Sri Lanka als gidsland voor de EU landbouw: kijk en huiver
De Green Deal van Frans Timmermans houdt onder meer in dat de EU landbouw in 2030 voor minstens een kwart ‘biologisch’ moet zijn, met daarna een verdere toename. Wat dit betekent voor de landbouwsector en de economie zien we momenteel in Sri Lanka.
Thee- en rijstoogst in gevaar
In dat land is revolutionair beleid een stuk makkelijker door te voeren dan in de EU, omdat president Gotabaya Rajapaksa dictatoriale bevoegdheden heeft. In zijn onweerspreekbare wijsheid besloot Rajapaksa in april dat Sri Lanka per direct 100 procent biologische landbouw moest gaan bedrijven. De import van kunstmest werd verboden, net als het gebruik van pesticiden.
Inmiddels luiden echte experts de noodklok, omdat de helft van de thee-oogst verloren dreigt te gaan. Thee is met een opbrengst van 1,25 miljard dollar het belangrijkste exportproduct van Sri Lanka. Maar ook de oogst van het basisvoedsel rijst komt in gevaar. Rajapaksa heeft maar alvast de noodtoestand uitgeroepen en een legergeneraal aangesteld om voedselspeculanten mores te leren.
Ronkende beleidsmakerstaal
Ondertussen blijft Rajapaksa verkondigen, zoals onlangs nog op een VN-bijeenkomst, dat zijn radicale, moedige omslag naar biologische landbouw de voedselzekerheid en de kwaliteit van het voedsel op Sri Lanka zal verbeteren, en een model is voor de rest van de wereld.
De landbouwcomponent van de Green Deal heet de Farm to Fork -strategie. Deze is neergelegd in lijvige nota’s vol ronkende, opportunistische beleidsmakerspraat: ‘Europa’s herstel van de Covid-19 crisis geeft ons een vroegtijdige kans om de Green Deal te realiseren, doordat die een breed draagvlak creëert voor duurzame productie en consumptie.’
Zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen
Dat de miljarden verslindende corona-crisis de Europese hoofden ineens rijp gemaakt zou hebben voor een duurzame levensstijl is niet meer dan mediahype. Volgend jaar zal het besef indalen dat geld toch niet ineens gratis geworden is door corona, en dan zal ook duidelijk worden bij wie de astronomische rekening terecht komt.
Hoe dan ook, Farm to Fork zet voluit in op ‘biologisch’, wat neerkomt op het afzweren van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. De consequentie daarvan wordt afgedaan in één zinnetje: ‘De opbrengsten zullen dalen.’ Inderdaad, en niet zo’n beetje ook: volgens een recent artikel in Nature Food met 36% als de mondiale landbouw in zijn geheel ‘biologisch’ gaat.
Genetisch gemodificeerde organismen
Het Europese FADN heeft de oogstverliezen voor biologische landbouw in Europa gedetailleerd in kaart gebracht:
Daaruit blijkt dat in grote delen van Europa, sommige oogsten met meer dan de helft zullen afnemen bij overschakeling op ‘biologisch’.
De ‘biologische’ geloofsbelijdenis stelt ook, dat het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (gmo’s) een doodzonde is. Niet alleen het zelf telen van gmo’s is taboe, ook het indirect gebruik maken van gmo’s diskwalificeert een landbouwproduct.
Biodiverse heg
Dat levert voor ‘biologische’ veehouders het curieuze probleem op, dat ze geen noodzakelijke vitaminen en andere additieven meer aan hun veevoer kunnen toevoegen, omdat die steeds vaker geproduceerd worden door genetisch gemodificeerde bacteriën of schimmels. Die additieven bevatten zelf geen enkele genetisch gemodificeerde bacterie, en het additief is chemisch identiek aan ‘natuurlijke’ additieven, maar toch moet voorkomen worden dat een ‘biologisch’ kalf of schaap besmet raakt met verderfelijk gmo-karma.
Qua modieuze beleidsmakerspraatjes valt er nog veel meer te genieten in Farm to Fork. Zo wordt beweerd dat dankzij meer biodiversiteit (in de natuur om de landbouw heen), boeren zich beter aan kunnen passen aan klimaatverandering. In z’n algemeenheid is dat flauwekul. Die nieuwe aardappel- of mais-variant die beter bestand is tegen hitte of droogte ga je echt niet aantreffen in de biodiverse heg rond een biologische akker. Het is veel efficiënter om die gericht te kweken in een laboratorium of, nog beter: op maat te maken met genetische modificatie.
Toch te dik
Maar, zou je kunnen tegenwerpen, is minder voedsel niet juist beter? Veel Europeanen zijn immers al te dik. Maar het idee dat tien of twintig procent minder voedsel produceren mooi uitkomt omdat de modale Europeaan toch moet afslanken, is een misvatting.
Het relatieve overschot aan geconsumeerde calorieën door mensen die geleidelijk dikker worden, is namelijk verrassend klein: iemand die een kilo per jaar aankomt, eet als het ware voor 53 weken in een jaar, ofwel nog geen 2 procent te veel.
Juist meer voedsel nodig
Uiteraard zullen de biologisch drastisch verminderde oogsten in het kapitaalkrachtige Europa geen hongersnood veroorzaken; dat ontbrekende voedsel importeren we gewoon. Maar dat gaat voedsel op de wereldmarkt duurder maken, wat vooral de armen op deze wereld hard zal raken.
De realiteit is dat de mondiale voedselproductie juist drastisch zal moeten toenemen, omdat de wereldbevolking van nu 7,9 miljard zielen de komende decennia groeit naar 10 of 11 miljard.
In weelde opgegroeid
Dat de EU een bijdrage zou kunnen leveren aan het voeden van de wereld door innovatieve, intensieve landbouw is in Farm to Fork een grote, zwarte blinde vlek. Sowieso lijkt het concept schaarste geheel uit het collectief bewustzijn van ‘progressieve’ politici verdwenen. Landbouw? Dat is te vervuilend voor onze natuurgebiedjes, dus daar stoppen we mee, er is toch eten zat. Kerncentrales? Die vinden we eng, dus die sluiten we, er is toch energie zat. Eten stukken duurder maken? Geeft niks, we hebben geld zat. Typisch de mindset van een in weelde opgegroeide generatie.