Utopie voor een nieuw publiek bestel: vier omroepen en 100 miljoen bezuinigd

koster
dvertentie van KRO/NCRV: ‘Als gevolg van ontkerkelijking is de omroep omgevormd tot een allegaartje-zender. Beeld: pbs.twimg.com.

De formerende partijen zijn het over veel oneens, maar over één dossier bestaat overeenstemming: de publieke omroep moet worden hervormd. De liefde voor de staatsomroep varieert van niets (‘een nutteloos ding’) tot iets meer (‘waardevol, maar moet goedkoper’). Het budget zal kleiner worden en het mes wordt gezet in de bureaucratie. De roep om in te grijpen volgt na verschillende schandalen over grensoverschrijdend gedrag bij omroepen en gebrek aan transparantie over geldstromen en aanbestedingen van programma’s. De vraag: hoe kan de publieke omroep zich hervormen?

Om die kwestie te beantwoorden moeten we terug naar het ontstaan van de publieke omroep, ruim 100 jaar geleden. Met de komst van de AVRO in 1923 startte de publieke televisie, waarbij omroepverenigingen zich een plaats konden veroveren in het bestel. Na de AVRO volgden in 1925 en 1926 KRO, NCRV, VARA en VPRO, toen nog met puntjes.

Identiteit als schaamlap

Deze omroepen bestaan nog steeds en vertegenwoordigen politieke dan wel religieuze stromingen. Althans in naam. Daarmee stuiten we al op het eerste probleem. Na 100 jaar wordt het bestel bevolkt door dertien omroepen, elf omroepen met een identiteit en twee zogeheten taakomroepen: NTR en NOS. Deze omroepen vechten samen om de besteding van bijna 900 miljoen euro. Die krijgen ze van het ministerie van Onderwijs. Niet rechtstreeks maar via de NPO, de herverdeler van het budget. Dat gaat al een tijd niet goed.

Ten eerste: de kleur van veel omroepen is verwaterd. Meest schrijnend is de toestand van KRO/NCRV, een omroep die bestond uit achterbannen van het katholieke en protestants-christelijke volksdeel. Als gevolg van ontkerkelijking is de omroep omgevormd tot een allegaartje-zender die zich inzet voor een ‘groene, lieve en eerlijke wereld’. Ook de identiteit van de andere zendgemachtigden is verworden tot schaamlap om het bestaansrecht te rechtvaardigen. Hierbij worden soms bijna illegale marketingtrucs ingezet om het aantal leden te verwerven dat nodig is om onderdeel van het bestel te mogen blijven. Het zijn de laatste stuiptrekkingen van de verzuiling. Daarmee komen we bij de oplossing. De club van dertien moet zichzelf opheffen en overleggen hoe ze verder gaan.

Dan komt de vraag: schaffen we ook alle ‘stromingen’ af en gaan we over tot het BBC-model in Engeland. Daarbij is er één publieke omroep die ‘intern’ zorgt voor pluriformiteit in tegenstelling tot de ‘externe pluriformiteit’ in Nederland. Daar ís wat voor te zeggen, maar we zouden ook een tussenvariant kunnen verzinnen; Engeland kent als gevolg van het districtenstelsel een driestromenlandschap bestaande uit de conservatieven, de linkse Labours en de Lib-dems. Die komen min of meer gelijk aan bod in Engeland, althans dat is het streven.

Binnen de publieke omroep gaan stemmen op om de groep van dertien terug te brengen naar zes. Daarmee wordt de bestuurbaarheid groter en het gevecht om het budget en tijdslots minder en kan de NPO zich als distributeur in plaats van arbiter gedragen. Het lijkt mij een halve maatregel, uit nood geboren. En niet per se de oplossing voor het probleem dat voorligt: hoe handhaven we pluriformiteit zonder weer in een bureaucratisch moeras te verzuipen waarbij plaatsing van programma’s vaak van gunning afhangt en weinig transparant is.

Neutraal nieuwskanaal

In Hilversum halen omroepbestuurders zelf de metafoor van de voederbak aan waaraan dertien varkens zich verdringen, vaak aangevuld met Orwells kreet dat ‘sommige varkens in de omroepstal net even gelijker zijn dan andere’. Mijn voorstel is een mix tussen het BBC-model en een oude polderoplossing, waarbij er ook nog eens 100 miljoen wordt bezuinigd.

Het publieke bestel krijgt vier uitzendgemachtigden met ieder een kleur. 

