Voor jonge kiezers zijn huizen en goed onderwijs veel belangrijker dan CO2
De hoogte van de AOW is voorlopig weer veilig. Hulde voor senator Martin van Rooijen (50Plus), de nestor van het parlement. Onvermoeibaar legde hij alle trucs bloot waarmee de kabinetten-Rutte probeerden om toch op de AOW te beknibbelen. In de weken dat Kim Putters werkte aan de formatie, deed hij optimistisch mee aan de discussie met zijn eigen herinneringen aan het kabinet-Den Uyl (1973-1977). Dat was ook extraparlementair – dus waarom niet nog een keer?
De grote partijen in het parlement houden zich zo veel mogelijk stil om zo al hun opties open te houden in de formatie, maar Van Rooijen werkte hard door (hij is de enige nog actieve volksvertegenwoordiger van 50Plus). Alle hulde. Vanwege zijn expertise en ervaring als staatssecretaris bij Financiën focust hij vooral op de inkomens van de ouderen.
Onwaardig levenseinde
Maar er zijn meer zorgen voor de bejaarde Nederlanders: tekorten en bureaucratie bij de persoonsgebonden budgetten voor de zorg, wachtlijsten voor opname en vooral ook de gevolgen van de onbezonnen sluiting van de bejaardenhuizen.
In de verpleeghuizen zijn beschamende personeelstekorten – een lange nacht met één incontinentieluier; overdag naar de wc, maar alleen wanneer de verzorger een tijd voor de groep heeft ingepland. Urgent om dat beter te krijgen, want nu worden ieder jaar duizenden ouderen en hun dierbaren geconfronteerd met een levenseinde dat onze welvaartsstaat onwaardig zou moeten zijn.
De jongeren hebben geen Van Rooijen om voor hun zaak op te komen. Maar ik schat in dat beter beleid voor de jongere kiezers onderweg is – zeker bij de rechtse partijen. Links (D66, PvdA, GL, SP, PvdD, CU en Volt) hoopte met een extreem klimaat- en stikstofbeleid die jongere kiezers binnenboord te houden, maar verloor 17 zetels in november. Die uitslag was geen verrassing voor wie bekend was met het opinieonderzoek vlak voor de verkiezing naar de belangrijkste thema’s. Daarin kwam het woningtekort op de tweede plaats (na de gezondheidszorg), veel hoger dan het klimaat dat op plaats negen stond. Het percentage van de jongeren dat niets belangrijker vindt dan klimaat en natuur, daarvoor snelwegen bezet en modieuze steun krijgt in NRC, Volkskrant en NOS is dus volgens de harde cijfers helemaal niet zo groot.
Voor de hand ligt dus een strategie waarbij de VVD oudere kiezers blij maakt door mee te gaan in het verzet tegen de nieuwe pensioenwet, en jongeren aanspreekt met een geloofwaardig plan voor meer huizen. De oudere en al gepensioneerde VVD-kiezers, veelal eigen-huis bezitters, kunnen dan het best steun betuigen aan het helpen aanjagen van de woningbouw door de pensioenfondsen. Liever dat dan miljarden plempen voor windmolens in de Noordzee (die zijn zo riskant als belegging dat de private sector zich Europawijd terugtrekt).
Maak einde aan stikstof-idiotie
Een geloofwaardig plan voor 300.000 huizen vereist een ommezwaai met de stikstof: voortaan moet niet langer de ‘neerslag’ maar de ‘uitstoot’ in de gaten worden gehouden. Na die correctie, bepleit door experts Arnout Jaspers en Quinten Pluymaekers, kunnen we huizen gaan bouwen. Komen die dan op locaties dicht bij het werk van de nieuwe bewoners, zodat die op de fiets of met het ov makkelijk naar hun werk kunnen, dan is dat wél een serieuze bijdrage aan klimaat en natuur, en maakt de kortere reistijd het hopelijk ook voor sommigen mogelijk om meer uren te gaan werken.
