Soldaat en (vrouwen)vest zijn onafscheidelijk

vrijsen
Kolonel Jan Vonk, commandant van het Kleding- en Persoonlijke Uitrustingsbedrijf van Defensie. Foto: Louis Meulstee, Defensiekrant.

Dat ze daar niet veel eerder op gekomen zijn! Een scherfvest speciaal voor vrouwen! Jarenlang werd er gemopperd, vooral door de hoogste vrouw in de Nederlandse krijgsmacht, luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan. Ook in de Tweede Kamer was het een steeds terugkerend onderwerp: waar blijft dat scherfvest voor vrouwen in de krijgsmacht?

Defensie prikte een datum: per 1 januari 2025 moest het gebeuren. En die deadline werd gehaald. Met gepaste trots kwam Defensie op 11 januari met de mededeling dat een contract was getekend voor de levering van 1.530 vesten van het type Tactical Female Enhanced EPIC Integrated Carrier. Plus een optie op nog eens 7.000 vrouwelijke vesten.

Een familiebedrijf in Arizona levert dit voorjaar de spullen. Tyr Tactical heet dat bedrijf. In de Noorse mythologie is Tyr de God van oorlog, heldenmoed en rechtvaardigheid. Kortom, een beter product als dit kun je niet aanschaffen. Vanaf de zomer worden de nieuwe scherfvesten uitgereikt, het eerst aan de vrouwen die op missie gaan.

Een rationele aanschaf

Over vijf jaar moet 30 procent van het Defensiepersoneel vrouw zijn. Nu is dat 12 procent, dus is er nog een lange weg te gaan. Dat vrouwen in de krijgsmacht weldra een goed passend scherfvest dragen, moet de werving ten goede komen.

De investering lijkt in de eerste plaats van politiek, psychologisch en symbolisch belang. Maar het is ook een rationele aanschaf. Tot nu toe was het scherfvest ontworpen voor een mannenlichaam. Vrouwen moesten in missiegebieden en tijdens oefeningen een mannenvest dragen. Dat deed gewoon pijn, bood onvoldoende bescherming en leidde tot blessures. Vaak droegen vrouwen een extra stevige sport-bh. Dat hielp een beetje, maar nog altijd zaten hun borsten klem onder dat vrouwonvriendelijke scherfvest.

Een scherfvest is ook voor mannen loeizwaar en verstikkend. Het vest zit strak om je lijf, anders heb je er weinig aan. Je voelt het bij het ademhalen. Als je bij warm weer een dag in het veld met zo’n vest hebt rondgelopen, is het ruwe textiel doordrenkt met zweet. Onder die stugge stof zitten zware ‘body armor’-platen. ’s Nacht blijft dat bezwete vest rechtop staan naast je slaapzak of naast je kazernebedje. Je moet het steeds bij je houden, want als het mortieralarm weerklinkt, moet je het snel aantrekken en naar een bunker hollen. En vooral niet per abuis het vest van een van je maten aantrekken. Grappig gezicht, al die slapende soldaten met naast zich op de grond de reeks scherfvesten als een roedel alerte waakhonden. Soldaat en vest zijn onafscheidelijk.

Sinds 2020 is het reguliere vest voor mannen en vrouwen flink verbeterd. In plaats van het oude zweetvest dat je met riempjes en klittenband super strak rond je torso moest snoeren, kwam er de mogelijkheid om te variëren. Defensie tekende in 2017 een contract met de Israëlische wapenproducent Elbit voor een moderner scherfvest. Dat product werd overigens door Europese fabrikanten in licentie gefabriceerd.

Afhankelijk van de gevechtsopdracht en de omstandigheden, kun je het Elbit-vest voorzien van extra zware of juist wat lichtere ‘body armor’-platen. Het is een beetje kiezen tussen passieve of actieve veiligheid. Hoe dikker de platen in je vest, hoe moeilijker je kunt bewegen. Waardoor je in noodsituaties misschien niet snel genoeg bent en dat is natuurlijk ook gevaarlijk.

