Vanwaar de obsessie met private equity? In de zorg is fraude het échte probleem
Voor de tweede keer in korte tijd heeft de Tweede Kamer een motie van de SP aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen private equity in de zorg te verbieden. Volgens de indieners van de motie zijn op winst gerichte ondernemingen een groot risico in de zorg.
De motie werd aangenomen dankzij steun van regeringspartij PVV. Dat is opvallend omdat PVV-minister Fleur Agema van Volksgezondheid vorige week nog had aangegeven private equity niet te willen verbieden. Ze herhaalde daarbij het standpunt van haar voorganger VVD-minister Conny Helder, die dit de Tweede Kamer een paar maanden geleden ook al had laten weten. Agema zei daarbij dat ‘deugende’ private equity investeerders in de zorg hard nodig zijn en dat de overheid niet voldoende geld heeft om alle nodige investeringen in de zorg te betalen. Ze voegde daar nog aan toe dat het juridisch ook niet mogelijk is om private equity in de zorg te verbieden. De Tweede Kamer trok zich weinig aan van deze argumenten.
Geringe omvang
De obsessie van de linkse en populistische partijen met private equity in de zorg staat in schril contract met de omvang ervan. Volgens een onderzoek van EY Consulting gaat in de medisch-specialistische zorg slechts 3,75 procent van de premies van de zorgverzekering naar private equity ondernemingen. In de GGZ (2,20 procent), de huisartsenzorg (minder dan 1 procent) en de langdurige zorg (0,73 procent) is dat zelfs nog veel minder. Volgens EY Consulting maken private equity zorginstellingen ook niet meer winst dan niet-private equity instellingen. De omvang en betekenis van het verschijnsel is in de zorg dus heel gering. Waar maak je je dan druk over, zou je zeggen.
Het wegsluizen van zorggeld naar private equity bedrijven valt ook reuze mee. De cijfers uit het rapport van EY Consulting laten zien dat private equity bedrijven in de zorg niet meer winst maken dan andere zorginstellingen. De grootste private equity zorginstelling in ons land is de Bergman-kliniek. Deze kliniek is gespecialiseerd in planbare behandelingen zoals staaroperatie en heupoperaties. Bergman had vorig jaar een omzet van 337 miljoen euro. Daarbij werd een bescheiden winst van 97.000 euro gemaakt. Deze winst werd niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar toegevoegd aan de financiële reserves.
Patiënten zijn over het algemeen ook niet minder tevreden over de zorg bij private equity bedrijven. Op de site van ZorgkaartNederland, waar patiënten een beoordeling van hun zorgverlener kunnen achterlaten, krijgt de Bergman-kliniek gemiddeld een 8,9. Dat is hoger dan de meeste ziekenhuizen. De SP maakt zich nogal druk om de toekomst van het Zuyderland Ziekenhuis in Heerlen. Dit ziekenhuis wordt door patiënten heel wat minder goed beoordeeld. Patiënten geven het ziekenhuis in Heerlen niet meer dan een zuinige 7,1.
Het onderzoek van EY Consulting laat ook zien dat staaroperaties en heupoperaties bij private equity klinieken van vergelijkbare kwaliteit zijn als bij ‘gewone’ ziekenhuizen en klinieken. Hierbij moet wel worden bedacht dat private equity klinieken vaak de eenvoudige gevallen behandelen en patiënten waarbij complicaties worden verwacht al snel naar een ziekenhuis worden doorverwezen.
Dan maar lenen bij de bank?
Minister Agema geeft terecht aan dat de overheid niet het geld heeft voor de investeringen in de zorg die nu door private equity bedrijven worden gedaan. Wat de linkse en populistische partijen vergeten, is dat als zorginstellingen geen kapitaal van private equity bedrijven mogen aantrekken, ze aangewezen zijn op leningen van banken. Banken geven het geld ook niet gratis, maar vragen daar een flinke rente voor.
De obsessie van de Tweede Kamer met private equity in de zorg staat ook in groot contrast met het gebrek aan aandacht voor zorgfraude. Het is niet precies bekend hoeveel geld er jaarlijks aan winst wordt uitgekeerd aan private equity bedrijven. Mijn schatting is dat dit niet meer dan enkele tientallen miljoenen euro’s is. Volgens schattingen van het Openbaar Ministerie en de Algemene Rekenkamer verdwijnt er door fraude jaarlijks drie tot tien miljard euro in de zakken van criminelen. De winstuitkering aan private equity bedrijven is slechts een fractie van de omvang van de fraude.
Sinds de toeslagenaffaire waarbij ouders die kinderopvangtoeslag ontvingen ten onrechte van fraude werden beschuldigd, durven politieke partijen hun vingers niet meer te branden aan de aanpak van fraude. Hierdoor kunnen criminelen in de zorg vrijwel ongestoord hun gang gaan.
Geen echte aanpak
Minister Agema, die als minister verrassend verstandig is, stelde tijdens het debat voor om zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten meer mogelijkheden te geven om bij vermoedens van fraude gegevens te kunnen uitwisselen. Nu kan een frauduleuze zorgverlener die door zorgverzekeraars wordt geweerd, zonder veel problemen zijn terrein verleggen naar de zorg die door de gemeente wordt. Vooral de NSC vond uitwisseling van gegevens een inbreuk op de privacy. De privacy van fraudeurs wordt door de NSC kennelijk belangrijker geacht dan de aanpak van criminelen.
De Tweede Kamer stemde uiteindelijk toch in met een beperkte uitbreiding van de mogelijkheid voor gegevensuitwisseling. Aan een echte aanpak van fraude waarbij meer mensen en middelen worden uitgetrokken voor opsporing en vervolging van fraudeurs ontbreekt het echter.
Fraude in de zorg is een veel groter risico voor de zorg – om de woorden van de indieners van de SP-motie te gebruiken – dan private equity. Het wordt tijd dat de Tweede Kamer zich daar druk over gaat maken.
Hoogleraar economie Wim Groot schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week, vaak over gezondheidszorg.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het mogelijk dat ons online magazine drie keer per week verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!