Roelof Bouwman: Twee op drift geraakte Limburgers zetten de toon op Prinsjesdag 2024
De een is aanvoerder van de grootste regeringspartij, de ander is oppositieleider. Samen zorgen Geert Wilders en Frans Timmermans in het nieuwe politieke jaar voor Limburgse dominantie in de Tweede Kamer.
Personen en verschijnselen die afkomstig zijn uit afgelegen oorden kampen vaak met hardnekkige onderwaardering. Dat was al zo in bijbelse tijden. De zegswijze ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen?’ getuigt ervan.
Nederland is weliswaar een klein land, maar ook wij kennen van oudsher een centrum en een periferie. Dat centrum noemen we tegenwoordig de Randstad. Het is, zou je kunnen zeggen, de opvolger van het ooit oppermachtige gewest Holland, dat in 1840 werd opgesplitst in de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland.
Voor het Nederland buiten de Randstad is de typering ‘regio’ in zwang geraakt. Daaraan is het neerbuigende, randstedelijke idee gekoppeld dat mensen die de vinger aan de pols van de tijdgeest willen houden, er weinig hebben te zoeken. Ook voor politieke innovaties moeten we naar verluidt elders zijn.
Zuidelijke trendsetters
Maar dat is een misverstand. Zeker onze ‘buitengewesten’ Noord-Brabant en Limburg zijn politieke trendsetters bij uitstek.
Neem de decennialange hegemonie van de katholieken op het Binnenhof: hun partij – eerst de RKSP, na de oorlog de KVP – kwam tussen 1918 en 1963 bij tien van de twaalf Tweede Kamerverkiezingen als grootste uit de bus. Dat ongekende machtsvertoon was eerst en vooral te danken aan de kiezers in Brabant en Limburg, die, anders dan hun landgenoten bóven de grote rivieren, in zeer grote meerderheid tot de rooms-katholieke kerk behoorden. Zonder de massale steun uit Brabant en Limburg zou het aantal katholieke Kamerzetels slechts half zo groot zijn geweest – en hadden katholieke politici (dus) nooit zo lang de boventoon kunnen voeren in de Nederlandse politiek.
Vanaf het midden van de jaren zestig, toen het Rijke Roomse Leven begon te imploderen, gingen Brabanders en Limburgers hun politieke heil steeds vaker elders te zoeken. De ‘losgeslagen’ zuidelijke kiezers bespoedigden zo niet alleen de spectaculaire groei van de VVD onder Hans Wiegel, maar droegen ook bovengemiddeld bij aan de befaamde verkiezingsoverwinning (53 zetels) van PvdA-premier Joop den Uyl in 1977.
En daar bleef het niet bij. In 1967 debuteerde D66 op het Binnenhof. De partij had een randstedelijk imago, maar op de voorste rij zaten de uit Brabant afkomstige journalisten Hans van Mierlo en Hans Gruijters.
En wat te denken van de SP? Onder leiding van de welbespraakte Ossenaar Jan Marijnissen veroverde de partij dertig jaar geleden haar eerste Tweede Kamerzetels. De belangrijkste electorale bolwerken van de SP waren Brabant en Limburg.
Politieke kweekvijver
Tezelfdertijd ontpopte het zuiden zich als kweekvijver voor het verschijnsel ouderenpartijen. Epicentrum was het Eindhoven van Martin Batenburg, initiatiefnemer van het AOV, de eerste ouderenpartij die in 1994 lokaal en daarna ook landelijk doorbrak.
Ook de victorie van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 was een spektakelstuk waaraan op drift geraakte zuidelijke kiezers bovenmatig bijdroegen. Zo scoorde de LPF in bijvoorbeeld Kerkrade (23,5), Helmond (23,2) en Roermond (22,3) stukken beter dan in randstedelijke metropolen als Amsterdam (16,6) of Utrecht (13,3).
De PVV mag in dit verband uiteraard niet onvermeld blijven. Met een partijleider – Geert Wilders – die werd geboren en getogen in Venlo en een achterban die al sinds de entree van de PVV in de Tweede Kamer (2007) sterk is oververtegenwoordigd in Limburg. Bij de Kamerverkiezingen van 22 november 2023 kreeg Wilders er maar liefst 33,2 procent van de stemmen, veel meer dan in bijvoorbeeld Noord-Holland (19,7) en Utrecht (17,6).
In die twee laatstgenoemde provincies was een andere Limburger favoriet bij de kiezers: de in Maastricht geboren Frans Timmermans, die vorig jaar zijn vicevoorzitterschap van de Europese Commissie inruilde voor het lijsttrekkerschap van GroenLinks-PvdA. In de hoop premier te worden, maar dat lukte niet. Als oppositieleider is Timmermans deze week bij de Algemene Beschouwingen de belangrijkste tegenstander van Wilders, die sinds het aantreden van het kabinet-Schoof leider is van de grootste regeringspartij.
Twee Limburgers die de toon zetten in de Tweede Kamer. Allebei werden ze geboren in een provincie waar de katholieke KVP in 1963 nog ruim 77 procent van de stemmen kreeg en waar opvolger CDA tot 1987 een absolute meerderheid had in de Provinciale Staten. Allebei sloten ze zich aan bij politieke partijen die jarenlang oppositie voerden tegen de traditionele machthebbers in Limburg: Timmermans, hoewel hij zich altijd katholiek bleef noemen, bij de Partij van de Arbeid; Wilders, op wie de Moederkerk nooit vat kreeg, bij de VVD.
Een bijzonder schouwspel
Schept dat – ondanks alles – een band? We weten niet wat er achter de schermen gebeurt, maar vóór de schermen lijken de onderlinge verhoudingen buitengewoon slecht. Twee maanden geleden, bij het Kamerdebat over de regeringsverklaring van het kabinet-Schoof, ging het weer eens helemaal mis.
Timmermans kondigde bij aanvang van het debat aan een motie van wantrouwen in te dienen tegen de PVV-ministers Reinette Klever (Ontwikkelingssamenwerking) en Marjolein Faber (Asiel en Migratie). In het ministersvak zaten volgens Timmermans ‘mensen die racistische complottheorieën propageren en journalisten, rechters, wetenschappers aanvallen’. Wilders sloeg keihard terug: ‘Hoe haalt Timmermans het in zijn hoofd. Waar haalt hij het lef vandaan om onze mensen tot racist te bestempelen? U zegt gewoon: er zitten hier halve nazi’s in de zaal. Degene die vuile, vieze politiek speelt, dat ben ik niet, maar dat bent u’.
Toch doet dat allemaal niets af aan het schouwspel dat ons ook deze week bij de Algemene Beschouwingen te wachten staat: een staaltje zuidelijke dominantie in de vaderlandse politiek met in de hoofdrollen twee typische ‘producten’ van de ontmanteling van het katholieke machtsapparaat in Limburg. Zo bezien bestaat er tussen Wilders en Timmermans wel degelijk een belangrijke verwantschap.
Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!