Het moderne Elbit-scherfvest is een soort bodywarmer waaraan je met klittenband of ritssluiting allerlei tasjes kunt vastmaken. Tijdens het gevecht heb je namelijk allerlei spullen nodig en dan moet je niet hoeven zoeken. Het vest heet in de militaire vaktaal daarom ook ‘carrier’. Het is je draagzak. Munitie, granaten, voedsel, communicatieapparatuur, EHBO-tasje, je moet het allemaal onder handbereik hebben als de kogels je opeens om de oren fluiten. Het kale vest is op zich niet zwaar, maar de lading in al die zakjes, tikt natuurlijk door.

Geen gepruts meer met riempjes

Aan de binnenzijde van het vest, kun je een lichte beschermlaag van plooibare textiel vastmaken. Dit is een ‘soft ballistische’ stof, die vanaf een zekere afstand redelijk beschermt tegen de rondvliegende scherven van een ontploffend projectiel.

Aan het vest kun je nog wat extra bescherming toevoegen. Bij voorbeeld extra kapjes om je armen. Of aan de bovenzijde een beschermkapje voor je hals. Aan de onderzijde een beschermkapje voor je kruis.

Je hoofd wordt beschermd door een kevlar helm. Voorheen zat je eindeloos te prutsen met riempjes, zodat je uiteindelijk toch met een veel te losse helm door het terrein banjerde, wetende dat het ding op deze manier geen optimale bescherming bood. Tegenwoordig kun je – net als bij een kunststofhelm voor wielrenners en e-bikers – aan een wieltje draaien, achterop de helm. Meteen zit de pot perfect.

Buitenstaanders spreken vaak van een ‘kogelwerend vest’, maar met alleen een ‘soft ballistische’ laag is daar geen sprake van. Een kogel heeft zo’n hoge snelheid dat hij daar dwars doorheen ramt.

Om beter beschermd te zijn tegen kogelinslagen en tegen de schokgolf van bomexplosies, moet je beschermplaten in je scherfvest stoppen. De platen zijn gelaagd, een combinatie van metalen en kunststoffen. Defensie laat niet veel los over de precieze aard van dit materiaal. De platen zitten voor, achter en opzij van je torso. Een harnas, en zo voelt het ook. Maar pas op, er zit ruimte tussen die platen en daar kan de kogel dus naar binnen.

Bovendien ketst niet elke kogel op die beplating af. Bescherming is altijd relatief. ‘Tot op zekere afstand en afhankelijk van het kaliber is de beplating van het vest ondoordringbaar. Maar u zult begrijpen dat ik daarover geen details kan geven,’ zegt kolonel Jan Vonk, commandant van het Kleding- en Persoonlijke Uitrustingsbedrijf van Defensie. Vanuit een kazerne in Soesterberg is hij verantwoordelijk voor de outfit van Koninklijke Marine, Landmacht, Luchtmacht en Marechaussee.

De keuzemogelijkheid van het scherfvest zoals dat de laatste vijf jaar werd ingevoerd, maakt het soldatenleven een stuk draaglijker. Wie bijvoorbeeld een vrachtwagen bestuurt, kon volstaan met beschermende platen aan de voorkant. De platen aan de achterzijde kon je weglaten, want aan die kant zou je niet snel worden beschoten. Infanteristen die snel moeten kunnen bewegen, kiezen wat lichtere platen. De jongens en meiden van de artillerie blijven steeds dichtbij hun geschutstukken en nemen dus liever met zwaardere platen het zekere voor het onzekere.

De commandant beslist

Maar het leger is geen modeshow, waarin iedereen het gevechtstenue met hoogstpersoonlijke accessoires mag opleuken. De mannen en vrouwen krijgen voordat ze hun opdracht moeten uitvoeren van hogerhand instructie welke uitvoering van het scherfvest geboden is. ‘Die afweging is aan de commandant,’ zegt kolonel Vonk. Comfort en snelheid tegenover extra bescherming. Er is volgens kolonel Vonk veel onderzoek gedaan naar de optimale protectie in uiteenlopende gevechtssituaties.

