Regering en samenleving in Israël kraken in hun voegen

WillemDercksen 13-7-24
Bosbranden in het noorden van Israël, veroorzaakt door raketten en drones die Hezbollah afvuurt vanuit Libanon. Beeld: jfeed.com.

De toestand in Israël in telegramstijl: Dag 280 van de oorlog, 116 gegijzelden waarvan er ten minste 42 niet meer leven, al 6 maanden vruchteloze indirecte onderhandelingen met Hamas, nog sporadisch raketten vanuit Gaza, 327 jongens en mannen gesneuveld in of aan de grens met Gaza, het dagelijks door Hezbollah met raketten en drones bestookte noorden staat in brand en ook daar sneuvelen Israëlische burgers en soldaten, tienduizenden evacués vanuit het noorden en zuiden, een verkapte oorlog op de Westoever met door Iran bewapende Palestijnse militanten, settlergeweld en een leger dat dit niet of nauwelijks tegengaat, nieuwe nederzettingen op de Westoever en massale demonstraties voor een overeenkomst met Hamas die de vrijlating van de gegijzelden mogelijk maakt, tegen de regering en voor verkiezingen.

Zeepbel kan zomaar uit elkaar spatten

Zelf leven we in een soort zeepbel. Niet alleen in en rond het Karmelgebergte. Vrijwel de gehele kuststrook van Haifa in het noorden tot voorbij Tel Aviv in het zuiden ligt – vooralsnog – buiten het bereik van de raketten en drones vanuit Libanon en inmiddels op veilige afstand van Gaza. Aan de buitenkant is hier niet of nauwelijks te zien dat het oorlog is. De cafés en restaurants zitten vol, de stranden zijn drukbevolkt en de files als vanouds. Maar als het ook officieel oorlog wordt in het noorden, kan de zeepbel maar zo uit elkaar spatten.

Aan de binnenkant is het bepaald anders. Karin, een Nederlandse vrouw die in de kibboets En Carmel de woonruimtes en kunstenaarsstudio’s beheert, vertelt me dat ze vrijwel dagelijks gebeld wordt door evacués. Of ze een plekje vrij heeft. Velen zitten al maanden met het gezin in een hotelkamer en willen graag wat bewegingsvrijheid en groen om zich heen. Van velen krijgt ze ook hun verhalen te horen … vaak getraumatiseerd en gevangenen in eigen land.

Iedereen kent wel jongens en mannen in gevechtsposities in het leger. De meeste telefoontjes en ontmoetingen beginnen dan ook met de vraag ‘Hoe is het met …?’ Soms zijn er mooie momenten zoals op de video waarin de dienstplichtige dochter van een Nederlandse vriendin een bus uitkomt terwijl naast haar een bus vanaf de grens met Gaza stopt waaruit haar dienstplichtige vriendje stapt die ze al twee maanden niet heeft gezien.

Alles wordt gefilmd of gefotografeerd tegenwoordig. Als je een nieuwssite opent, is je eerste angst dat je een bekend gezicht ziet van een gesneuvelde soldaat. Ook onbekende gezichten voelen als mokerslagen. Tal Lahat, 21, is vooralsnog de laatste. Op 7 oktober redde hij nog de nodige bewoners van de kibboets Nahal Oz aan de grens met Gaza.

Het noorden staat in brand

In het noorden woedt sinds 8 oktober een verkapte oorlog. Vrijwel dagelijks bestookt Hezbollah het noorden met raketten en met explosieven geladen drones. Israël slaat tot ver in Libanon terug. Inmiddels zijn er aan de Israëlische kant 29 dodelijke slachtoffers gevallen (waaronder 12 burgers), tal van huizen zijn verwoest, tot op 5 kilometer van de grens met Libanon zijn de bewoners geëvacueerd en overal woeden door de beschietingen veroorzaakte branden. Circa 20.000 hectare is in vlammen opgegaan (> 200 km2), waaronder grote delen van natuurgebieden.

