Sterft de Rooms-Katholieke kerk uit? Hoe geloof en kerk in hoog tempo uit het leven van Nederlandse katholieken verdwijnen.
door Willem Vermeulen*
Steeds minder Nederlanders hangen een geloof aan. Maar het aantal rooms-katholieken in Nederland daalt in een wel heel hoog tempo. Het aantal wekelijkse kerkbezoekers zakte in een kwart eeuw tot een zesde. Nu blijkt dat er nog een belangrijke verandering plaatsvindt: de kerk speelt ook een steeds geringere rol bij grote levensgebeurtenissen als huwelijk en dood. Is het definitief voorbij met het Rijke Roomse Leven?
Tussen 1997 en 2022 nam het aandeel gelovigen in de Nederlandse bevolking af van 61 procent naar 42 procent. In deze 25 jaar daalde ook het aantal katholieken in Nederland. Waar in 1997 nog één op de drie Nederlanders katholiek was, waren dat er in 2022 nog maar een op de vijf. In de afgelopen vijf jaar vonden er jaarlijks gemiddeld 7,7 duizend doopsels plaats, terwijl 9,2 duizend katholieken zich uitschreven en er 53 duizend katholieken overleden. Steeds minder Nederlanders noemen zichzelf dus katholiek.
Minder betrokkenheid
Waar sommige katholieken zich actief uitschrijven bij de kerk, kiezen anderen ervoor om minder betrokken te zijn bij de kerk. Dit is goed terug te zien in cijfers over de wekelijkse kerkgang. Waar in 1997 in een regulier weekend nog 525 duizend kerkleden in de kerkbanken zaten, waren dat er 25 jaar later nog maar 92 duizend. Inmiddels gaat maar liefst 76 procent van de katholieken nooit meer naar de kerk. Tijdens de Nederlandse bisschoppenconferentie van 2022 rapporteerden Nederlandse bisschoppen dat kerkleden met nog enige kerkelijke binding vaak alleen nog betrokken zijn bij belangrijke rituelen, zoals een doopsel, vormsel, huwelijk of uitvaart.
Echter: ook bij deze katholieke rituelen zijn duidelijke veranderingen zichtbaar. Tussen 1997 en 2022 daalde het aandeel katholieken dat ook in de kerk trouwde bijvoorbeeld van 25 procent naar zeven procent. Jongvolwassenen, die veruit het meest trouwen, zijn dus niet alleen minder vaak katholiek. Katholieke jongvolwassen zijn ook minder betrokken. Dit is ook terug te zien in andere cijfers: van alle 25- tot 35-jarige katholieken in 2012 noemde een op de drie zich tien jaar later niet langer katholiek. Een groot gedeelte van deze jongvolwassenen schreef zich ook echt uit.
Andere vormen
Oudere rooms-katholieken, die zijn opgegroeid in een tijd waarin het katholicisme nog een grote rol speelde in de opvoeding en het dagelijks leven, blijven zich veel duidelijker identificeren met het geloof. Zo noemt 93 procent van de 55- tot 65-jarigen katholieken in 2013 zich in 2023 nog altijd katholiek.
Dat betekent echter niet dat oudere katholieken nog steeds even veel binding hebben met hun kerk als in 1997. Ook het aandeel rooms-katholieken dat een uitvaart kreeg binnen de kerk daalde sterk, van 86 procent in 1997 naar 28 procent in 2022. Zo blijkt de verdere ontkerkelijking van rooms-katholiek Nederland voor jong en oud andere vormen aan te nemen.
*Willem Vermeulen is verbonden aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
Dit artikel verscheen op 29 maart in DEMOS, het door het NIDI uitgegeven Bulletin over Bevolking en Samenleving.
Wynia’s Week heeft antennes in de samenleving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee?