Roelof Bouwman: Het fatsoen van fatsoensrakker Henri Bontenbal is flessentrekkerij 

RoelofBouwman 1-10-24
Henri Bontenbal bespeelt het orgel van de Rotterdamse Laurenskerk. Foto: www.orgelnieuws.nl

De uitdrukking ‘een actieve herinnering ergens aan hebben’ kreeg twee jaar geleden een plekje in de Dikke Van Dale. ‘De term wordt sinds de jaren negentig met grote regelmaat gebruikt in politiek Den Haag’, luidde de toelichting van hoofdredacteur Ton den Boon. ‘Maar Mark Rutte heeft de term wel heel gangbaar gemaakt. Sinds hij premier is, zie je de uitdrukking ook veelvuldig voorkomen in de media, in politieke analyses en commentaren.’

Nederland staat niet bekend als een land van grote sprekers. Toch slagen onze premiers er altijd wel in om een paar woorden in ons collectieve geheugen te verankeren.

Ook Dries van Agt – premier tussen 1977 en 1982 – lukte dat. Zijn naam zal voor altijd verbonden blijven aan het door hem geïntroduceerde begrip ‘ethisch reveil’. In een brief aan de Roermondse bisschop Joannes Gijsen werd de uitdrukking in 1974 door Van Agt voor het eerst gebruikt, in de context van het snel groeiende aantal abortussen in Nederland: een maatschappelijke ‘herbezinning’ zou daar een einde aan moeten maken.

Ideologische veren

Van Ruud Lubbers – premier tussen 1982 en 1994 – is de beroemd geworden oneliner ‘Nederland is ziek’. Hij zei dat in 1990, bij de opening van het academisch jaar in Nijmegen, refererend aan het hoge ziekteverzuim en de grote aantallen arbeidsongeschikten, drop-outs en werklozen.

Wim Kok – premier tussen 1994 en 2002 – was de man die het ‘afschudden van ideologische veren’ een ‘bevrijdende ervaring’ noemde. Kok deed die befaamde uitspraak in 1995, toen hij de Dr. J.M. den Uyl-lezing mocht houden. Pas jaren later werd bekend dat de tekst van Koks lezing was geschreven door de Rotterdamse PvdA-burgemeester Bram Peper, die de frase over het afschudden van ideologische veren had geleend van zijn toenmalige echtgenote Neelie Kroes, tevens VVD-politica.

Bij Jan Peter Balkenende – premier tussen 2002 en 2010 – denken we meteen aan ‘fatsoen moet je doen’. De legendarisch geworden quote stond in 2001 in het kerstnummer van HP/De Tijd, boven een groot portret van de nieuwe partijleider van het CDA.

Dat Balkenende zeven maanden later premier zou worden, kon toen nog niemand bevroeden. Wel was meteen duidelijk dat ‘fatsoen’ en ‘Balkenende’ een geloofwaardige combinatie vormden. In zijn studententijd, bekende Balkenende aan HP/De Tijd, had hij wel eens aan bierestafettes meegedaan, en het werd dan ook wel eens laat – zo laat dat hij bij het verlaten van de sociëteit in kennelijke staat z’n ontbijt bij Albert Heijn kon halen. ‘Maar van ontaarding was geen sprake. We hadden gewoon plezier.’ Helemaal niemand betwijfelde dat.

Vijf zetels winst

Sinds Henri Bontenbal in augustus 2023 aantrad als de nieuwe partijleider van het CDA, is fatsoen weer helemaal terug als centraal christendemocratisch thema. Het CDA wil ‘een fatsoenlijk land’, zo luiden de openingswoorden op de homepage van de partij en Bontenbal twittert met grote regelmaat over ‘fatsoenlijke politiek’, ‘fatsoen in de Tweede Kamer’ en een ‘fatsoenlijk Europa’.

Anders dan bij Balkenende heeft het nog niet veel geholpen. Op 22 november 2023 boekte het CDA de op afstand slechtste uitslag uit de partijgeschiedenis: nog maar 5 Tweede Kamerzetels. Op 6 juni volgde de slechtste CDA-score ooit bij Europese verkiezingen: nog maar 3 zetels.

Of is er licht aan het eind van de tunnel? In de laatste peiling van EenVandaag staat het CDA op 10 Tweede Kamerzetels. ‘Een verdubbeling’, heet het in christendemocratische kring. Maar wat is 5 zetels winst wanneer NSC, de grootste concurrent van het CDA, maar liefst 17 zetels verliest en vergeleken met de peilingen van een jaar geleden zelfs 30 zetels heeft ingeleverd? Daar komt nog bij dat slechts 53 procent van de huidige CDA-aanhang volgens EenVandaag zeker is van zijn partijkeuze. Alleen bij de achterban van JA21 is dat percentage nóg lager.

Zou in Nederland aan fatsoen dan geen behoefte meer bestaan?

De kwestie is waarschijnlijk vooral dat het CDA, anders dan in 2001, over onvoldoende geloofwaardigheid beschikt om fatsoen – lees: deugdzaamheid, beschaafdheid en betamelijkheid – als credo te kunnen claimen. Zeker, Bontenbal maakt een minstens zo gereformeerde indruk als Balkenende. Maar veel kiezers zijn nog niet vergeten hoe Pieter Omtzigt door de CDA-top terzijde werd geschoven: nadat hij achter de christendemocratische schermen eerst was uitgemaakt voor ‘psychopaat’, ‘eikel’ en ‘teringhond’.

Geen toeval

Weinig fatsoenlijk waren ook de tweets van Bontenbal in coronatijd, toen hij zich afvroeg waarom het virus niet ‘vooral domme mensen’ trof. En wat te denken van Bontenbals ethisch getoonzette bezwaren tegen samenwerking met de PVV? Ze klinken nogal hol, als bedacht wordt dat het CDA zitting heeft in het Haagse college van B en W, samen met de extremistische Israël-haters van DENK. Hoe huichelachtig kunnen christendemocraten zijn?

Balkenende sleepte in 2002 met zijn fatsoenscampagne 43 Tweede Kamerzetels in de wacht. De fatsoenscampagne van Bontenbal is zelfs virtueel nog niet verder gekomen dan 10 zetels. Helaas voor het CDA zou daar weleens een goede reden voor kunnen bestaan.

Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.

Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manieren. Hartelijk dank!