Roelof Bouwman: Als Femke Halsema écht iets wil doen aan de antisemitische putlucht in Amsterdam, dan pakt ze haar biezen

Het Parool had twee weken geleden de primeur. Burgemeester Femke Halsema, zo berichtte de stadskrant onder verwijzing naar ‘meerdere bronnen in en rond het stadhuis’, gaat op 24 april, tijdens de herdenking van de Shoah in de Hollandsche Schouwburg, formeel excuses aanbieden aan de Joodse gemeenschap voor de rol van de gemeente Amsterdam bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het plan voor de spijtbetuiging, zo meldde Het Parool, werd eerder dit jaar besproken in een besloten raadsvergadering en kreeg toen de steun van alle aanwezige raadsleden. Tevens werd besloten dat de gemeente 25 miljoen euro uittrekt voor een speciaal fonds dat moet bijdragen aan ‘de versterking en zichtbaarheid van het Joodse leven in Amsterdam’. Een commissie onder leiding van oud-PvdA-minister Jet Bussemaker zal adviseren over de besteding van het bedrag.
Met dank aan het Gemeentevervoerbedrijf
Deze stap, zo wist de NOS er nog aan toe te voegen, volgt op een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), dat binnenkort wordt gepresenteerd. Uit het onderzoek blijkt dat het gemeentelijke apparaat van Amsterdam een centrale rol speelde in de Jodenvervolging in Nederland. ‘Via de bevolkingsregistratie van de gemeente kreeg de Duitse bezetter toegang tot hun adressen, wat de deportaties aanzienlijk vergemakkelijkte. Ook het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) leverde een bijdrage: het verzorgde het transport naar verzamelplaatsen in de stad. Zo’n 60.000 Amsterdamse Joden werden vermoord.’
Het zijn pijnlijke feiten voor een stad waar de antisemitische putlucht niet dateert van gister of eergister. Vooral dankzij de Februaristaking (1941) en het Achterhuis – het wereldberoemde onderduikadres van Anne Frank aan de Prinsengracht – is wereldwijd het beeld ontstaan dat Amsterdam zich altijd zeer heeft bekommerd om het lot van zijn Joodse inwoners. Niet toevallig kreeg de stad na de oorlog van toenmalig koningin Wilhelmina de wapenspreuk ‘Heldhaftig, vastberaden, barmhartig’. Aan de Weesperstraat werd in 1950 zelfs een Monument van Joodse Erkentelijkheid opgericht, als dankbetuiging voor de Amsterdammers die de Joodse bevolking tijdens de oorlog hadden geholpen.
Onze hoofdstad liet het zich allemaal graag aanleunen en veegde ongemakkelijke waarheden liefst onder het tapijt. Bijvoorbeeld dat slechts 25,3 procent van de Amsterdamse Joden de Holocaust overleefde, een opmerkelijk verschil met onder meer Utrecht (45,9), Maastricht (49,5) en Enschede (52,1).
Betrokkenen zijn niet meer onder ons
Toch zijn de hoofdstedelijke excuses niet per se logisch. Zeker, historische spijtbetuigingen – over bijvoorbeeld het Nederlandse slavernijverleden, het kolonialisme en de politionele acties in Nederlands-Indië – mogen zich de laatste jaren verheugen in een grote populariteit. De befaamde historicus A.Th. van Deursen suggereerde in 1999 een verband tussen onze excuusdrift en het afnemen van onze historische kennis – een direct gevolg van de verloedering van het geschiedenisonderwijs na de invoering van de Mammoetwet (1968). Wie de geschiedenis niet kan overzien en niet in staat is gebeurtenissen in hun verband te plaatsen, kan zich over het verleden nog slechts verbazen of er zelfs boos of beschaamd over worden, meende Van Deursen.
Maar er is ook een praktisch probleem met de excuses die Halsema wil aanbieden voor het falen van het gemeentelijke apparaat in de jaren 1940-1945. De Duitse bezetting is inmiddels tachtig jaar geleden. Dat betekent om te beginnen dat de Amsterdamse bestuurders en gemeenteambtenaren van toen niet meer onder ons zijn, op misschien een enkele uitzondering na. Halsema gaat dus een spijtbetuiging afleggen zonder dat ze kan nagaan of de betrokkenen het daarmee eens zijn. Dat is niet alleen erg vrijpostig, maar doet ook afbreuk aan de waarachtigheid die met het aanbieden van excuses gepaard hoort te gaan.
Behalve de Amsterdamse ambtenaren die de Duitsers dikwijls een handje hielpen, zijn ook de Joodse slachtoffers van toen – voor zover ze de Holocaust overleefden – meestal niet meer onder ons. We kunnen dus niet weten of ze de excuses van Halsema zouden hebben geaccepteerd.
Kort en goed: de aanstaande spijtbetuiging van de burgemeester hangt nogal in het luchtledige en heeft bijgevolg weinig betekenis.
Onsmakelijke schertsvertoning
Behalve misschien voor de burgemeester zelf. Sinds de opening in maart 2024 van het Nationaal Holocaustmuseum, waar Joodse nabestaanden antisemitische leuzen over zich heen kregen, is de Jodenhaat in Amsterdam alsmaar zichtbaarder en tastbaarder geworden. Halsema heeft geen moment de indruk gewekt dat ze tegen de situatie is opgewassen. Ze is er direct verantwoordelijk voor dat losgeslagen Hamas-sympathisanten in de straten van onze hoofdstad inmiddels meer hebben te vertellen dan de politie en dat veel Joodse Amsterdammers zich niet meer veilig voelen. Dan komt het natuurlijk mooi uit als je in de Hollandsche Schouwburg een paar loze gebaren kunt maken die de indruk moeten wekken dat het bestrijden van antisemitisme wel degelijk hoog op je agenda staat.
Wat een onsmakelijke schertsvertoning. Laat de incapabele Halsema, als ze écht iets tegen Jodenhaat wil doen, liever haar biezen pakken en plaatsmaken voor een burgemeester die níet bang is voor Hamas-goedpraters op het stadhuis en die de confrontatie met antisemieten wél durft aan te gaan.
Roelof Bouwman is journalist, historicus en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!