Staatscommissie is te voorzichtig: ook de asielmigratie moet stevig worden ingeperkt
Minder migratie is nodig volgens de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, maar bieden de ‘handelingsperspectieven’ van de commissie genoeg houvast voor de politiek? En: het vorige rapport over demografie van de Commissie-Muntendam (1977) werd straal genegeerd; waarom zou het dit rapport beter vergaan?
Afgelopen maandag 15 januari verscheen het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. De titel is helder: Gematigde Groei. De bevolking groeit nu te hard door immigratie – is de teneur – en daar moet verandering in komen. Het rapport wil ‘handelingsperspectieven’ aanreiken aan de politiek hoe de immigratie verminderd kan worden. De immigratie moet zich binnen bepaalde ‘bandbreedtes’ gaan bewegen.
Laaggeschoolde arbeidsmigratie is onwenselijk
Allereerst: het is goed dat dit rapport er is. Tijdens de presentatie sprak minister Hugo de Jonge enkele woorden. Hij had zelf ‘een aantal keren ervaren dat als je aangeeft dat demografie in potentie best een disruptief thema is voor de manier waarop we samenleven’, je al snel ‘de wind van voren krijgt’. Demografie wordt als ‘een heel erg rechts thema gezien’, aldus De Jonge, ‘als je vindt dat je het moet beïnvloeden dan is dat heel erg rechts kennelijk.’ Aan die stemming doet dit rapport iets, simpelweg door er te zijn. Als zoveel mensen uit verschillende hoeken van de maatschappij een heel rapport volpennen over demografie – dat alles rijkelijk gelardeerd met tabellen en grafieken – dan normaliseert dat natuurlijk thema’s als demografie en bevolkingsgroei door immigratie.
Verder snijdt het rapport een paar belangrijke thema’s aan. Bevolkingsgroei door laaggeschoolde arbeidsmigratie is onwenselijk. Het heeft geen zin om mensen te importeren die in Nederland zaken moeten produceren die we vervolgens weer exporteren. Als ik het kort mag samenvatten in mijn eigen woorden: prima als je voor heel Europa tomaten wilt produceren, maar niet als je de mensen die je nodig hebt om ze te plukken moet importeren. En al helemaal niet als je die mensen moet uitbuiten in allerlei slechte contracten met gedwongen winkelnering in de vorm van dure en slechte huisvesting. Dus laat die tomaten dan door een robot plukken. Of ga ze kweken in een warm land. Zo zijn er nog een paar thema’s die deels ook al te lezen waren in Grenzeloze Verzorgingsstaat. Je kunt vergrijzing niet oplossen met immigratie is er één van.
Hugo de Jonge zei nog iets opmerkelijks. Hij vertelde dat hij tijdens zijn ministerschappen er tegenaan liep, dat we de bevolkingsgroei niet konden bijbenen. Met huizen bouwen bijvoorbeeld. ‘Nederland groeit veel harder dan we kunnen hebben.’ Dat zei hij tijdens de persconferentie en herhaalde hij later één-op-één nog eens. Met deze bevolkingsgroei loopt de zaak vast. En dat klopt natuurlijk. Nederlandse burgers zijn daar dagelijks getuige van. En velen zijn er ook slachtoffer van, als het gaat om zaken als woningnood.
Het rapport van de Staatscommissie onderkent dat. Teveel immigratie is niet goed, is de boodschap. Er moet een gulden middenweg gevonden worden. En dat is volgens de Staatscommissie ‘gematigde groei’. Er moeten richtgetallen en bandbreedtes komen voor immigratie.
Hadden we het maar eerder gedaan
Wat ook belangrijk is – in psychologisch opzicht – is dat immigratie wordt gepresenteerd als iets dat de overheid moet proberen te sturen. Immigratie is in Den Haag lang impliciet en expliciet gepresenteerd als een soort natuurverschijnsel. Als iets dat ons overkomt. Als iets dat niet te sturen is. Want Brussel. Want internationale verdragen. De Staatscommissie zegt eigenlijk tegen de politiek: jullie moeten aan de bak. Jullie moeten aan de knoppen gaan draaien. En wij – van de Staatscommissie – bieden jullie politici ‘handelingsperspectieven’. En dan mogen jullie – de politici – de keuzes maken.
