‘Sieg der bürgerlichen Koalition über die Linke.’  Over een politiek en cultureel ‘Wendepunkt’ in Nederland

SypWynia 25-11-23 NL-versie voor WW231123
Voorpagina van de Volkskrant van donderdag 23 november 2023

Syp Wynia, hoofdredacteur van Wynia’s Week, wordt ook door buitenlandse media veel geraadpleegd over ontwikkelingen in Nederland. Hieronder zijn verhaal over de afloop van de Tweede Kamerverkiezingen dat hij schreef voor Duitse en Belgische media, zoals het maandblad Tichys Einblick.

Het politieke establishment in Nederland is weggevaagd. De partijen die sinds de Tweede Wereldoorlog Nederland regeerden zijn na de parlementsverkiezingen van woensdag 22 november een minderheid geworden en vooral links heeft het nakijken. De onverwacht grote winnaar is Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid, doorgaans als ‘rechtspopulist’ betiteld, die met 37 van de 150 zetels in de Tweede Kamer in Den Haag verreweg de grootste is geworden.

De grote vraag is of Wilders nu in staat is een coalitie te vormen, een rechtse coalitie met de conservatieve liberalen, de nieuwe middenpartij van Pieter Omtzigt en de jonge ‘boerenpartij’ BoerBurgerBeweging. Bij de liberalen en bij Omtzigt is regeren met Wilders niet onomstreden, met name vanwege zijn anti-islamstandpunten. Wilders zegt zelf ‘premier van alle Nederlanders’ te willen worden en zijn opvattingen over de islam (tegen hoofddoeken, tegen moskeeën, tegen de Koran) in de ijskast te willen zetten.

VVD betaalt hoge prijs voor links beleid

De verkiezingsuitslag zorgt voor een schok in Nederland: vreugde bij de één, diepe teleurstelling bij de ander. Nooit eerder werd een partij die niet tot het establishment (links, liberaal of christendemocratisch) behoorde de grootste in de Tweede Kamer in Den Haag.

De op papier rechts-liberale VVD van recordpremier Mark Rutte (sinds 2010) regeerde sinds 2012 met linkse partijen, voerde een overwegend links beleid en betaalt daar nu een hoge prijs voor: slechts derde in het parlement, met 24 zetels. De nieuwe rood-groene combinatie onder leiding van voormalig Europa-commissaris Frans Timmermans komt niet verder dan 25 zetels. En de christendemocraten, de machtspartij tot 2010, werd nagenoeg weggevaagd: 5 zetels. Veel van deze CDA-stemmers voelden zich niet meer gerepresenteerd door hun partij en zijn de afgelopen maanden naar de BoerBurgerBeweging (7 zetels) en vooral naar de nieuwe partij van de voormalige CDA-politicus Pieter Omtzigt (20 zetels) verhuisd.

De verkiezingsuitslag in Nederland is meer dan een landslide voor Wilders (en in mindere mate voor Omtzigt). Het is bijkans als een culturele revolutie te beschouwen. In zekere zin komen in Nederland de jaren zestig tot een einde. Bijna zestig jaar lang domineerden linkse, progressieve en kosmopolitische denkbeelden. Nederland leek ‘gidsland’ te willen zijn met progressieve idealen (homohuwelijk, abortus, euthanasie, drugs) en een ruimhartig beleid voor het buitenland en jegens buitenlanders.

De nieuwe politicus Pim Fortuyn wilde daar in 2002 al tegen optreden, maar werd kort voor de verkiezingen – waar hij koploper in de peilingen leek te zijn – vermoord door een linksradicale milieu-activist. Even later stortte zijn partij in. De huwelijksmigratie van Turken en Marokkanen werd vervolgens wel ingeperkt, maar verder regeerden christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten door alsof er niets gebeurd was.

Met de rechtse stem regeerde de linkse minderheid

In 2010 was Geert Wilders ook al zeer succesvol bij landelijke verkiezingen, maar na anderhalf jaar als ‘gedoogpartner’ eindigde zijn partij in de oppositie. De liberale premier Mark Rutte regeerde verder, eerst met de sociaaldemocraten en vervolgens met de linksliberalen van D66 (die nu een groot verkiezingsverlies lijden en op 9 zetels blijven steken). De invloed van D66 op het beleid was groot: meer Europa, Nederland voorop met klimaat en natuur, geen enkele maatregel ter beperking van de record-immigratie en een reeks woke-maatregelen onder leiding van D66-ministers.

Met dat beleid is bij de verkiezingen van woensdag afgerekend. Nederland was nooit zo links als het beleid van de Rutte-kabinetten. In feite regeerde onder de Rutte-kabinetten de linkse minderheid met de rechtse stem van de kiezers van Rutte. In juli liet Rutte zijn laatste kabinet vallen – hij kondigde ook zijn eigen afscheid aan – omdat D66 en de kleine coalitiepartner ChristenUnie onvoldoende maatregelen tegen gezinsmigratie door asielzoekers wilden nemen.

