‘Rentmeesterschap’ van ChristenUnie en CDA staat helemaal niet in de Bijbel
Politici van vooral CDA en ChristenUnie gaan vaak prat op de Bijbelse verplichting dat ze qua natuur, milieu en klimaat ‘rentmeesters’ zouden zijn. En als protestantse politici dat al niet zelf doen, dan staan andere politici wel klaar om hen aan dat ‘rentmeesterschap’ te herinneren. Maar laat dat hele rentmeesterschap nu modieuze kolder zijn! Het staat helemaal niet in de Bijbel.
Met maar weinig boeken kun je in de politiek zoveel kanten op als met de Bijbel. Een beetje vreemd is dat wel. Want de Bijbel, zo is de claim van gelovigen, bevat het eeuwige en onveranderlijke Woord van God. Politieke partijen die beginselen hanteren die tot de Bijbel herleid kunnen worden, zouden dus bij uitstek bekend moeten staan als koersvast. Maar nee. Juist christelijke politieke partijen zwabberen er – ondanks hun stabiele Bijbelse kompas – flink op los.
Een sprekend voorbeeld hiervan is het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), een kleine politieke partij die in 1963 voor het eerst doordrong tot de Tweede Kamer. Leider van het GPV was Pieter Jongeling, een beminnelijke man (hij schreef tevens kinderboeken) die er niettemin vastomlijnde politieke ideeën op nahield.
Tot 1948 was Jongeling lid geweest van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Helaas, zo betoogde Jongeling keer op keer, was deze protestants-christelijke partij ‘omgezwenkt naar links’. De antirevolutionairen waren voorstander geworden van de verzorgingsstaat, van een ‘min of meer socialistisch’ sociaal-economisch beleid en waren niet meer principieel afkerig van het ‘revolutionaire’ streven naar vrouwenemancipatie en Europese integratie. Ook hoorde je de ARP nooit meer over herinvoering van de doodstraf en nam de partij sinds de jaren vijftig om de haverklap zitting in kabinetten met de PvdA. Hoe konden ze zoiets doen?
Heel veel erger nog: in de jaren zeventig was de ARP bezig op te gaan in een nieuwe politieke partij – het CDA – waarvan ook katholieken lid konden worden. Allemaal symptomen, zo meende Jongeling, van een ‘geestelijk vervalsproces’. Zijn eigen GPV zat niet alleen op slot voor katholieken, maar ook voor hervormden. Zelfs gereformeerden waren niet allemaal welkom: alleen als ze lid waren van de vrijgemaakt-gereformeerde kerken.
Met de PvdA
In 2000 besloot het GPV partij te gaan fuseren met de sinds 1981 in de Tweede Kamer vertegenwoordigde Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Die partij nam het in kerkelijk opzicht altijd veel minder nauw dan het GPV – alleen ‘roomsen’ werden buiten de deur gehouden – maar genoot lange tijd een minstens zo rechts imago.
In de aldus ontstane ChristenUnie kom je nog altijd veel prominenten tegen met een GPV-achtergrond. Denk aan partijvoorzitter Piet Adema of aan Carola Schouten en Arie Slob, de twee ministers van de ChristenUnie.
Toch zou Jongeling, overleden in 1985, zich verbazen over wat er van zijn politieke erfenis is geworden. Behalve voor protestanten van diverse pluimage staat de deur van de ChristenUnie tegenwoordig ook wijd open voor katholieken. Programmatisch is de partij beslist niet minder links dan de zo versmade ARP in de jaren zestig en zeventig en ook nam de ChristenUnie in 2007 enthousiast zitting in kabinetten met de PvdA.
Kort en goed: zo’n beetje alles waarvoor de ARP jarenlang werd verketterd, doen de GPV’ers nu zelf, onder de vlag van de ChristenUnie. En dat allemaal met het eeuwige en onveranderlijke Woord van God in de hand.
Zwabberen met de Bijbel
Zwabberen is echter niet het enige dat je op het Binnenhof met de Bijbel kunt doen. Wie maar vindingrijk genoeg is, kan zich nog veel meer veroorloven.
Zo zijn ze bij de ChristenUnie – en in mindere mate ook bij het CDA en de SGP – de laatste jaren helemaal in de ban geraakt van het ‘Bijbelse’ begrip rentmeesterschap. Het Kernprogramma van de ChristenUnie vermeldt dat de mens ‘rentmeester over Gods schepping’ is en dat de mens de opdracht heeft gekregen om ‘als een goed rentmeester de aarde (…) te beheren’. ‘De diepste overtuiging bij mij zelf is het geloof dat wij rentmeesters van deze wereld zijn,’ schreef fractievoorzitter en partijleider Gert-Jan Segers onlangs op zijn blog. Twee jaar geleden pleitte hij er zelfs voor om rentmeesterschap op te nemen in de grondwet.
In de praktijk blijkt rentmeesterschap bij de ChristenUnie vooral te verplichten tot milieustandpunten die frappante overeenkomsten vertonen met die van GroenLinks. Ook wordt de rentmeester dankbaar ingezet in de concurrentiestrijd om de steeds schaarser wordende christelijke kiezer. ‘Wij zijn een stuk groener dan het CDA als het gaat om rentmeesterschap,’ zei Segers tijdens de campagne voor de Kamerverkiezingen van 2017.
Verzonnen!
Het curieuze van de zaak is dat rentmeesterschap allesbehalve een Bijbels begrip is. In het Oude Testament komen we het nergens tegen. In het Nieuwe Testament is wel een paar keer sprake van rentmeesters, maar nergens verbonden met (zorg voor) de schepping.
De Leidse emeritus hoogleraar milieuwetenschappen J.J. Boersema trok al in 1997 in het CDA-tijdschrift Christen Democratische Verkenningen de enig mogelijke conclusie: ‘Dat de schepping aan de mens in beheer is gegeven en dat de mens zich hierbij als een rentmeester moet gedragen, is niet als Bijbels aan te merken.’
Zeker, schreef Boersema, er is in de Bijbel sprake van een morele band tussen de mens en de gedomesticeerde natuur (landbouwhuisdieren, gecultiveerd land). Voor de omgang met die natuur worden in het Oude Testament gedetailleerde regels gegeven. Maar daar blijft het bij. Ook de overige ‘wilde’ natuur, en dat was in Bijbelse tijden het grootste deel, wordt niet aan de mens in beheer gegeven. ‘De mens kan die natuur bewonderen, hij kan zichzelf beschermen tegen invloeden vanuit die natuur en hij kan er benauwd voor zijn, maar nergens wordt hij over die natuur aangesteld als rentmeester.’
Boersema’s betoog was kraakhelder en er viel geen speld tussen te krijgen. Toch ging de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van rentmeesters gewoon door. Zolang christelijke politici Bijbels klinkend jargon nodig denken te hebben om links milieubeleid aan de eigen, doorgaans veel minder linkse achterban te slijten, zal dat vermoedelijk zo blijven.
Een Bijbel die bij machte is zich te verdedigen tegen alle modieuze kolder die met het boek wordt uitgehaald. Je hoeft niet in wonderen te geloven om er af en toe toch van te dagdromen.