BBB wil niets liever dan een einde aan de stikstof-idiotie, PVV is natuurlijk ook voor meer woningen, en zelfs als NSC aarzelt over de stikstof, dan nog is er een meerderheid in de Kamer.
Dringend een ‘rechtse’ minister van Onderwijs nodig
Tweede grote onderwerp voor jongeren: het onderwijs. Zo jammer dat Harm Beertema (PVV) is vertrokken uit de Kamer. Maar misschien komt hij terug als minister van Onderwijs – zelf pleit Beertema heel hoffelijk voor eerherstel van Dennis Wiersma (VVD). Wie zou ooit gedacht hebben dat we dringend een ‘rechtse’ minister van Onderwijs nodig hebben?
Voor de studenten aan hbo en universiteit zijn er nog wat financiële zaken recht te zetten, waaronder de wel erg zuinige compensatie achteraf voor de benadeelde jaargangen 2015-2023, en de correctie voor de inflatie die nu weer onzeker is voor 2025. Veel belangrijker is echter de kwaliteit van hun onderwijs. Studenten moesten het volle collegegeld betalen in de twee covid-jaren, maar misten de levendige interactie met docenten en medestudenten in de klas. En nu is covid voorbij maar die interactie staat ernstig onder druk door bureaus die controleren dat studenten niets horen of lezen waar ze misschien van zouden kunnen schrikken.
Grote ondernemingen gaan hun eigen introductieprogramma’s versterken omdat ze een lagere dunk krijgen van wat studenten leren in het hoger onderwijs. Een krachtige minister kan dat gebruiken als nog een extra argument om hier de ‘Chicago principes voor academische vrijheid’ tot de norm te maken en die kwalijke bureaus te verbieden. Een kleine minderheid zal roepen dat zij mentaal te teer is voor de confrontatie met onwelgevallige ideeën, maar de meeste studenten en docenten zullen opgelucht zijn als die bureaus verdwijnen en de kwaliteit wordt hersteld (zie dit en dit artikel over vermijdbaar kwaliteitsverlies aan mijn eigen Erasmus Universiteit Rotterdam).
Schoolgaande kinderen hebben zwaar geleden onder de twee covid-jaren. In het tweede covid-jaar kreeg de minister het advies om de ventilatie van de klaslokalen te verbeteren en dan direct de scholen weer te openen, maar dat gebeurde niet om de stomme reden dat rijk en gemeenten kibbelden over de verdeling van de kosten van de ventilatie. Kinderen die toen weer thuis moesten blijven liepen daarmee in de herfst van 2021 nog eens vier maanden extra achterstand op – zowel intellectueel als sociaal.
Levenslange schade door gesloten scholen
De topadviseur van de OESO op onderwijsgebied, prof Eric Hanushek stelt onder meer voor om leraren op scholen waar de opgelopen achterstand het grootst is te belonen met financiële bonussen wanneer ze daar met succes aan gaan werken. Ook hier zou Harm Beertema met al zijn eigen ervaring als leraar in Rotterdam-Zuid goed werk kunnen doen, is het niet als minister dan als adviseur. Geef het geld en we weten zeker dat Beertema en Wiersma het niet zullen doorsturen naar de schoolbesturen, maar gebruiken om individuele leraren aan te moedigen en te helpen.
En komt er dan een leraar met een plan om met de klas een week in het najaar op kamp te gaan, maak dat dan ook mogelijk en betaal de docenten die meegaan. Hanushek legt uit dat de schade van de gesloten scholen de leerlingen hun hele verdere leven veroordeelt tot een lager inkomen, en daardoor dus ook de hele economie permanent lager doet uitkomen (voor de VS schat hij 3-4 procent lager bbp tijdens hun werkzame leven).
Meer huizen en intensiever onderwijs zijn nodig, maar kosten geld. En dan is er ook nog een gat bij Defensie van 0,3 procent bbp. Volgende week mijn suggesties hoe we beter beleid kunnen betalen.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!