Roelof Bouwman: GroenLinks is op weg naar het einde – en in Duitsland weten ze waarom
Bij de vervroegde Bondsdagverkiezingen van 23 februari staan ook de Groenen – officieel: Bündnis 90/Die Grünen – weer op het stembiljet. Al meer dan veertig jaar is de partij van vicekanselier Robert Habeck een belangrijke speler in de Duitse politiek. Dat is minder vanzelfsprekend dan het misschien lijkt.
Decennialang was de sociaaldemocratische SPD in de Bondsdag de enige partij aan de linkerkant. In bijna alle andere Europese landen zaten ook communistische partijen in de volksvertegenwoordiging – in Frankrijk en Italië zelfs heel prominent – maar niet in Duitsland. Daar was de communistische KPD in 1953 weggezakt onder de kiesdrempel en vervolgens in 1956 verboden verklaard door het grondwettelijke hof. In 1968 werd de oprichting van een nieuwe communistische partij toegestaan – de heimelijk door de DDR gefinancierde en aangestuurde DKP – maar die haalde bij Bondsdagverkiezingen nooit meer dan 0,3 procent van de stemmen.
Iets totaal nieuws
Maar toen kwamen de Groenen. Bij de oprichting van hun partij – in 1980 – vertegenwoordigden ze in alle opzichten iets nieuws. Politiek met het milieu als centraal thema, dat was nog nooit vertoond. Ook de manier waarop de partij zich presenteerde was uniek: informele omgangsvormen, ludieke acties, grappige slogans, geen stropdassen maar gympen. Het aanzien van de Duitse politiek werd door de Groenen – in 1983 maakten ze hun debuut in de Bondsdag – voorgoed veranderd.
De partij werd al snel volwassen en maakte tussen 1998 en 2005 samen met de SPD deel uit van de kabinetten van Gerhard Schröder. In 2021 haalden de Groenen hun beste resultaat ooit – 14,7 procent – en gingen ze opnieuw regeren, nu met de SPD van kanselier Olaf Scholz en met de liberale FDP. In de peilingen voor de aanstaande Bondsdagverkiezingen scoort de partij tussen de 12 en 15 procent. Dat zou opnieuw een goed resultaat zijn.
In 1989 kregen de Groenen een Nederlandse zusterpartij: GroenLinks. Anders dan in Duitsland betrof het geen initiatief van idealistische natuurbeschermers die een politiek dak boven hun hoofd zochten, maar een overlevingsproject van vier uitgerangeerde linkse splinterpartijen.
De fusiepartner met de langste baard was de communistische CPN. De partij was haar arbeidersaanhang goeddeels verloren; de lege plekken waren in de jaren zeventig opgevuld door welzijnswerkers en studenten. Toen ook die hun belangstelling verloren, viel het doek: bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1986 haalde de CPN nul zetels.
Linkse christenen en ex-maoïsten
Ook in de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) zat weinig leven meer. Opheffing van de NAVO en afschaffing van de Nederlandse krijgsmacht, de Binnenlandse Veiligheidsdienst en de mobiele eenheid: het leek steeds minder Nederlanders een goed idee. PSP-lijsttrekker Andrée van Es genoot weliswaar een reputatie als het mooiste Tweede Kamerlid ooit, maar kwam bij de verkiezingen van 1986 niet verder dan één zetel.
Met de Politieke Partij Radikalen (PPR), opgericht door linkse katholieken, ging het nauwelijks beter. De voormalige regeringspartij in het kabinet-Den Uyl was onder leiding van de weinig charismatische Ria Beckers in verval geraakt. Meer dan twee Kamerzetels zaten er sinds 1982 niet meer in.
Op het laatste moment sloot ook de zieltogende, in 1986 uit de Tweede Kamer verdwenen Evangelische Volkspartij (EVP) zich bij GroenLinks aan. Maar weinig mensen wisten dat de links-christelijke minipartij nog bestond.
En dan was er nog vakbondsactivist Paul Rosenmöller, voormalig aanvoerder van de met Mao en Pol Pot dwepende Groep Marxisten-Leninisten (GML). Als ‘onafhankelijke kandidaat’ kreeg hij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 een eervolle vierde plek op de GroenLinks-lijst.
Pijnlijk fiasco
Maar het werd geen succesverhaal. Anders dan de Groenen in Duitsland slaagde GroenLinks er nooit in om meer dan 10 procent van de stemmen te vergaren en ook van regeringsdeelname is het nooit gekomen. De partij wist niet te profiteren van de explosief groeiende populariteit van milieu- en klimaatthema’s en met het nieuwe groene thema ‘dierenwelzijn’ ging de partij van Marianne Thieme en Esther Ouwehand op de loop.
Ondanks zijn van Justin Trudeau afgekeken maniertjes en zijn van Barack Obama geleende teksten wist ook de aanvankelijk veelbelovende Jesse Klaver geen doorbraak te forceren. Bij de laatste zelfstandige verkiezingsdeelname – in 2021 – bleef GroenLinks onder zijn leiding steken op 5,2 procent.
De op stapel staande fusie tussen GroenLinks en de PvdA is vaak geïnterpreteerd als een smadelijke afgang voor vooral de Nederlandse sociaaldemocraten. En inderdaad, wat is er toch gebeurd met de machtige volkspartij van Willem Drees en Joop den Uyl, ooit goed voor meer dan vijftig zetels in de Tweede Kamer?
Maar ook voor GroenLinks is de fusie een pijnlijk fiasco. Zonder authentieke groene geboortepapieren zijn groene partijen ten dode opgeschreven. Aan Duitsers hoeven we dat gelukkig niet te vertellen.
Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025 https://www.wyniasweek.nl/doneren/ ? Hartelijk dank!