SER doet waardeloze duit in het Corona-zakje

Hamer_975x650
Mariëtte Hamer, voorzitter van de SER

De Tweede Kamer vroeg vorig jaar om meer input van deskundigen dan alleen het RIVM over covid-19. De Sociaal Economische Raad (SER) greep haar kans en richtte een ‘Denktank Corona’ op waarvan deze week het derde rapport uitkwam.

De denktank raadpleegde veertien deskundigen van buiten het RIVM, goeddeels uit de groep van ‘Tech tegen corona’, maar ook planners van evenementen en een block-chain ontwikkelaar. Die waren allemaal – surprise, surprise – voor geleidelijk en voorzichtig wat meer vrijheid voor concerten en feesten.

‘Veilig en versneld open’ heet het advies en het bevat 16 voetnoten naar Nederlandse literatuur, maar geen enkele verwijzing naar ervaringen in andere landen. En geen enkel cijfer.

Dat is niet serieus te nemen. Ik zou willen horen over ervaringen met het festival van Salzburg, het Rossini festival in Pesaro, het pianofestival van La Roque d’Antheron in de Provence en andere festivals die vorige zomer (met minder publiek) wel doorgingen.

Leren van Salzburg

Als de SER met haar budget van 14 miljoen euro de moeite had kunnen nemen om reële informatie te verzamelen, had zij bij voorbeeld kunnen leren van https://www.salzburgerfestspiele.at/en/faq-coronavirus: 76.500 bezoekers en geen enkele covid-19 besmetting; 1400 personeel en één besmetting van een part-time helper. De website verwijst naar het ‘Salzburg prevention plan’ met op de praktijk gestoelde adviezen die al tientallen andere instellingen hebben geholpen.

Eerdere rapporten van de SER zijn al even waardeloos. Een goede antenne voor wat modieus is, dat heeft de SER wel. Ik las een rapport ‘Perspectief op herstel’ uit januari. Eén keer het woord ‘sneltest’, tegen zes keer het ‘klimaat’. In 28 pagina’s geen enkel cijfer of statistiek uit binnen- of buitenland behalve het percentage mensen in Nederland dat thuis werkt – en ook dat wordt niet vergeleken met andere landen. 45 Voetnoten, waarvan vier naar serieuze informatie en bijna alle overige 41 naar koekjes van eigen deeg of van andere Nederlandse polderorganisaties.

Tekenend is dat deze rapporten geen literatuurlijst bevatten; bijna alle verwijzingen zijn naar polderclubs met hun eigen websites. Inzichten van echte deskundigen zijn zo zeldzaam dat de lezer maar zelf op zoektocht moet gaan waar die zijn gepubliceerd.

SER-voorzitter Mariette Hamer was onlangs te gast bij de Tweede Kamer. Zij kreeg tien minuten spreektijd van de voorzitter, maar nam er zestien, want zo veel clichés moesten over tafel: ‘Bied steun aan sectoren waar dat nodig is’ (geen sector specifiek genoemd want ze zijn voor de SER allemaal even dierbaar); ‘Volhouden, doorpakken en perspectief bieden’ en zo nog veel meer.

In het video-verslag zien we de Kamerleden naar hun mobieltjes kijken, ik hoop naar de laatste tweets van Michael Mina (Harvard) of Patricia Bruijning (Uni Utrecht). Die geven feiten, grafieken en adviezen voor beleid. Mevrouw Hamer bleef zo steken in clichés dat de Kamerleden er maar van af zagen om serieuze dilemma’s met haar aan te kaarten. Een paar korte, vriendelijke opmerkingen en het was tijd voor de volgende gast.

De grootste gemene deler

De SER zoekt naar de grootste gemene deler van iedereen die mag ‘aanschuiven’ aan de overlegtafel. Bij die formule past kennelijk een ondeskundige polderaar als voorzitter.

We hebben gezien tot wat voor miljarden-ramp dat leidde met Ed Nijpels als voorzitter van het Klimaatberaad. Dure onzin over houtsnippers, biomassa en warmtepompen en intussen een aanval op de vrijheid van burgers en bedrijven.

Bij de SER is Steven van Eijck de voorzitter van de thinktank. Van Eijcks CV laat  een trits eerdere benoemingen zien als ‘onafhankelijk voorzitter’, onder andere van de huisartsen en van de Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie. ‘Onafhankelijk’ staat dan voor: ‘onbeschreven blad’, signaal dat de voorzitter tot aan zijn benoeming zweeg over de materie. En zou dat niet de waarschijnlijke verklaring hebben dat gesprekspartners aan tafel een ondeskundige voorzitter wensen zodat zij ongehinderd kunnen lobbyen?

Maar zijn we niet beter af met voorzitters die zich al eerder grondig hebben verdiept in het onderwerp? Als Nijpels en Van Eijck goed waren ingevoerd hadden ze de lobbyisten op hun plaats kunnen houden en eisen kunnen stellen aan het werk van de ondersteunende staf. Dat is niet gebeurd aan de klimaattafels en ook niet bij de thinktank van de SER.

Overleggen en aanschuiven

De tragedie van covid-19 in Nederland, met vierduizend meer doden dan in vergelijkbare landen in Noordwest Europa, heeft diepere oorzaken dan het falen van een minister. De cultuur van ‘overleggen’, ‘aanschuiven’ en van organisatorisch of conceptueel wanbeleid niet afstraffen (GGD’s na herhaaldelijk gesaboteerd contactonderzoek, RIVM met fouten over mondkapjes en met rekenmodellen zonder Schiphol) is kennelijk niet geschikt voor het bestrijden van covid-19.

De zwakke bijdrage van de SER laat nog een paar fouten zien in de bestuurscultuur:

1. Laat niet de ‘beleidsmedewerkers’ alleen bellen met hun vriendjes in het polder-overlegcircuit, maar vraag aan het begin van het onderzoek de universitaire specialisten naar de beste bronnen in binnen- en buitenland.
2. Kies een voorzitter die deskundig is en een vliegende start kan maken. We hebben haast, want iedere week sterven honderden mensen.
3. Plaats alle aanbevelingen in de internationale context: hebben vergelijkbare landen dezelfde maatregelen genomen en hoe heeft dat daar uitgewerkt?

Tenslotte en voor de volledigheid: 25 jaar geleden heeft VVD-leider Frits Bolkestein mij vriendelijk maar ongevraagd voorgedragen als kroonlid van de SER. Hoewel het kabinet zulke voordrachten normaal gesproken overneemt, hebben Wim Kok en Ad Melkert dat in mijn geval geweigerd. Verklaring van Melkert: ‘We wilden je tegen jezelf beschermen’.