Verkiezingen over zoet, meteen daarna volgt het zuur

MennoTamminga 2311
‘In geen enkele bedrijfstak is de stemming zo belabberd als in de bouw.’ Beeld: architectenweb.nl.

Waar ging de verkiezingscampagne over?

In elk geval niet over de Nederlandse economie en de overheidsfinanciën. Terwijl daar alle reden voor is. Het volgende kabinet hoeft niet bang te zijn voor een economische recessie. Nederland zit er namelijk al middenin. Eerste kwartaal: 0,5 procent krimp. Tweede kwartaal: 0,4 procent. Derde kwartaal: 0,2 procent.

De teruggang is vooralsnog niet zo alarmerend als na de kredietcrisis, zeg maar de periode 2009-2015. Economen en ministers kwalificeren de teruggang tot nu als een ‘technische recessie’ of, heel geruststellend, als een ‘milde recessie’.

Ondernemend Nederland is somber

In de verkiezingscampagne hoorde je geen zorgelijke uitspraken over de economie. Geen klagen over de krimpeconomie die het kabinet RutteVier heeft achtergelaten. In Den Haag warmt iedereen zich aan de lage werkloosheid en de alsmaar groeiende werkgelegenheid. Mede dankzij de banengroei en de inflatie stijgen de belastinginkomsten (loonbelasting, BTW op consumptie). Het gevreesde ‘b-woord’, bezuinigen, hoor je nergens. Integendeel. Het is juist een nieuw ‘b-woord’ dat het politieke debat beheerst. Bestaanszekerheid.

Maar hoe lang zal deze bijna Ruttiaanse blijmoedigheid standhouden na 22 november? Onder de motorkap van de sputterende economie zie je dat het bedrijfsleven niet meer zo lekker loopt. In het derde kwartaal zorgden de overheidsuitgaven ervoor dat de economie niet nog dieper wegzakte. Dat is een veeg teken. Kennelijk hapert de werkelijke groeimotor. Tegenover de blijheid in Den Haag staat de somberheid van ondernemers. Uit een peiling van het CBS bleek vorige week dat het ondernemersvertrouwen in het lopende kwartaal is gedaald. Opnieuw. Het is de achtste daling op rij. Wat is er aan de hand in ondernemend Nederland?

Als je kijkt naar de macro-economische situatie dan is er lichte economische krimp in Duitsland en feitelijk stagnatie in Europa, onze eerste afzetmarkt. Daar heeft de export van het bedrijfsleven onder te lijden. Verder is de rente de afgelopen anderhalf jaar spectaculair gestegen. Dat werkt door in de bouw van koopwoningen. Nieuwbouw wordt duurder. Dat merk je niet meteen, want wat in de pijplijn zit wordt afgebouwd, maar je ziet het wel in de verwachtingen. In geen enkele bedrijfstak is de stemming zo belabberd als in de bouw.

Wat zetten de ondernemers op één als ze gevraagd worden naar de belemmeringen voor hun groei? Een tekort aan arbeidskrachten. Den Haag kijkt met plezier naar de lage werkloosheid en de banengroei, maar voor ondernemers is dat juist een hindernis: te weinig sollicitanten. Uit deze tegenstelling kun je twee conclusies trekken: de loonstijgingen zijn nog niet tot rust gekomen én het onderwerp arbeidsmigratie wordt ook bij coalitiebesprekingen een thema waarover partijen tegenover elkaar staan en tegenover de werkgeverslobby. En wat wil de VVD, die in ondernemer Frank van Gool (uitzendbureau Otto Workforce) een prominente geldschieter heeft.

Staat van het mkb

Onder de motorkamp hapert wel meer. Het Nederlandse bedrijfsleven verliest aan dynamiek, blijkt uit de jaarlijkse Staat van het mkb, die vorige week is verschenen. Deze publicatie staat vol informatie over het reilen en zeilen van kleine en middelgrote bedrijven. Zij zijn de ruggengraat van de economie. De aandacht gaat doorgaans uit naar de grote en bekende multinationals, maar in het midden- en kleinbedrijf werken de ondernemers die u kent.

Twee aspecten pik ik eruit. De eerste is het feit dat er wel steeds meer bedrijven worden opgericht, maar dat zijn voornamelijk zelfstandigen zonder personeel. Het aantal kleine en middelgrote bedrijven dat groei laat zien, daalde. Tweede opvallende en positieve uitkomst: in 2022 werkten 2,2 miljoen mensen voor een bedrijf dat in 2012 nog niet was opgericht. In 2012 werkten ruim anderhalf miljoen mensen voor een bedrijf dat in 2022 niet meer bestond.

Het bedrijfsleven is, kortom, kwetsbaarder dan politici denken als zij kijken naar de winsten van grote ondernemingen. En als zij op basis daarvan de volgende lastenverzwaringen afkondigen. Voor politici staan extra belastingopbrengsten automatisch vast, mits de overbelaste Belastingdienst dat voor elkaar kan boksen. Maar dat automatisme geldt niet voor de inkomsten van ondernemers.

De politieke fixatie op bestaanszekerheid leidt gemakkelijk tot een éénrichting verkeer: de overheid moet meer doen, meer geld uitgeven en meer mensen aannemen om dat werk te doen. Dat komt bovenop hét thema waar in verkiezingstijd niet over is gepraat: de kosten van de gezondheidszorg. De groei van de zorguitgaven ligt aanzienlijk hoger dan de groei (laat staan de huidige krimp) van de jaarlijkse productie van goederen en diensten. Uit deze opbrengsten moeten de uitgaven wel worden gefinancierd. De zorg is het koekoeksjong dat de groei van andere collectieve uitgaven (defensie, sociale zekerheid, onderwijs) op termijn vanzelf het nest uit kiepert.

Geef burger meer waar voor hetzelfde geld

Een van de oplossingen, maar wel een gewaagde, deed ING-econoom Marcel Klok vorige week in een rapport over arbeidsmarkt, vergrijzing, verduurzaming en de-globalisering. De personeelskrapte is nijpend, het bedrijfsleven wordt daardoor in zijn groei belemmerd, dus laat de overheid zijn groeistuipen beteugelen, bijvoorbeeld door een personeelsplafond in te stellen. Je kunt ook denken aan het afremmen van de overheidsuitgaven. Klinkt als: bezuinigen.

Dat is een zure boodschap, zeker voor de kiezers en de gekozenen die vanavond, op verkiezingsavond, het zoet van de overwinning proeven. Maar het is niet Den Haag dat de economie maakt. Het bedrijfsleven maakt de economie. Meer geld uitgeven kan iedereen. De burger meer waar voor hetzelfde geld geven, dat is de politieke opgave na 22 november.       

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!