Universiteiten op een keerpunt: politieke propaganda bedreigt de academische vrijheid
Door Eliyahu Sapir en Amanda Kluveld*
Na de aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 en de daaropvolgende Israëlische militaire acties in Gaza ontstonden aan Nederlandse universiteiten protesten. Wat begon als een reactie op het conflict, groeide al snel uit tot bredere oproepen om de samenwerking met Israëlische instellingen te beëindigen.
De protesten wijzen op belangrijke mondiale zorgen, maar onthullen ook de kwetsbaarheden in de manier waarop onze academische instellingen omgaan met politieke druk en internationale samenwerkingsverbanden. Universitaire bestuurders bleken vaak slecht voorbereid op de uitdagingen die deze gebeurtenissen met zich meebrengen, zoals bezettingen van gebouwen en verstoringen van het onderwijs.
Zo werd door het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam onderhandeld met gemaskerde personen waarvan onduidelijk was of ze deel uitmaakten van de academische gemeenschap en werd grote schade aangericht aan gebouwen en publieke ruimte. Aan de Universiteit Maastricht werd en buitenplaats van een faculteitsgebouw bezet en een hongerstaking gehouden.
Escalerende spanningen
De vorige regering liet het aan de universiteiten zelf over om met deze problemen om te gaan, wat leidde tot terughoudendheid en besluiteloosheid onder bestuurders. Hierdoor escaleerden de spanningen binnen de academische gemeenschap, met name voor Joodse, Israëlische en pro-Israël studenten en medewerkers. De grens tussen kritiek op het Israëlische beleid en vijandigheid jegens Joden vervaagde, wat resulteerde in een gevoel van uitsluiting en onveiligheid voor deze groepen. Op het terrein van de Erasmus Universiteit in Rotterdam werd jacht gemaakt op een persoon met een Israëlische vlag. Joodse studenten moesten er om bepaalde ruimtes te kunnen betreden verklaren tegen Israël en tegen Benjamin Netanyahu te zijn. De Universiteit Maastricht deed aangifte van antisemitisme en vandalisme.
In plaats van het geconstateerde antisemitisme stevig aan te pakken, kozen de universiteiten voor het instellen van ethische commissies die de samenwerking met instellingen in conflictgebieden, en vooral Israël, zouden evalueren. Hoewel deze maatregel tijdelijk rust bracht, creëerde deze ook grote ethische, juridische en academische problemen.
De werkwijzen en samenstellingen van deze commissies zijn vaak ondoorzichtig en juridisch kwetsbaar. Er ontbreken duidelijke normen over hoe evaluaties worden uitgevoerd, welke informatie wordt verzameld en of er eerlijke hoor- en beroepsprocedures zijn. Dit roept de zorg op dat dergelijke commissies kunnen verworden tot politieke echokamers in plaats van tot objectieve beoordelingsorganen. Dat er een wettelijk kader ligt voor kennisveiligheid werd lange tijd genegeerd. De Erasmus Universiteit bevroor de Israëlische samenwerkingsverbanden.
Het feit dat de focus specifiek op Israël ligt, wekt de indruk van een dubbele standaard. Andere conflicten waarin ernstige mensenrechtenschendingen plaatsvinden, blijven onbesproken. Dit selectieve beleid roept vragen op over de motieven en procedurele rechtvaardigheid van de commissies.
Juridische consequenties
Daarnaast kunnen de juridische consequenties aanzienlijk zijn. Europese wetgeving verbiedt discriminatie op basis van nationaliteit. In Spanje werd een besluit van een universiteit om de banden met een Israëlische instelling te verbreken door de rechter teruggedraaid wegens schending van non-discriminatieprincipes. Nederlandse universiteiten lopen vergelijkbare juridische risico’s als zij doorgaan zonder overtuigend bewijs voor hun beslissingen.
Het afschrikwekkende effect van deze ontwikkelingen op internationale samenwerking is al merkbaar. Onderzoekers aarzelen om samen te werken met Israëlische instellingen uit angst voor politieke repercussies. Wetenschappers die toch dergelijke samenwerkingen aangaan, riskeren gestigmatiseerd te worden, met negatieve gevolgen voor hun loopbaan en academisch werk. Wanneer politieke overwegingen gaan bepalen met wie wordt samengewerkt, verliezen universiteiten hun objectiviteit, wat de kwaliteit van academisch onderzoek onder druk zet en de zozeer door henzelf geprezen internationalisering schaden.
Wat kan er gedaan worden om deze situatie te verbeteren? Nederlandse universiteiten moeten zich opnieuw inzetten voor academische vrijheid en ervoor zorgen dat samenwerkingen uitsluitend worden beoordeeld op basis van wetenschappelijke verdienste, niet op politieke druk en zelfs propaganda.
Als ethische commissies noodzakelijk zijn, moeten deze transparant en rechtvaardig opereren, met duidelijke procedures, brede vertegenwoordiging en consistente normen voor alle internationale partners. Deze commissies zouden een afspiegeling moeten zijn van de diverse perspectieven binnen de academische gemeenschap en moeten werken onder regels die rechtvaardigheid en beroepsmogelijkheden waarborgen. Ook zonder dit risico van partijdigheid kunnen ze beter direct worden ontmanteld.
Daarnaast moeten universiteiten bij hun beslissingen rekening houden met juridische consequenties en zorgen dat hun beleid in lijn is met Nederlandse en EU-wetgeving, vooral rond non-discriminatie. Dit minimaliseert niet alleen het risico op rechtszaken, maar benadrukt ook het principe dat academische instellingen opereren binnen de rechtsorde, terwijl ze academische vrijheid en individuele rechten beschermen. Daarbij behoort het meespelen in geopolitiek en buitenlandpolitiek niet tot de taak van universiteiten.
Op een keerpunt
Nederlandse universiteiten bevinden zich op een keerpunt. De komende besluiten zullen bepalend zijn voor de academische vrijheid, de wetenschappelijke integriteit en de internationale reputatie van deze instellingen. Door politieke motieven buiten het academisch bestuur te houden, kunnen Nederlandse universiteiten hun toewijding aan academische vrijheid, op verdienste gebaseerde samenwerking en non-discriminatie behouden, en daarmee hun integriteit en mondiale leiderschapspositie versterken.
Eliyahu Sapir en Amanda Kluveld zijn respectievelijk politicoloog en historicus.
In samenwerking met Onderwijs Community NL/ Studeerveilig onderzochten de auteurs de ervaringen van Joodse en Israëlische studenten en medewerkers van Nederlandse universiteiten tijdens de protesten na 7 oktober 2023. Het rapport is te lezen op antisemitismenieuws.nl. Sapir en Kluveld hosten samen de podcast Campuscontroverses NL en werken aan een studie over definities van antisemitisme.