Gaan de politici dit doen? Ik ben er niet helemaal gerust op. Een derde opmerkelijke opmerking van Hugo de Jonge maakt duidelijk waarom. ‘Oh, hadden we hier maar 10 jaar geleden al [iets] mee gedaan’, verzuchtte hij, ‘want dat had echt het allerbeste moment geweest om te kunnen sturen.’ Om vervolgens de Staatscommissie te verontschuldigen dat de politiek dan ook 10 jaar geleden de opdracht had moeten geven.
Bevolkingsgroei heeft negatieve welvaartseffecten
Aan de ene kant heeft Hugo de Jonge gelijk: zijn woningbouwopgave – van bijna één miljoen woningen! – was bijvoorbeeld een stuk kleiner geweest als politici 10 jaar terug actief de immigratie hadden afgeremd.
Maar aan de andere kant is het wrang dat Hugo de Jonge deze opmerking maakte. Want bijna een halve eeuw geleden – in 1977 – hadden we ook al zo’n rapport. De Commissie-Muntendam vertelde de politiek toen: een grotere bevolkingsomvang geeft geen economische (schaal)voordelen. Logisch, want landen met een grote bevolking zijn niet rijker dan landen met een kleine bevolking.
Daarbij – waarschuwde de Commissie-Muntendam – leidt bevolkingsgroei in een dichtbevolkt land als Nederland wel tot allerlei negatieve welvaartseffecten. Daarbij gaat het vooral om wat we nu de ‘brede welvaart’ noemen: natuur, landschap, milieu, noem maar op. Er moest daarom volgens de Commissie-Muntendam gestreefd worden naar een min of meer constante bevolkingsomvang. Immigratie moest zowel op de korte als de middellange termijn geen noemenswaardig effect hebben op de demografische ontwikkeling.
Het verschijnen van Gematigde Groei roept bij mij dan ook – naast de reactie ‘goed dat dit normaliserende rapport er is’ – drie vragen op.
De eerste vraag is: waarom kiezen voor ‘gematigde groei’? Waarom niet voor nulgroei? We hebben een klein en vol land. Nu al is er strijd om al die verschillende functies – wonen, natuur, landbouw, recreëren – te realiseren met zoveel mensen op een postzegel. Meer mensen betekent in dit opzicht een groter probleem.
Immigranten die slecht integreren blijven lang of permanent
Daarnaast: een migratiesaldo van bijvoorbeeld 50.000 klinkt niet veel, maar je moet je realiseren dat hiervoor jaarlijks bijna 200.000 immigranten door Nederland moeten ‘stromen’. In Grenzeloze Verzorgingsstaat lieten we zien dat juist de immigranten die goed scoren op integratie vaak snel weer weg zijn. Andersom hebben immigranten die slecht integreren de neiging om lang of permanent in Nederland te blijven.
Dat gaat dan om alle denkbare integratie-indicatoren: nettobijdrage aan de schatkist, inkomen, uitkeringen, toeslagen, schoolprestaties, opleiding, zorg, jeugd, criminaliteit, culturele afstand, gemengd huwen, noem maar op. We noemden dat de ‘omgekeerde welvaartsmagneet’. Hoe gaat Nederland die negatieve zelfselectie bij remigratie voorkomen? Dat lukt ons tot op heden namelijk totaal niet.
De tweede vraag is: gaat de politiek nu wel écht iets met dit rapport doen? Het advies van de Commissie-Muntendam – immigratie dient geen effect te hebben op de bevolkingsomvang – werd in de wind geslagen. De bevolking groeide sinds dat rapport van bijna 14 miljoen toen naar bijna 18 miljoen nu. Vier miljoen mensen er bij, waarvan maar liefst drie miljoen met een migratieachtergrond! De Commissie-Muntendam is op dit punt volledig genegeerd.
Het verschil tussen nu en toen is wel dat de electorale druk enorm toeneemt. In Duitsland groeit de AfD als kool. In Italië is Meloni gekozen. In Frankrijk wordt Marine Le Pen wellicht de volgende president. De Deense PvdA voert al jaren een strikt asielbeleid. In de voormalige zogenaamde ‘humanitaire superpower’ Zweden zwaait nu een rechtse regering de scepter. In België peilen migratie-kritische partijen als Vlaams Belang en N-VA hoog. In Nederland won de PVV de verkiezingen en peilde recent op een derde van de kiezers! Tja, dan schuif je als politicus toch iets minder nonchalant zo’n rapport over immigratie en bevolkingsgroei de la in.
