Roelof Bouwman: Moet het rode Amsterdam na 100 jaar links bestuur worden uitgemest door boeren?

bouwman
De Amsterdamse GroenLinks-burgemeester Femke Halsema en GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink. Foto: ANP Foto, Jerry Lampen.

Er zijn altijd wel redenen geweest om weinig waardering te hebben voor Amsterdam. Toch waren die redenen nooit zo talrijk als in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Onze hoofdstad, zo is wel gezegd, lag er in die dagen bij als een slonzige hoer.

Er verbleven circa 20.000 krakers, veelal drop-outs uit de provincie, niet zelden behept met mentale of verslavingsproblemen. Tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix, op 30 april 1980, zorgden ze voor de grootste geweldsorgie die Nederland sinds de oorlogsjaren had meegemaakt.

Andere ‘hoogtepunten’ uit de geschiedenis van de hoofdstedelijke kraakbeweging: de rellen na de ontruiming van kraakpand ‘Lucky Luyk’ waarbij een complete Amsterdamse tram in vlammen opging (1982), en het bezoek van burgemeester Ed van Thijn aan de Staatsliedenbuurt, waar hij door krakers in het nauw werd gedreven en bespuugd (1984). Een jaar later werden in het huis naast zijn ambtswoning op de Herengracht ter hoogte van de slaapkamer van Van Thijn twee zware bommen aangetroffen. Midden in de nacht werd de burgemeester in veiligheid gebracht. Een haperend ontstekingsmechanisme bleek hem te hebben gered.

Voorportaal van de hel

De Zeedijk, de smalle straat tussen de Prins Hendrikkade en de Nieuwmarkt, stond in de jaren tachtig bekend als het voorportaal van de hel. Heroïne, geweld en verval voerden er de boventoon; tv-reporters uit de hele wereld deden er walgend verslag van.

Amsterdamse tram- en metropassagiers met een geldig vervoersbewijs waren in de jaren tachtig een zeldzaamheid. De conducteur was afgeschaft en de gele stempelautomaten waar reizigers vrijwillig hun strippenkaart in konden steken, werden weinig gebruikt – als ze niet al defect waren. 

In het afgetakelde stadion De Meer speelde Ajax zijn thuiswedstrijden. De club beleefde donkere tijden. Zwartgeldaffaires zetten de toon, en hoewel in 1987 de Europacup II werd gewonnen, bereikte het aantal toeschouwers in het daaropvolgende seizoen een historisch dieptepunt: gemiddeld 10.830 per wedstrijd.

Op sportief vlak haperde er wel meer. Een poging om de Olympische Zomerspelen van 1992 binnen te halen, liep uit of een fiasco: slechts 5 van de 25 IOC-leden stemden in 1987 op Amsterdam. Al na de eerste stemronde waren de kansen verkeken.

Het was tekenend voor de miserabele reputatie van de stad. Jaarlijks vertrokken duizenden ‘gewone’ Amsterdammers, vooral gezinnen met jonge kinderen, naar gemeenten als Lelystad, Almere, Purmerend, Hoorn en Alkmaar. Van de 872.000 inwoners die de hoofdstad in 1960 telde, waren er in 1985 nog maar 675.000 over.

Malle analyse

Toch zijn er mensen die terugverlangen naar het kapotte Amsterdam van veertig jaar geleden. Eén van hen is BBB-leider Caroline van der Plas. ‘Toen ik in de jaren tachtig een puber was, was Amsterdam fantastisch om naartoe te gaan. De stad waar alles mag. Nu is Amsterdam de stad waar niets meer mag,’ zei ze vorige week in een interview met De Telegraaf.

Aan die malle analyse zouden we schouderophalend voorbij kunnen gaan, ware het niet dat Van der Plas in hetzelfde interview aankondigde dat BBB in maart 2026 een gooi gaat doen naar zetels in de Amsterdamse gemeenteraad. Om daar ‘het gezonde verstand’ terug te brengen.

Op zich is dat een lovenswaardig streven. Al meer dan een eeuw waait de wind in Amsterdam onophoudelijk uit de linkse hoek. Het is de enige hoofdstad in Europa waar sociaaldemocraten – eerst de SDAP, na de oorlog de PvdA – tussen 1919 en 2014 voortdurend de grootste fractie vormden in de gemeenteraad, hoewel dat voorrecht tussen 1946 en 1949 moest worden gedeeld met de communisten van de CPN. Na 2014 werden D66 en GroenLinks dominant, maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 is de PvdA opnieuw nummer één. Nergens anders is gemeentepolitiek zo voorspelbaar.

Maar is er ook nog een andere reden waarom een fluwelen revolutie in Amsterdam dringend is gewenst. Volgens 50 procent van de Amsterdammers gaat het met de stad de verkeerde kant op, zo bleek onlangs uit een peiling van het gemeentelijk bureau Onderzoek en Statistiek (O&S). Twee jaar geleden bedroeg dat percentage nog 44 procent. Nee, de jaren tachtig zijn nog niet terug, maar wel leven onder Amsterdammers steeds vaker zorgen, met name over de woningnood, de toenemende criminaliteit, de verkeers(on)veiligheid en de aanhoudende afvalproblematiek. Duurzaamheid en klimaat, een topprioriteit van het linkse gemeentebestuur, is volgens de peiling slechts voor 5 procent van de Amsterdammers een issue.

Lokale initiatieven

Andere grote steden hebben laten zien dat een fluwelen revolutie mogelijk is. Henk Westbroek en Broos Schnetz zetten rond de eeuwwisseling de gemeentepolitiek in Utrecht op stelten en in 2002 sloeg Leefbaar Rotterdam toe, onder leiding van Pim Fortuyn. In Den Haag won Richard de Mos in 2018 en 2022 de raadsverkiezingen met zijn stadspartij Hart voor Den Haag. Lang niet altijd kwam er fundamenteel ander beleid, maar wel werd er stof weggeblazen, kwam er tegenspraak, ontstond reuring en verdween de vanzelfsprekendheid van oude vormen en gedachten.

De in Utrecht, Rotterdam en Den Haag opgedane ervaringen leren dat zoiets alleen lukt met lokale initiatieven en níet met filialen van landelijke partijen. Caroline van der Plas zit daarom helemaal op het verkeerde spoor met haar plan om met BBB de hoofdstedelijke gemeentepolitiek op te schudden. Het is een karwei dat ze in Mokum veel beter kunnen klaren zónder plattelanders met heimwee naar de jaren tachtig.   

Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!