Heeft de commandant een besluit genomen, dan kan er vaak nog wel even worden overlegd. Sommige soldaten vragen om iets minder of juist iets meer bescherming, vanwege hun specifieke taak. Vonk: ‘In zo’n geval wordt er heus weleens afgeweken, maar over het algemeen geldt: de commandant beslist en daarover gaat niemand mauwen.’

In de voorbije periode van bezuinigingen, ontstond een situatie dat militairen zelf persoonlijke uitrusting aanschaften. Ze liepen liever niet op de door de sergeant-fourier aangeboden schoenen, want in de hitte van Afghanistan, Irak of Mali zaten die niet lekker. Het werd oogluikend toegestaan, want een soldaat is extreem zuinig op zijn voeten. Krijg je blaren of zwellen je voeten op, dan kun je het vergeten. Binnen de kortste keren val je uit. Ook met bevroren voeten is dat zo. Bij de wintertraining in het hoge noorden van Noorwegen, 300 kilometer boven de Poolcirkel, als de mariniers ’s nachts bij min 30 graden Celsius in een tentje slapen, ritsen de jongens twee aan twee de slaapzakken aan elkaar om met elkaars voeten onder elkaars oksels te gaan slapen. Zo zorgvuldig bewaken ze elkaar, omdat ze weten dat alle lichamelijke ellende altijd begint in de tenen.

De neiging om in eigen schoeisel ten strijde te trekken, is er nog altijd. ‘Maar het is nergens meer voor nodig,’ zegt kolonel Vonk. Voorheen kregen militairen op de kazerne te horen: ‘Maat?’ Als ze dan riepen 43, 44 of 45, kregen ze een paar soldatenkistjes toegeworpen. ‘Pas die maar eens.’ Zaten ze niet lekker, dan kregen ze een maat groter of kleiner en was het klaar.

Die tijd is gelukkig voorbij. Defensie heeft weer geld. ‘We zetten in op kwaliteit,’ zegt Vonk. In het KPU-bedrijf bestaat ‘een shop in de shop’. Groenendijk, een gespecialiseerde leverancier van veiligheids- en bedrijfskleding uit Woerden, maakt een digitale scan van elke soldatenvoet, houdt rekening met de functie van de desbetreffende militair en laat hem of haar even proeflopen. ‘Net als in de winkel van Bever Sport,’ zegt Vonk.

Die investering betaalt zich inmiddels uit. Vonk: ‘Gebleken is dat militairen op gemiddeld een halve of een hele maat te kleine schoenen liepen. Inmiddels is het schoeisel passend en komen er bij de fysiotherapeuten aanmerkelijk minder mensen binnen met voetklachten.’

Ondeugdelijke rugzak

Over de rugzak van de militairen doen allerlei verhalen de ronde. Luitenant-generaal Boekholt zei in juni in Het Parool dat veel vrouwen vroegtijdig moesten opgeven wegens ontstekingen aan het scheenbeen, breuk in de middenvoetsbeetjes of schouder- en rugklachten. Die blessures ontstonden door een voor vrouwen ondeugdelijke rugzak. Boekholt: ‘Als ik naar Bever Sport ga, krijg ik een andere rugzak aangemeten dan een man. We geven onze mannen en vrouwen precies hetzelfde exemplaar, terwijl een verstelbare rugzak naar de vorm van het lichaam de oplossing kan zijn.’

Kolonel Vonk bevestigt dat zware rugzakken – vaak twintig tot dertig kilo en dat tijdens dagenlang marcheren – tot klachten kunnen leiden. ‘Maar vaak wordt de rugzak niet goed afgesteld. Haal je er een systeemspecialist bij, die de rugzak correct afstelt, dan hoor je opeens: “Ja, nou zit-ie goed.” Die klachten komen niet door gebrekkige spullen, maar door gebrekkige kennis. Dat geldt voor mannen en vrouwen.’ Al moet hij erkennen dat ‘in sommige gevallen toch maatwerk nodig is’.

