Sigrid Kaag wist geen moment de indruk te wekken dat ze er primair voor de gewone Nederlander was

Jaspers
Minister van Financiën en vicepremier Sigrid Kaag. Foto: Wikipedia.

De afgelopen tien jaar ben ik vaak maanden achtereen uit Nederland weg geweest. Niet zelden gingen er weken voorbij dat ik – althans in het echte leven – niet of nauwelijks contact had met Europeanen of andere westerlingen, alleen met Thais, Birmezen en andere Aziaten. Dat gebeurde vrijwel vanzelf.

Westerse toeristen hebben, net als alle toeristen, sterk de neiging samen te klitten in eigen resorts, restaurants, bars en stukjes strand. Ook expats doen dat. Als je dat niet actief opzoekt, gaat dat langs je heen. En hoewel Thailand, althans vóór Covid, tientallen miljoenen westerse toeristen per jaar ontving, raken die snel uit beeld als je de gebaande paden verlaat. 

Bijvoorbeeld: de doorsnee toerist die aankomt in Bangkok en naar een van de paradijseilanden in het zuiden wil, boekt on line of bij een reisbureau een all-in bus/ferry ticket. Dan wordt je bij je hotel opgehaald en zit je in een touringcar en later op een snelle catamaran met alleen maar farang (westerlingen). Je kan ook in Bangkok een taxi nemen naar de zuidelijke busterminal, op een openbare bus stappen en in de stad waar de ferries vertrekken zelf een kaartje kopen. Dan ben je de hele reis lang vrijwel de enige farang aan boord.

In welke taal zou Kaag dromen?

Dat is geen doel op zich. Ik ben in afgelegen delen van het Thaise platteland geweest waar ik een bezienswaardigheid was, zo weinig farang kwamen daar. Dat is een paar dagen lang leuk, bij zonsondergang de koe van de familie van het land halen en op stal zetten. Maar voor een stadsmens is het leven op het Thaise platteland heel saai. De meeste jonge Thais willen daar ook weg, op z’n minst voor een paar jaar, naar Bangkok of naar het toeristische zuiden, waar wel wat te beleven en te verdienen valt.

Bij oppervlakkige contacten met andere westerlingen stuit ik soms onverhoeds op een landgenoot die ook op eigen gelegenheid rondreist, en niet zelden is dan de reactie: ‘Ben jij ook Nederlander? Wat heerlijk. Ik ben zó blij dat ik weer even Nederlands kan praten!’ Dat doe ik dan wel, maar mij is die emotie volkomen vreemd. Ik heb nog nooit heimwee naar Nederland gehad. Nederlands spreken mis ik totaal niet. Al na een paar dagen in het buitenland denk en droom ik grotendeels in het Engels, en ook het Thais begint inmiddels m’n onderbewuste te koloniseren. 

Ik ben dus eigenlijk een Kaag-kosmopoliet. Ik ben benieuwd in welke taal Sigrid Kaag droomt. Engels? Arabisch? Zij heeft het grootste deel van haar leven niet in Nederland doorgebracht, woonde voordat ze in 2017 terugkwam al ruim twintig jaar niet meer in Europa, bezit (of bezat) huizen in Ramallah, Jeruzalem en Zwitserland, haar kinderen studeren niet in Nederland, en haar man is een Palestijn, met wie ze, naar ik aanneem, Arabisch spreekt.

Ik zou er voor getekend hebben, voor zo’n globetrottersleven, maar ik snap ook dat dit niet normaal is. De grote meerderheid van de Nederlanders zou nooit voor zo’n leven kiezen. Nederlanders zijn wat dat betreft niets bijzonders, dat geldt voor alle nationaliteiten.

Voor elk volk is het heel normaal, en volkomen acceptabel, dat je blij bent als je weer je moedertaal kan spreken, om je comfortabeler te voelen in het gezelschap van landgenoten, om je eigen, vertrouwde cultuur te prefereren boven andere culturen. Dat geldt zelfs voor emigranten die al vijftig jaar in een ander land leven, of je nu westerling, Aziaat of Afrikaan bent.

Dat heeft weinig tot niets met racisme of xenofobie te maken. Vrijwel geen Nederlander heeft er moeite mee als tien à vijftien procent van de mensen in de eigen wijk een andere huidskleur heeft of uit een andere cultuur komt. De acceptatie van liefdesrelaties tussen partners van verschillende etnische achtergrond  – de ultieme integratie – is van de kant van autochtone Nederlanders nooit een serieus probleem geweest. Zolang maar gewaarborgd is dat de eigen cultuur toonaangevend blijft, is de tolerantie groot.