Juist asielmigratie heeft grote negatieve gevolgen
De derde vraag is: gaan die ‘handelingsperspectieven’ de politici wel voldoende handvatten bieden? Op asiel heeft de regering weinig grip – geeft de Staatscommissie al toe – en ook in de toekomst zal migratie pieken kennen. En juist asiel en de daaruit volgende gezinsmigratie hebben grote negatieve gevolgen voor Nederland. Opleidingsniveau, schoolprestaties, arbeidsparticipatie en inkomen zijn doorgaans laag. Uitkeringsafhankelijkheid, toeslagen, culturele afstand en criminaliteit zijn doorgaans hoog. De achterstanden zetten zich door bij de tweede generatie.
Wat zou het advies aan de regering zijn om de negatieve gevolgen van asiel in de toekomst te voorkomen, vroeg ik Van Zwol, voorzitter van de Staatscommissie. Enigszins tot mijn verassing antwoordde hij onder meer dat de Staatscommissie voorzichtig was met het woord ‘sturen’. Ik dacht dat het hele rapport eigenlijk een opdracht was aan de politiek: ‘ga immigratie sturen!’ Maar bij asielmigratie blijkt dat toch niet zo te zijn!? Heel opmerkelijk, want de Staatscommissie geeft bij studie- of arbeidsmigratie wel duidelijke adviezen of handelingsperspectieven. Helaas was het antwoord op mijn ‘asielvraag’ wollig en weinig concreet. En dat is eigenlijk wel logisch, want uitgerekend bij asiel is een fundamentele beleidsomslag nodig om te kunnen sturen.
Het hele rapport ademt ‘sturen van immigratie’ uit. Dit sturen kan men realiseren door internationale verdragen als het VN-vluchtelingenverdrag aan te passen. Bijvoorbeeld zorgen dat asielzoekers van buiten geografisch Europa hooguit bij uitzondering en bij wijze van gunst asiel mogen aanvragen. Zorgen dat we als land kunnen sturen op het interne verkeer van personen binnen de EU. We moeten vooral ook sturen op het nationale eigenbelang van Nederland: díe mensen binnenlaten die iets bij kunnen dragen en de rest – zeer begrensd en beslist – buitensluiten.
Met wortel en stok de EU in
Om dat voor elkaar te krijgen moeten we eerst het laaghangend fruit plukken; zie de door Hans Roodenburg opgesomde maatregelen die we nu al kunnen nemen om immigratie te beperken. En een nieuwe regering moet ook met wortel en stok de EU in. Heel veel EU-landen hebben inmiddels barstende koppijn van asiel. Het vrije verkeer van personen leidt in alle uithoeken van de EU tot uiteenlopende problemen, van leegloop tot woningnood. Daar moet die nieuwe regering over in gesprek. Praten. Bondjes smeden met andere lidstaten. Dat is de wortel.
Daarnaast moet er ook op de achtergrond een stok achter de deur staan. Hoe fijn is het dan dat wij als grondlegger van de EU – ons uittreden zou een ramp zijn voor de Unie – en als grote nettobetaler letterlijk en figuurlijk enorm veel wisselgeld hebben. Dat moeten we uit puur nationaal eigenbelang veel harder uitspelen. En dat harde uitspelen zal overigens voor de hele EU goed zijn, immers veel landen worstelen met hetzelfde probleem: niet selectieve en slecht stuurbare immigratie. Laat Nederland eens progressief zijn en hierin voorop lopen. En dan ligt die ‘sturing van immigratie’ misschien wel in het verschiet.
Jan H. van de Beek is wiskundige en antropoloog en promoveerde op de geschiedenis van het economisch onderzoek naar het Nederlandse migratiebeleid. Hij is een van de auteurs van het rapport ‘Grenzeloze Verzorgingsstaat’, hier te downloaden. Hij werkt nu aan een actueel boek over bevolkingsgroei en migratiebeleid in het Nederland van nu en straks.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!