‘Het is onmogelijk alle branden te bestrijden’ vertelt mijn zwager, onder meer medewerker van de Israëlische autoriteit voor natuur en parken. ‘We proberen er zoveel als mogelijk te controleren en bestrijden alleen de branden die groot gevaar opleveren.’ Hij vertelt het tijdens een familiebijeenkomst in eigen huis nabij Rosh Pinna. ‘Goede timing’ vertelt mijn schoonzuster een paar dagen later nadat er die dag vlakbij de nodige raketten uit de lucht waren geschoten. ‘Zelfs mijn wederhelft kwam in onze safe room. We hadden er nooit met zijn allen in gepast.’

Het Palestijnse narratief

We zien hier ook beelden uit het buitenland. De talloze pro-Palestinakampementen en demonstraties (waaronder in Nederland). From the river to the sea … Ik vertaal dit als een oproep om (onder meer) mijn kinderen te vermoorden. Ongenuanceerd? Noem me een islamitisch land waar meer dan een handvol Joden leeft.

We lezen over (gelukkig nog) incidentele moorden of aanslagen op Joden in het buitenland, over Pink Floyd-frontman Roger Waters die beweert dat er geen bewijs is dat Hamasterroristen Israëlische vrouwen hebben verkracht op 7 oktober (hij is bepaald niet de enige), beschuldigingen van genocide. Het Palestijnse narratief, zoals dat met een geleerd woord wordt genoemd, heeft vele gelovigen.

Niet dat het zal helpen om mensen van hun geloof af te helpen, maar toch:

1. Er is nooit een Palestijnse staat geweest, dus er valt wat dat betreft ook niets te bevrijden.

2. Jezus en zijn ouders Jozef en Maria – oorspronkelijke bewoners – waren Joods en voor en na hen hebben nog talloze Joden geleefd in en rond het gebied dat de Romeinen Palestina hebben genoemd.

3. Tijdens de Britse mandaatperiode zijn grote aantallen Arabieren naar het veel welvarender Britse Palestina getrokken. In het Palestijnse narratief worden ze gemakshalve tot de oorspronkelijke bewoners gerekend, al is in Gaza bijvoorbeeld circa de helft van de inwoners van Egyptische herkomst.

4. De door de Arabieren in 1948 gestarte Arabisch-Israëlische Oorlog heeft tot grote volksverhuizingen geleid. Circa 700.000 Arabische inwoners van het huidige Israël verlieten op advies van hun leiders of ontvluchtten uit angst voor of bedreiging door het Joodse leger huis en haard en belandden in vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Tegelijkertijd vluchtten circa 800.000 Joodse inwoners uit de Arabische buurlanden en vonden hun toevlucht in Israël.

5. Bedrijft Israël sinds 7 oktober volkerenmoord? De cijfers die de ronde doen zijn afkomstig van het door Hamas gerunde ministerie van Gezondheid in Gaza. Ruim 38.000 doden sinds 7 oktober, aldus deze bron. Het cijfer maakt geen onderscheid tussen strijders en burgers en evenmin tussen hen die een natuurlijke en niet-natuurlijke dood zijn gestorven. Israël stelt dat er in Gaza circa 15.000 Palestijnse strijders zijn gedood naast circa 1.000 terroristen die op of vlak na 7 oktober in Israël zijn gedood. Ik weet niet of er een getalsmatig criterium is om van genocide te spreken. Wel weet ik dat het niet juist is om Israël hiervan te betichten. Het zijn Hamas en de Islamitische Jihad die deze oorlog zijn begonnen en die niet alleen vanuit tunnels, maar ook vanuit scholen, ziekenhuizen, moskeeën en gebouwen van de Verenigde Naties in drukbevolkte woonbuurten vechten met schuldige en onschuldige burgers als menselijke schilden.

Verdeelde regering

In deze wereld heeft elk land nog steeds het recht zich te verdedigen als het aangevallen wordt. Wanneer is genoeg genoeg? Voor de Israëlische regering pas als Hamas en de Islamitische Jihad niet meer in staat zijn 7 oktober te herhalen. Wanneer dat moment is aangebroken, valt niet objectief vast te stellen. Voor veel Israëliërs is het zover en al wekenlang wordt er massaal gedemonstreerd voor een overeenkomst met Hamas om in ruil voor een staakt-het-vuren de gegijzelden vrij te krijgen. De demonstranten beschuldigen Netanyahu ervan om voor zijn eigen hachje te kiezen en niet voor de gegijzelden.

