In heel Europa is ontwikkelingshulp uit de mode en bijna niemand vindt dat rampzalig
Het kabinet-Schoof volgt de internationale trend en gaat flink bezuinigen op het budget voor ontwikkelingshulp. Ook in andere Europese landen heeft het klimaat de Derde Wereld verdrongen als humanitair paradepaardje.
Samen met Denemarken, Noorwegen en Zweden was Nederland vanaf het midden van de jaren zeventig lange tijd een van de weinige landen die zich hielden aan de norm van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) om 0,7 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP) te besteden aan ontwikkelingshulp. Onder de befaamde PvdA-minister voor Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk (1973-1977), maar ook daarna, ten tijde van de kabinetten van Ruud Lubbers en Wim Kok, leek er zelfs sprake van onderlinge wedijver: welk land bracht het meeste geld naar de Derde Wereld? Vooral voor sociaaldemocraten en christendemocraten was de focus op de ‘0,7 procent norm’ bijna heilig.
Tot 2013 werd het streefpercentage steevast gehaald, daarna (met uitzondering van 2015) niet meer. In 2021 besteedde Nederland 0,52 procent van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking. Na de coronapandemie nam het percentage in 2023 weer even toe tot 0,66 procent – in totaal 6,8 miljard euro.
Dat de VVD tussen 2010 en 2023 voor het eerst de grootste partij was en CDA en PvdA zware verkiezingsnederlagen leden, zorgde ervoor dat Nederland het koploperschap op gebied van ontwikkelingshulp liet varen. De politiek van ‘ruim boven de norm’ veranderde in ‘net onder de norm’. Onder het kabinet-Schoof, met Reinette Klever (PVV) als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, zal het cijfer waarschijnlijk gaan schommelen rond 0,37 procent, tevens het internationale gemiddelde.
Geen reden voor paniek
De subsidieontvangers zijn uiteraard niet blij met de bezuinigingen. Oxfam Novib liet bij monde van algemeen directeur Michiel Servaes (voormalig PvdA-Kamerlid) weten dat we in een tijd leven ‘van grote conflicten en miljoenen mensen in nood en op de vlucht, terwijl de klimaatcrisis zowel dichtbij als veraf grote uitdagingen met zich meebrengt. Je zou dan verwachten dat de politiek een stevige stap vooruitzet.’ In zijn ogen ‘lijkt de radicaal-rechtse coalitie precies het tegenovergestelde te doen. Met een naar binnen gekeerde blik keren ze de wereld de rug toe.’
Maar of Oxfam Novib echt heel veel geld gaat mislopen door de bezuinigingen, valt nog te bezien. De organisatie kreeg in het boekjaar 2023-2024 maar liefst 188,7 miljoen euro op de rekening gestort, waarvan ‘slechts’ 59,4 miljoen euro afkomstig was van ‘overheden’. Van deze 59,4 miljoen euro is 11,5 miljoen euro afkomstig van de Nederlandse overheid. Geen echte reden voor paniek dus, want de grootste donateurs – de Europese Unie (26,3 miljoen), andere Oxfams en non-profitorganisaties (81,9 miljoen), particuliere donateurs (27,4 miljoen) en de Nationale Postcode Loterij (14 miljoen) – zullen blijven geven.
Een andere grote subsidieontvanger is Cordaid. De organisatie laat op de eigen website weten dat de Haagse bezuinigingsplannen ‘zowel moreel als strategisch een onbegrijpelijke stap’ zijn. Bij Cordaid kwam in 2022 248 miljoen euro binnen, waarvan 187 miljoen euro afkomstig was van (inter)nationale instituties, met inbegrip van 30,3 miljoen euro van de Nederlandse belastingbetaler.
Het is begrijpelijk dat Oxfam Novib en Cordaid zich op verontwaardigde toon roeren in de media, maar hun rol in de Nederlandse hulp- en ontwikkelingssector lijkt door de Haagse bezuinigingen geenszins gevaar te lopen. Het geld dat ze gaan mislopen is niet doorslaggevend.
Hulp via een omweg
Is Nederland het enige land dat bezuinigt op ontwikkelingshulp? Zeker niet. In Duitsland zakte het BNP-percentage voor ontwikkelingshulp van 0,85 (2022) naar 0,79 procent (2023), hoewel het totale bedrag (ruim 33 miljard euro) nagenoeg stabiel bleef. Ook het Verenigd Koninkrijk bezuinigt. Daar is het percentage ontwikkelingshulp sinds 2020 gedaald van 0,7 tot 0,5 procent.
Frappant is ook dat er steeds vaker geld via een omweg naar ontwikkelingslanden wordt gestuurd, met name door de Europese Unie. Dat gebeurt onder het mom van ‘internationale samenwerkingsprojecten’ en ‘internationale klimaathulp’. De bedragen staan voor een deel op de EU-begroting en komen dus ook ten laste van ‘nettobetaler’ Nederland. Onze afdracht aan de EU steeg de afgelopen drie jaar van 8,9 naar 10,3 miljard euro. Dat lijkt in de toekomst alleen maar meer te gaan worden, want hoewel de nieuwe regeringsploeg (evenals voorgaande kabinetten-Rutte vergeefs hebben bepleit) lagere afdrachten wil, vraagt de Europese Commissie bij monde van voorzitter Ursula von der Leyen zelfs 66 miljard euro extra voor de begroting tot en met 2027.
Met dank aan de ‘klimaatbank’
En dan is Nederland ook nog eens aandeelhouder van de Europese Investeringsbank (EIB), niet alleen de grootste multilaterale financiële instelling ter wereld, maar naar eigen zeggen ook ‘een van grootste verstrekkers van financiering voor klimaatactie’. In dat kader is maar liefst 44,3 miljard euro uitgetrokken voor allerlei klimaatprojecten in Afrika en andere regio’s. Dat lijkt overigens nog niet genoeg. In de woorden van Ambroise Fayolle, vice-president van klimaatbank EIB: ‘There’s no doubt, more is needed, including to help the poorest countries to adapt to the unavoidable impact of global warming. The EIB has already committed to tripling its adaptation financing’.
Ontwikkelingshulp vermomd als klimaatbeleid: het verklaart tevens waarom de hulpclubs wel verontwaardigd maar niet woedend zijn over de Haagse bezuinigingen. Ze weten allang dat hun positie in het spel onveranderd is gebleven. Het spel heeft alleen een andere naam gekregen.
Calvin Schukkink is masterstudent staats- en bestuursrecht aan de universiteit Utrecht. Hij komt uit Enschede en verdiept zich in politiek en filosofie.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!