting in het geheel niet duidelijk.
Minder bewegingsruimte voor (gender)psychologen
Het wetsvoorstel gaat ervan uit dat seksuele gerichtheid en genderidentiteit onveranderbare persoonskenmerken zijn. Maar dat is niet zo, stellen de wetenschappers John de Wit (Utrecht), Sjors Ligthart (Tilburg) en Jilles Smids (Rotterdam). ‘Bij de meerderheid van pre-puberale kinderen met genderdysforie verminderen of verdwijnen de genderdysfore gevoelens’.
En waarom moeten conversiehandelingen via dit voorstel strafbaar worden gesteld? Volgens de wetenschappers is ‘het opzettelijk toebrengen van psychologische schade’, mocht dat een van de effecten van de handelingen zijn, nu al strafbaar onder artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht.
En bovendien: als dit initiatief kracht van wet zou krijgen, wordt de bewegingsruimte van (gender)psychologen drastisch ingeperkt, en dat is volgens deze toets ‘onwenselijk’. Zelfs een voorzichtige benadering van jongeren die in transitie willen (‘watchful waiting’) zou volgens dit voorstel strafbaar worden. En is het niet wat paternalistisch als de overheid de behandeling van ouderen op eigen verzoek zou willen verbieden?
Opnieuw een marginale herziening?
In deze toets komen belangrijke argumenten terug die ook al door de Raad van State tegen dit voorstel zijn ingediend. Die kritiek van het hoogste adviesorgaan van het land (waarbij ook werd gewezen op de dreigende schending van fundamentele rechten en vrijheden) heeft slechts tot een marginale herziening van het initiatief geleid. Dat zou ook nu zo maar weer kunnen gebeuren. Ideologieën onderhouden immers een moeizame relatie tot de feiten. Hoe de behandeling afloopt, zal in niet geringe mate afhankelijk zijn van de resultaten van de (in)formatiegespreken die dezer dagen worden gevoerd. Als VVD en NSC niet over hun eigen schaduw wensen te springen, dreigt het alternatief van een centrumlinks kabinet onder Frans Timmermans, en dat zou de succesvolle afronding van dit initiatief zo maar eens tot een van de speerpunten van zijn beleid kunnen maken.
Bart Jan Spruyt is historicus en journalist.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!