1) De eerste poot is een neutraal nieuwskanaal gecentreerd rond NOS, NTR en actualiteitenrubrieken, zoals EenVandaag, Nieuwsuur en de documentaire-tak van NP02. Deze journalistieke afdeling krijgt jaarlijks 350 miljoen en brengt nieuws, achtergronden, doet live-verslag en bericht over sport en internationale brandhaarden. De journalistiek is hier leidend, waarbij hoor en wederhoor en intrinsieke nieuwsgierigheid voorop staan. Hierbij ligt de nadruk op digitale verspreiding. Daarnaast zijn er nog drie andere poten voor de kleuring en de bescherming van de pluriformiteit.

Ontspannend en behoudend

2) Volk en vaderland. De tweede tak is gecentreerd rond TROS, MAX en delen van KRO/NCRV en richt zich op een doelgroep die de eigen identiteit wil beschermen, een voorliefde heeft voor Nederlandstalige muziek, houdt van musicals, spelletjes & quizzen, kookwedstrijden en datingshows. Ze zijn fan van De Slimste Mens, Ik Vertrek, Heel Holland Bakt, Boer Zoekt Vrouw, luisteren naar de Top 2000 en kijken naar het Songfestival. De kijker is politiek niet erg uitgesproken en beschouwt televisie als brenger van goed gemaakte ontspanning. Deze tweede tak krijgt jaarlijks 150 miljoen.

3) Cultureel-conservatief. Een omroep die bestaat uit delen van WNL, EO, KRO/NCRV, Ongehoord Nederland en een voorliefde heeft voor het gezin, gemeenschapszin, kerk en religie, burgerlijke waarden, familiebedrijven, platteland, verenigingen en De Oranjes. Wil graag het behoudende wereldbeeld terugzien in programma’s, en is kritisch op immigratie, Europa en al te dolle milieumaatregelen. Ze staan sceptisch tegenover een grote overheid en willen dat geluid ook graag vertolken bij de publieke zenders. Deze tak krijgt jaarlijks ook 150 miljoen.

4) Progressief-liberaal. Een omroep die opkomt voor (avant-garde) kunst, cabaret, LHBTQ, de groene wereld, internationale solidariteit. De kijkers zijn voor meer gelijkheid en pleiten tegen economische scheefgroei. VPRO, Zwart, delen van de AVRO en BNNVARA kunnen er in opgaan. De omroep is post-materialistisch en internationalistisch en zal zich onderscheiden met een activistische anti-kapitalistische toon. Deze krijgt ook 150 miljoen.

Met deze indeling zijn we verlost van de omroepen en kunnen kijkers van alle gezindten zich hopelijk toch herkennen. De nadruk in het bestel ligt op de neutrale berichtgeving en op een beter digitaal bereik, de kleuring moet van de drie segmenten komen. Daarbij mogen de grenzen worden opgezocht in conservatisme en in progressief denken. De geluiden mogen (nee, moeten) afwijken van de ‘neutrale’ poot. De opvattingen mogen schuren. De toetsing daarbij zijn de grenzen van de wet en niet de smaak van NPO-bestuurders of een ombudsman. De slag om de ideeën zal in huiskamers plaatsvinden waarbij het uitgangspunt is dat het debat wordt gestimuleerd en de neiging wordt onderdrukt om anderen het zwijgen op te leggen, wat gebeurde bij de poging om Ongehoord Nederland te verbieden.

Twee tv- en vier radio-kanalen

Hoe zit de organisatie er dan uit? Die wordt een stuk eenvoudiger. Een kleine NPO krijgt nu vier aanspreekpunten. Omroepverenigingen kunnen zich aansluiten bij een stroming of desnoods met ledengeld een eigen commerciële omroep starten mochten ze zich niet kunnen vinden in deze opzet. Die omroepen worden niet meer gefinancierd uit de staatskas.

Daarbij zullen er twee tv-kanalen beschikbaar blijven, een voor de neutrale nieuwsvoorziening, de ander voor de kleuring. Op de radio houden we een nieuwskanaal, een populair muziekkanaal (Top 2000-sound, hits), een klassieke zender en een radiozender met experimentele muziek als jazz, soul en avant-garde. Het gevolg van deze herijking is dat er aan overhead bij de omroepen zo’n 100 miljoen overblijft zonder dat er gehakt hoeft te worden in de inhoud.

Mark Koster bericht in Wynia’s Week over de woelingen op de mediamarkt.  

We vallen u er niet graag mee lastig, maar het is natuurlijk wel waar: de donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!