Rellen vloeien direct voort uit de weerzinwekkende Britse populaire cultuur

ww78
Beeld: indiatimes.com.

Iedereen die in Engeland heeft gewoond en zich niet heeft opgesloten in een aangename sociale bubbel, die zijn ogen en oren open heeft gehouden en een beetje zijn fantasie heeft gebruikt, zal helemaal niet verrast zijn door de huidige uitbraak van rellen in de straten van veel Britse dorpen en steden. Deze rellen zijn de moderne Britse populaire cultuur, voortgezet met andere middelen.

De puur beestachtige lelijkheid van een groot deel van de Britse bevolking is al lang overduidelijk, behalve voor degenen die zichzelf verblinden omdat ze het niet willen zien. Deze brute lelijkheid – die uiteraard zichtbaar is op de gezichten van de relschoppers – is niet alleen, of hoofdzakelijk, fysiek. Het is een lelijkheid van de ziel, een lelijkheid waar doelbewust op wordt gericht en die wordt omarmd. De gezichten zijn lelijk, de kleding is lelijk, de muziek is lelijk, het eten is lelijk, de taal is lelijk, de manieren zijn lelijk, zelfs de honden zijn vaak lelijk, of op zijn minst bedreigend.

Lelijkheid, wees mijn schoonheid

Volgens Milton zei Satan, toen hij uit de hemel werd verdreven:

‘Dus vaarwel, mijn hoop, en met mijn hoop, vaarwel, mijn vrees;

Vaarwel berouw. Al het goede is voor mij verloren,

Kwaad, wees mijn goed.’

Een groot deel van de Britse bevolking (ik kan het precieze aantal niet geven) zegt nu: Lelijkheid, wees mijn schoonheid; en hij die lelijkheid als ideaal omarmt, zal spoedig ook het kwaad als ideaal omarmen.

Er is geen verschil tussen het geluid dat dit soort mensen maakt als ze zich amuseren en als ze iemand doodmaken – wat voor hen misschien een andere vorm van vermaak is. In mijn kleine en niet verarmde stadje heb je een pub waar je op zaterdagavond het dreigende geluid van het geblaf van zulke types hoort. Vrolijkheid kan op elk moment omslaan in agressie en geweld – iemand hoeft maar op de verkeerde manier naar iemand anders te kijken ‘om het op gang te brengen’, zoals de ontwikkeling van vechtpartijen vaak wordt omschreven.

Die mannen lijken precies op de relschoppers van de afgelopen dagen, hun gezichten een en al botten en haren, aangespoord door het geschreeuw van vrouwen. Het komt nooit bij hen op dat hun recht om zich op hun eigen manier te vermaken een inbreuk zou kunnen vormen op de rechten van anderen. Wat mij het meest stoort is dat het geluid dat ze maken niet te onderscheiden is van dat van iemand die op straat bijna doodgeslagen wordt, dat ik ooit hoorde vanuit mijn hotelkamer in Manchester. Omstreeks half een ‘s ochtends werd een man onder mijn slaapkamerraam in coma geslagen. Ik werd gewekt door precies hetzelfde geluid als dat uit de kroeg kwam. Destijds dacht ik dat het gewoon de gebruikelijke uiting was van de grove feestvreugde waar zoveel Britten zich aan overgeven, maar het was die van het in coma slaan van een man.

Een leider is niet meer nodig

Ik heb er nooit de minste twijfel over gehad dat als er op een dag een kwaadaardig genie zou opstaan ​​om dit soort mensen te organiseren, er groot geweld en wanorde uit kan en zal voortvloeien; echt fascistisch geweld, niet de verbale verschillen met hun eigen mening die linkse intellectuelen graag fascisme noemen om zichzelf de moeite te besparen hun opvattingen kracht bij te zetten met argumenten.

Ik stelde me ten onrechte voor dat de organisatie via een of andere partijstructuur zou moeten verlopen, met een leider; het kwam niet bij me op dat de sociale media – de antisociale media – de behoefte aan een charismatisch boegbeeld zouden kunnen wegnemen.

‘Vulgariteitscorrespondent’

Voor mij leek de sluimerende gewelddadigheid van deze mensen overduidelijk als je door de meeste Britse straten liep. Ik had de precieze ontploffingsgebeurtenis niet voorzien, maar de huidige scènes in Engeland verbazen mij in het geheel niet. Wat mij eerder verbaast, is dat het zo lang duurde voor ze tevoorschijn kwamen.