De regering is verdeeld. Minister van Defensie Gallant heeft naar verluidt wel oren naar een overeenkomst om de gegijzelden vrij te krijgen. In Likud, de partij van Netanyahu, gaan stemmen op om Gallant (voor een tweede keer) te ontslaan. Ben Gvir, minister van nationale veiligheid en leider van de ultrarechtse regeringspartij Otzma Yehudit, dreigde de regering te verlaten vanwege de beslissing van Netanyahu om een onderhandelingsteam onder leiding van Mossad-baas David Barnea naar Doha te sturen. Samen met de ultranationalistische minister van Financiën Smotrich kan Ben Gvir elke eventuele overeenkomst torpederen. Dit is een van de redenen dat er massaal gedemonstreerd wordt voor nieuwe verkiezingen.

Eind juni sprak het Hooggerechtshof in Israël unaniem uit dat ultraorthodoxe jesjiva-studenten niet langer van de dienstplicht mogen worden uitgezonderd en ook dat de staat ze niet langer financieel mag ondersteunen. ‘De last van ongelijkheid is zwaarder dan ooit.’ Rabbijnen hebben hun volgers inmiddels aangespoord om oproepen voor het leger te laten voor wat ze zijn. ‘Deze dienstplicht leidt tot destructie van de Torah en de zielen van heilige mensen’, aldus de een. ‘Een oorlogsverklaring tegen orthodoxen en de Torah’, aldus een ander. En zo zijn er veel meer.

Al met al kraakt de Israëlische regering, zo niet de gehele samenleving, in haar voegen. Massale demonstraties voor nieuwe verkiezingen, de twee ultranationalistische regeringspartijen die van geen deal met Hamas willen weten, twee orthodoxe regeringspartijen die loyaal zijn met de rabbijnen en wellicht de regering laten vallen als orthodoxe jongeren voor het leger worden opgeroepen, en dat bij een voortdurende oorlog en 116 gegijzelden die al meer dan 9 maanden gevangen zitten. Dit alles schreeuwt om eenheid in het Israëlische kamp dat evenwel meer weg heeft van onderling strijdende partijen die hun eigen massagraf aan het delven zijn.

Ook toen was genoeg niet genoeg

Volgens de laatste berichten zijn Israël en Hamas het eens geworden over een ‘framework’, met als belangrijkste punten een staakt-het-vuren, vrijlating van zowel gijzelaars als Palestijnse gevangenen en in ‘fase 2’ een bestuur van Gaza door een door de VS getrainde macht van 2.500 aanhangers van de Palestijnse Autoriteit. Hezbollahs secretaris-generaal Nasrallah heeft al een bonus in het vooruitzicht gesteld: ‘Als Hamas een staakt-het-vuren met Israël overeenkomt, stoppen wij met aanvallen.’

Ik vrees dat de onderhandelingen – nog steeds indirect en inmiddels naar Caïro verplaatst – zich nog wel een tijd kunnen voortslepen. Het is al vele jaren geleden, maar de herinnering komt steeds weer op als ik over de onderhandelingen lees. Die taxichauffeur in Caïro. We waren een prijs voor de rit overeengekomen. Nadat ik betaald had en uitstapte, stapte ook de chauffeur uit. Woedend. Hij wilde meer geld. ‘Maar we hadden toch afgesproken …’ repliceerde ik. ‘Ja, dat bedrag was voor de taxi, niet voor mij.’ Genoeg was toen niet genoeg en ik vrees dat het nu weer zo zal zijn.

Willem Dercksen (1951) heeft in het verleden van alles en nog wat gedaan. Tropische roots en een Israëlische partner brachten hem naar Israël waar hij de trotse vader van twee kinderen is en de kost verdient met redactioneel werk.

Wynia’s Week is er het hele jaar door. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!