Kolonel Vonk houdt in alle kazernes hetzelfde verhaal: de spullen deugen; ga niet zelf dingen aanschaffen. Hij begrijpt dat de individuele militair zich wil onderscheiden van de rest. ‘Mensen blijven mensen. Maar ik probeer dat te bestrijden. Wat de mannen en vrouwen zelf kopen, voldoet vaak niet aan de strenge eisen van Defensie. Bij voorbeeld op het punt van brandwerendheid. Of de camouflage deugt niet. Een scherfvest of rugzak met een onjuist vlekkenpatroon wordt door de vijand meteen opgemerkt. Op diens warmtebeeldcamera verschijnt een grote witte vlek.’

Geïntegreerde computerschermpjes

Van de 1.530 scherfvesten die Vonk in Amerika heeft gekocht, zijn er dertig voor verder onderzoek. Want er valt nog van alles te verbeteren aan het scherfvest. Soldaten sjouwen steeds meer sensoren en elektronische apparatuur met zich mee. Er wordt nagedacht over een vest met zonnecellen en oplaadbare batterijen. Maar dat is nog toekomstmuziek. Wel worden de kabeltjes van de communicatiesystemen reeds netjes weggewerkt in het vest, zodat de soldaten niet achter allerlei boomtakken of deurknoppen blijven haken.

Er wordt geëxperimenteerd met kleine computerschermpjes op de mouw van het gevechtspak, zodat de individuele soldaat beter begrijpt hoe het slagveld erbij ligt en hoe het gevecht verloopt. Want dit is het tijdperk van de informatie gestuurde oorlog. De partij die het meeste weet, wint de oorlog.

Defensie speelt met het idee computerschermpjes te integreren in het scherfvest. ‘Maar dan komt zo’n schermpje op de borst. Onhandig, een soldaat beweegt zich vaak kruipend door het terrein.’

‘Commercieel vertrouwelijk’

Eén ding wil kolonel Vonk nog wel even opmerken over de Tactical Female Enhanced EPIC Integrated Carrier. Het wordt inmiddels ‘vrouwenvest’ genoemd, maar dat is niet terecht. Het Australische leger gebruikt dit scherfvest al iets langer. En wat bleek? Vooral onder de commando’s en elitemilitairen deden nogal wat mannen aan bodybuilding. Ze hadden zo’n forse borstomvang dat het reguliere scherfvest niet meer paste. Ze kregen een vrouwenvest aangemeten en dat zat veel beter. Maar ze zagen ertegenop om in een damesvest op patrouille te gaan. Daarom schakelden de Australiërs over op de benaming ‘universeel’. Ook kolonel Vonk duidt het vest van de Noorse God Tyr aan als ‘uniformeel vest’.

Over de prijs kan hij niks loslaten: ‘Commercieel vertrouwelijk.’ Maar op de website van het bedrijf in Arizona staan alle prijzen keurig vermeld. Een kale ‘general duty carrier’ komt op 895 dollar tot 1.095 dollar. De female versie kost dubbel zoveel: 1.795 tot 1.995 dollar. De soft ballistic-ondervesten kosten al gauw 895 dollar. De bijbehorende lichaamspantser platen doen 495 tot 1095 dollar. EHBO-tasje 110 dollar. Zakje voor de radioontvanger 69 dollar. Pistoolholster 64 dollar. Al met al komt een compleet vest op pakweg 3.000 tot 5.000 dollar (2.900 tot 4.800 euro). Maar dat zijn de prijzen voor de particuliere klanten.

Kolonel Vonk bezweert dat zijn inkopers buitengewoon scherp hebben onderhandeld.

Eric Vrijsen (1957) is politicoloog en sinds januari 2025 verbonden aan Wynia’s Week. Hij werkte van 1990 tot 2024 als journalist bij Elsevier/EW. Hij schreef over politiek en defensie en deed verslag van het Nederlandse militaire optreden in Afghanistan, Irak en talrijke andere landen.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in 2025Kijk HIERHartelijk dank!