Terug van nooit weggeweest: de natiestaat

cid7818_virus

Noodsituaties zoals de coronacrisis maken inzichtelijk wat anders onder de radar blijft, schrijft Sebastiaan Valkenberg. Een van die verborgen waarheden is dat de natiestaat voor burgers de legitimiteit bezit die de Europese Unie ontbeert.

Rückkehr des Nationalsstaats. In het Duits klinkt het net een tikkeltje plechtiger dan in het Nederlands. Het neemt niet weg dat je de vraag van een Oostenrijkse journalist aan ‘zijn’ minister van Buitenlandse Zaken ook hier regelmatig hoort. Betekent de komst van het coronavirus niet ook de terugkeer van de natiestaat?

Hooguit voor wie behoort tot de elite, die met hetzelfde gemak op het vliegtuig stapt als waarmee de forens dagelijks incheckt voor de trein. Zo kon de indruk ontstaan dat landen (‘naties’) relicten zijn uit een vervlogen tijdperk. Of een stap verder: ‘een catastrofale keuze’, zoals de Franse filosoof Étienne Balibar het in De Groene Amsterdammer
(1 mei 2019) pas nog zei.

Voor de gewone man is de natiestaat helemaal niet terug om de simpele reden dat hij nooit is weggeweest. Voor hem was het vanzelfsprekend om afgelopen maandagavond om 19.00 uur af te stemmen op NPO1. Zeven miljoen mensen zagen Mark Rutte het land toespreken. Dat zijn heel veel kijkers voor de minister-president van een instituut dat passé zou zijn.

Behalve onmacht ook onwil

Het is een vertrouwd patroon. De natiestaat mag het opknappen als het water ons aan de lippen staat. Wie de aanpak van de coronacrisis als een keerpunt ziet, of als terugval, is kort van memorie. Medio 2015 had men die les ook al kunnen leren.

Voor wie het even kwijt is: in de zomermaanden kwamen grote groepen migranten naar Europa, bijna twee miljoen in alleen al dat jaar. Ze kwamen over land; ineens bleek er een Balkan-route te bestaan. Ze staken de Middellandse Zee over in gammele bootjes. 

Waar was Europa als regisseur? ‘Vreemdelingen’, waarvan de Dublinverordening zegt dat ze hun asielaanvraag moeten doen in het Schengenland waar ze als eerste binnenkomen, doorkruisten het continent. Door onderbezetting lukte het Frontex nauwelijks om de Europese buitengrenzen te bewaken.

Onmacht is slechts een deel van de verklaring, bewaking van de grenzen was niet alleen een praktisch probleem. Daar kwam bij dat grenzen in beleidskringen en onder opiniemakers een slechte naam hebben. Om onze welvaart, hoort geen hek, betoogde sociaal geograaf Henk van Houtum (Radboud Universiteit) voordat de migratiecrisis uitbrak. Hekken waren ook voor Wolfgang Schäuble, destijds minister van Financiën van Duitsland, een schrikbeeld in Die Zeit (23 juni 2016). Grootschalige immigratie zou onze oosterburen immers behoeden voor Inzucht – inteelt dus.

De migratie nam pas af toen landen het initiatief naar zich toetrokken. Hongarije bouwde een hek, wat het land op felle kritiek kwam te staan. Er kwamen afspraken met Turkije om migranten daar te houden. Niet via de nette politiek van verdragen en mensenrechten, waarmee de Europese Unie de koppige werkelijkheid doorgaans wil dresseren. Ouderwetse machtspolitiek en de belofte van keiharde euro’s (zes miljard) wierpen hun vruchten af. Niet volmaakt, en moreel minder hoogstaand, wel effectief.

Sociaal contract

De ‘terugkeer van de natiestaat’ is alleen terug als je niet hebt opgelet. De frase doet denken aan 2016, toen de Britten voor uittreding uit de Europese Unie stemden. Een half jaar later werd Donald Trump president, onder meer door de belofte een hek te plaatsen op de grens met Mexico om illegale migratie tegen te gaan. In beide gevallen waren de media verbijsterd: hoe had dit kunnen gebeuren? Wie beter had gekeken, was niet overvallen door de realiteit.

Kennelijk is dat de functie van noodsituaties. Ze maken inzichtelijk wat anders onder de radar blijft. Of zoals Amerikaanse historica Ann Applebaum het zegt in The Atlantic (15 maart 2020): de coronacrisis onthult ‘de onderliggende waarheden van de maatschappijen die erdoor getroffen worden’.

Die waarheid is dat burgers een sociaal contract hebben gesloten met hun overheid – niet letterlijk in de zin dat ze ooit een papieren overeenkomst hebben getekend. Het is een manier om aan te geven welke machtsoverdracht er heeft plaatsgevonden. In de kern komt het hier op neer: een regering zorgt voor veiligheid en in ruil daarvoor leveren wij onze honkbalknuppels in.

Deze transactie werkt alleen als het daadwerkelijk veiliger wordt. Dat lukt de natiestaat,  hoewel onvolmaakt, het beste. Daarom heeft zij de legitimiteit die Europa ontbeert. Het verklaart de afwezigheid van de EU in de coronacrisis. Net als Rutte houdt ook commissievoorzitter Ursula von der Leyen toespraken, en ook zij belooft maatregelen, maar we luisteren niet als zij spreekt. Haar woorden lezen we de volgende dag wel in de krant. Of niet.