RutteVier koopt economische groei op krediet
Als het geld goedkoop is, komt de bodem van de schatkist nooit in zicht. Want dan doet minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) wat haar recente voorgangers ook deden: nieuwe staatsleningen met minimale rente aan beleggers verkopen. Simsalabim. Schatkist gevuld.
Daarom heeft het kabinet RutteVier genoeg geld voor koopkrachtsteun (15 à 17 miljard euro). Genoeg geld voor de financiering van prijsplafonds (10 miljard euro? 15 miljard euro?) voor gas en stroom voor consumenten en mogelijk ook voor kleinere energie-intensieve bedrijven.
Met dank aan Frankfurt
En het geld wás goedkoop de afgelopen tien jaar. De rente was bijna niks, of zelfs negatief. Mede dankzij de goedkoopgeldpolitiek van de Europese Centrale Bank (ECB). Wie spaarde was een dief van zijn eigen portemonnee. Geld spenderen was een afgedwongen burgerplicht.
Die lage rente was een kolossale stimulans voor de Europese én de Nederlandse economie. Voor exporterende Nederlandse bedrijven naar andere Europese landen. Voor de koopwoningenmarkt. Dankzij de dalende rente kon je steeds meer geld lenen om een huis te kopen. En op zijn beurt stimuleerde de huizenmarkt de omzet van makelaars, verhuizers, keukenleveranciers, bouwbedrijven en doe-het-zelf ketens.
Ook al heeft de ECB de rente inmiddels verhoogd, de kosten om geld te lenen zijn nog steeds historisch laag. Als je kijkt naar de hoge inflatie, dan is de reële rente (de officiële rentetarieven minus de inflatie) die de overheid betaalt nog steeds negatief.
Gemakzucht
Deze negatieve rente heeft nog een ander, indringender gevolg. Het maakt gemakzuchtig. Dat zag je eerder al toen Wopke Hoekstra (CDA) de staatskas bestierde in het kabinet RutteDrie. Het Nationaal Groeifonds dat met een kleine 20 miljard euro de winnaars van de economie van de toekomst wil financieren wordt betaald met geleend geld. Want dat was toch bijna gratis.
RutteVier herhaalt dat kunstje al met het Klimaatfonds. Afgelopen week proefde je het genotsgevoel van een lage rente opnieuw, namelijk in het gemak waarmee het kabinet in allerijl het prijsplafond voor gas- en stroom heeft toegezegd.
Tot voor kort gold zo’n prijsplafond in de energiemarkt als vloeken in de liberale kerk. Het kabinet tekent met het prijsplafond een blanco cheque. Niemand weet wat de kosten zijn. Dat hangt af van de gas- en stroomprijzen die de komende maanden op de markt tot stand komen.
Hoe zou het Nederlandse kabinet reageren als Italië of Frankrijk, om maar eens twee willekeurige voorbeelden te noemen, zo’n begrotingssprookje zou opvoeren? Nederland zou hen in Europees overleg streng toespreken. Want Nederland profileert zich in Brussel als een advocaat van financiële normen en waarden, maar laat het nu in Den Haag versloffen.
De koopkrachtsteun en het prijsplafond moeten de burgers gerust stellen. Want niet alleen het vertrouwen in het kabinet is volgens onderzoeken op een dieptepunt, de cijfers over het consumentenvertrouwen verraden een wanhopige stemming. Wie wil nu nog geld uitgeven? Maar kijk daar… bijna 4 procent meer koopkracht in 2023, voor de laagste inkomens ruim 7 procent erbij. Een economische groei van 1,5 procent, meer dan enkele maanden geleden nog verwacht. Dat oogt als economisch succes. Maar wat is het echt?
Goedkoop geld groei. Op-de-pof groei. Fantoomgroei. Het is de groei die je krijgt als je consumenten een bedrag van zo’n 25 miljard euro toestopt. Meer bestedingen = meer groei. Het glorieuze groeicijfer in deze sombere tijden kan daarom geen verrassing zijn. Het zit ingebakken in het rekenmodel van het CPB. Het zou pas een verrassing zijn als er met zoveel geld géén extra groei wordt geboekt. Een visie op de toekomst van de economie en van het land, op bedrijvigheid en banen in 2030 zit er niet bij. Het is pompen of verzuipen.
Angst en wanhoop
Dat is begrijpelijke politiek gezien de wanhoop onder consumenten, de angst voor faillissementen onder energie-intensieve kleinere bedrijven (bakkers) en de dreiging van het stil vallen van grotere (aluminium- en kunstmestproducenten).
De nieuwe ronde van staatssteun voor de economie is echter wel de zoveelste. De oude onbetaalde rekeningen van eerdere crisispolitiek zijn nog niet voldaan. Welke bonnetjes liggen er nog?
Schulden van banken en bedrijven
Een niet volledige greep uit de laatste veertien jaar. Uit de kredietcrisis (2008/2009) resteert nog een pakket van 56 procent van de aandelen van ABN Amro. Deze aandelen zijn kennelijk onverkoopbaar. De rekening voor het redden van de bank is nog niet volledig voldaan, als dat al ooit zal gebeuren.
Uit 2013, de piek van de vastgoedcrisis, resteert nog een pakket van 100 procent van de aandelen van de Volksbank toen SNS werd genationaliseerd. Kennelijk ook onverkoopbaar.
Fantoomgroei
Uit de coronacrisis (2020) staat nog een belastingschuld van bedrijven open van ongeveer 20 miljard euro. Vanaf 1 oktober moeten bedrijven die schuld in termijnen aflossen. Het ministerie van Financiën verwacht dat 6 miljard euro nooit meer wordt terugbetaald.
Zo sleept de overheid de last van eerdere crisisingrepen met zich mee, als emmers achter een boot. Maar dat zie je niet. Dat zit onder water. Wat je ziet is schipper Rutte achterop het Schip van Staat die aanstuurt op meer koopkracht. En op meer fantoomgroei.
Econoom en journalist Menno Tamminga was eerder redacteur en columnist voor NRC Handelsblad. Sinds begin augustus 2022 publiceert hij zijn wekelijkse columns in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar. De betalende lezers maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!