Ook is het geen troost dat hierbij slechts een klein aantal mensen (vergeleken met de gehele bevolking) betrokken is, want feit is dat er tussen het gedrag van de relschoppers en veel van wat de Britse populaire cultuur wordt genoemd geen erg dikke scheidslijn loopt. Britse toeristen wekken in veel delen van Europa afkeer en walging op, en terecht. Ik was af en toe wat je zou kunnen noemen ‘de vulgariteitscorrespondent’ van een Britse krant, die zelf zeer dubbelzinnig was over het onderwerp vulgariteit, door het op de ene pagina aan de kaak te stellen en zich er op vijf andere pagina’s aan over te geven. De krant stuurde me naar plaatsen waar Britse jonge  volwassenen bij elkaar kwamen en zich slecht gedroegen, wat, als ze bij elkaar kwamen, altijd gebeurde.

Wat mij het meest opviel was de trots, de bijna militante trots die ze toonden op hun eigen weerzinwekkende en vaak bedreigende gedrag. Ze wilden eigenlijk gefotografeerd worden en dus door miljoenen bekeken worden terwijl ze zich misdroegen; vergeleken met hun gedrag waren Sodom en Gomorra een Japanse theeceremonie. En het was niet de armoede die hen ertoe bracht zich op deze manier te gedragen.

Zo werd ik ooit naar Rome gestuurd om Engelse voetbalfans te observeren. Ze vormden, zoals ik wel had verwacht, een zeer onaangenaam schouwspel, maar wat ik niet had verwacht was dat ze tot de middenklasse behoorden en goedbetaalde banen hadden (vanuit Engeland naar Rome gaan en daar overnachten alleen maar om naar een voetbalwedstrijd te kijken is niet het gedrag van paupers). Hun kwaadaardige wangedrag had een duidelijk ideologisch tintje: lelijkheid, wees mijn goed.

Vooroordelen

Steeds wanneer ik de aandacht van mijn intellectuele collega’s vestigde op wat mij bij de meest vluchtige inspectie overduidelijk leek, werd ik opgewekt behandeld alsof ik een primitief figuur was die niet in staat was zijn middenklasse-vooroordelen te overwinnen. Ik geef toe dat ik vooroordelen heb, bijvoorbeeld voor de beschaving en tegen de wreedheid en voor het nastreven van schoonheid in plaats van lelijkheid, maar ik accepteer niet dat mijn waarnemingen slechts voortkomen uit dat soort vooroordelen. Ik wou maar dat ze als zodanig konden worden afgedaan.

Deze rellen hebben één interessant gevolg: het soort mensen dat jarenlang heeft gepleit tegen straffen om de misdaad onder controle te houden en voor vermeende resocialisatie en verzoening, is plotseling van toon veranderd, maar zonder dit te erkennen en misschien zelfs zonder het te beseffen.

Niemand praat over de relschoppers alsof ze zich niet echt volledig bewust zijn van wat ze doen, maar slechts voertuigen zijn van sociale krachten die buiten hun individuele controle liggen. Niemand praat over het aanpakken van de grondoorzaak van de rellen, zoals ze de laatste driekwart eeuw hebben gepleit voor het aanpakken van de grondoorzaak van de misdaad voor er iets aan te doen, terwijl die misdaad intussen twintig tot dertig maal in omvang toenam.

Er wordt nu alleen maar gepraat over een passende bestraffing en onderdrukking van de rellen, en over het ten voorbeeld stellen van de relschoppers. Ineens roept het soort mensen dat lang heeft ontkend dat de politie en de gevangenis belangrijk zijn voor het beveiligen van de openbare orde op tot lange en onmiddellijke gevangenisstraffen.

Debat wordt aan banden gelegd

Dit effect zal niet blijvend zijn. Binnenkort zal worden beargumenteerd dat de straf voor criminele, fascistoïde relschoppers compleet anders moet zijn dan de straf voor overvallers, inbrekers en andere criminelen. De nieuwe premier was tenslotte een carrière-mensenrechtenadvocaat, de parasiet van de parasiet, voordat hij politicus werd. En de rellen zullen worden gebruikt als voorwendsel voor het aan banden leggen van het debat, van de vrijheid van meningsuiting en van het ter sprake brengen van moeilijke onderwerpen, zoals de weerzinwekkende aard van de Britse populaire cultuur, die zo lang zo ijverig genegeerd is door de politieke en intellectuele klasse.

Vertaling Chris Rutenfrans

De Britse schrijver en psychiater Theodore Dalrymple publiceert regelmatig in Wynia’s Week.

Steunt u de onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week? Graag! Doneren kan HIER. Hartelijk dank!