Voor financiën had Kaag slechts plichtmatige interesse

En dat is precies waar het spaak gelopen is met de woke-politiek waar Kaag het boegbeeld van werd. Als je alleen naar sociaal-economische indicatoren kijkt, pas ik helemaal in de doelgroep van D66, en daar heb ik tot een jaar of vijftien geleden ook op gestemd. En toen Kaag haar debuut maakte in de Nederlandse politiek, was ik aanvankelijk zeer van haar onder de indruk.

Eindelijk een Nederlander die zich niet als een schutterige hork gedraagt op het mondiale podium; iemand met echte internationale ervaring die de machtigen der aarde allemaal al gesproken heeft. Haar fans vielen in katzwijm als ze tijdens een persconferentie moeiteloos overschakelde van Engels naar Frans naar Arabisch.

Maar als minister en vicepremier heeft ze geen moment de indruk kunnen wekken dat ze er primair voor de gewone Nederlander was. Voor binnenlandse politiek of haar portefeuille, financiën, toonde ze slechts plichtmatige interesse. Maar ze zat wel steeds in het regeringsvliegtuig om zich tegen internationale kwesties aan te bemoeien, met als grotesk dieptepunt, wat mij betreft, haar pendeldiplomatie naar Paramaribo om de Surinaamse regering te smeken de Nederlandse slavernijexcuses te accepteren. Ze had notabene als minister van Financiën geen snars met dat onderwerp te maken, maar Rutte liet het allemaal weer gebeuren.

Kaag, die een half leven lang hoog over Nederland heen gevlogen is in de stratosfeer van de internationale diplomatie, heeft zich waarschijnlijk geen moment afgevraagd hoe zulk gedrag op gewone Nederlanders ‘in de wijken’ moest overkomen: van welk land denk je eigenlijk dat je minister bent?

Kosmopolieten als Kaag hebben nooit een achterban hoeven overtuigen, hebben nooit voor een zaal vol boze buurtbewoners gestaan. Die kunnen zich niet eens meer voorstellen dat de meeste mensen gehecht zijn aan hun eigen buurtje, hun eigen sportclub, hun eigen cultuur, aan hoe hun stad eruit zag toen ze opgroeiden. Of als ze het al beseffen, kijken ze er stiekem op neer.

Dat wil zeggen, als het westerse autochtonen betreft. Met de tribale sentimenten in het Midden-Oosten wordt door hen, op zich terecht, terdege rekening gehouden. Als je nu de trein pakt naar Den Haag, uitstapt op Hollands Spoor en het station uit loopt, lijk je wel geteleporteerd naar Amman of Istanbul.

Bij politici hoort het eigen volk op de eerste plaats te staan

Mij maakt het niet uit, want ik ben daar weliswaar  opgegroeid, maar woon tegenwoordig uit vrije wil meestal aan de andere kant van de wereld. Maar mogen de mensen die moeten blijven daar misschien iets van vinden? Daarvoor moet je niet bij Kaag en andere planeetredders als Timmermans of Klaver zijn. 

Stel dat door massa-immigratie de Turkse cultuur in Turkije niet langer dominant zou zijn, of de Arabische cultuur niet langer dominant in Marokko, al was het maar in een paar grote steden. Het zou voor die volken reden zijn voor burgeroorlog en etnische zuivering. Maar volgens westerse ‘weg met ons’-politici als Kaag worden wij geacht zulke trends te omarmen, op straffe van te worden bestempeld tot racist. 

‘Eigen volk eerst’ is een besmette term geworden, maar op de keper beschouwd is het juist de dure plicht van politici om het eigen volk, binnen de grenzen van de universele mensenrechten uiteraard, op de eerste plaats te zetten. Die hebben jou als politicus namelijk gekozen, hun vertrouwen geschonken en ze betalen jouw salaris. Een minister is echt wat anders dan Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Nederland, maar ik vraag me af of Kaag dat verschil wel zag, of erkende.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef De Stikstoffuik, het boek dat ontleedt hoe Nederland in de handen van activistische ecologen raakte en zichzelf zo als enige land ter wereld een ‘stikstofcrisis’ bezorgde. Jaspers publiceert iedere zaterdag zijn column in Wynia’s Week.

Wynia’s Week viert deze maand het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee – ook in 2024?