Definitieve doorbraak Wilders

Wellicht heeft Rutte gedacht dat zijn opvolgster, de in Turkije geboren Dilan Yesilgöz, met asielbeleid als inzet van de verkiezingen een steuntje in de rug zou krijgen. Zij haakte daar op in, door een eventuele samenwerking met Geert Wilders niet meer af te wijzen. Maar beide bleken juist een opsteker voor Wilders: hij is immers meer eigenaar van het thema immigratie dan de VVD dat onder Rutte was. Dat Yesilgöz vervolgens ging draaien over al dan niet regeren met Wilders hielp haar ook niet.

De Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders beleefde zodoende op 22 november 2023 de definitieve doorbraak in Nederland. Niet eerder werd een beweerde ‘rechtspopulist’ na de Tweede Wereldoorlog de grootste in Nederland – of überhaupt in West-Europa. Het was ook echt een doorbraak: waar Nederlanders tot dusver heimelijk deden over hun keuze voor de PVV van Wilders, werd die in de weken voor deze verkiezingen openlijk uitgesproken. Links is in Nederland klein (een derde van de bevolking) maar kon door te regeren met de liberalen van Rutte (dan wel met de christendemocraten) toch de baas spelen in het land.

‘De Amsterdamse bubbel barst’ schreef de van huis uit sociaaldemocratische Amsterdamse krant Het Parool donderdag. Die krantenkop vat de electorale revolutie in Nederland goed samen. Decennia lang waren de grote steden met hun universiteiten en hun linkse stadsbesturen ook bepalend in het regeringscentrum in Den Haag. Links legde vanuit Den Haag zijn wil op aan de rest van het land, met dure plannen voor het klimaat, met harde stikstofmaatregelen tegen boeren, met het open laten staan van de grenzen zonder huizen te bouwen en met het afschaffen van een folklore-figuur als Zwarte Piet en het uitbundig aanbieden van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden.

In maart waren er al de regionale verkiezingen die de ‘boerenpartij’ BoerBurgerBeweging verreweg de grootste maakten. Nu was er de tweede trap van de raket: aanvankelijk leek de nieuwe partij van de gerespecteerde parlementariër Pieter Omtzigt – weggepest door zijn partij, het CDA – de grootste te worden. Uiteindelijk werd het Geert Wilders. Zijn meer gematigde toon van de laatste maanden hielp daarbij, maar zeker ook het in jaren opgebouwde ongenoegen over het uitstrooien van links beleid over Nederland.

Hamas-effect

Een dikwijls over het hoofd gezien effect kan veroorzaakt zijn door de pogrom-aanval van Hamas op Israël op 7 oktober en de reactie van links, de media en een deel van de Nederlandse politiek op de Israëlische aanvallen op Hamas in de Gazastrook. Hamas-vriendelijke demonstraties werden tot dusver ongemoeid gelaten, terwijl Joodse scholen moesten sluiten en ook Kristallnacht-herdenkingen moesten worden geschrapt. Dat kwam Geert Wilders zeer te stade: hij is niet alleen islamcriticus – en wordt om die reden al twintig jaar zwaar beveiligd – maar ook een uitgesproken aanhanger van Israël, dat hij ziet als een bolwerk tegen de pogingen van de islam om op te rukken in en tegen het Westen.

Er is alle kans dat de overwinning van Wilders en de slinger naar rechts in Nederland ook een zekere uitstraling zal hebben buiten Nederland – in de buurlanden van Nederland in de eerste plaats. Middenpartijen elders in Europa schrikken zich een hoekje, populistisch rechts ziet nieuwe kansen.

Na de Brexit in Groot-Brittannië en de overwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten in 2016 was er bij populistisch rechts in Europa een jubelstemming, bekroond met een bijeenkomst in Koblenz in januari 2017. Ondanks hoge rechtse scores in Frankrijk en Italië leek die beweging toch te stagneren.

Hoe de overwinning van Wilders uitpakt voor het Nederlandse buitenlandbeleid is ongewis, maar twee aspecten zijn zeker te verwachten. Dat betreft ten eerste het Europabeleid. Het laatste kabinet-Rutte was dankzij D66 het meest eurofiele kabinet dat Nederland ooit heeft gehad. Wilders wilde Nederland juist uit de EU, of op zijn minst opt-outs voor migratie en de euro. Daar zal het niet meteen van komen, maar een scherper beleid richting Brussel is waarschijnlijk.

Steun voor Oekraïne minder zeker

Ten tweede. De laatste regering-Rutte betitelde zichzelf als ‘aanjager’ bij de bewapening van Oekraïne en trok daar ook nog onlangs weer 2 miljard euro voor uit, voor het jaar 2024. Wilders is daar tegenstander van en is in het verleden ook mild geweest over Poetin. Dat zal in ieder geval enig effect hebben en kan een zorg zijn voor de regering-Zelenski in Kiev, ook omdat ook elders de steun voor Oekraïne minder zeker is.

De vertrekkende Nederlandse premier Mark Rutte was samen met de rest van zijn vierde en laatste kabinet de afgelopen tijd ‘aanjager’ met het leveren van straaljagers en tanks aan Oekraïne en heeft zich nu kandidaat gesteld om secretaris-generaal van de Navo te worden. Hij was de afgelopen maanden al veel in buitenlandse hoofdsteden, zoals Brussel en Washington. Hij heeft zijn blik verlegd.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!