Rechters moeten wet toepassen, geen klimaatactivisme bedrijven. En laat Schoof rechtsgang door activisten aan banden leggen

Jaspers 161124
Directeur Donald Pols van Milieudefensie leed bij het Gerechtshof nederlaag in ‘klimaatzaak’ tegen Shell. Beeld: Jeroen Jumelet / ANP foto

In 1995 verscheen een boekje van de wiskundige John Allen Paulos, A Mathematician reads the Newspaper, (in Nederland verschenen als Een wiskundige leest de krant). Dat boekje gaat over de  ongecijferdheid van journalisten, en alle onzin die daardoor in de krant terecht komt. Los van zijn inhoudelijke kritiek op concrete voorbeelden, getuigt Paulos ook van zijn bevreemding over de onder journalisten, politici en beleidsmakers dominante manier van denken waarin hoogst relevante, kwantitatieve gegevens simpelweg genegeerd worden als dat beter uitkomt voor het verhaal dat ze kwijt willen.

Een soortgelijke ervaring heb ik, wanneer ik me in rechtszaken verdiep en probeer de gedachtengang van rechters te volgen. We hadden deze column ‘Een nerd leest een vonnis’ kunnen noemen.

Niet dat ik rechters per se van ongecijferdheid beticht; dat is niet altijd primair het probleem. Het probleem dat ik wel altijd heb met vonnissen in gecompliceerde kwesties, is dat rechters pretenderen dat hun bewijsvoering met wetenschappelijke objectiviteit onvermijdelijk tot het gegeven vonnis leidt.

Wat ze in werkelijkheid doen, is met veel omhaal van woorden in hun eigen straatje praten.

Zijn we nu af van de rare vonnissen?

Afgelopen week diende het hoger beroep van Shell tegen Milieudefensie in de fameuze klimaatzaak. In 2020 had Milieudefensie van de rechtbank gedaan gekregen, dat die een bevel uitvaardigde aan Shell om in 2030 45% minder CO2-uitstoot te veroorzaken. Die -45% gold niet slechts de uitstoot van de eigen raffinaderijen, olietankers en dergelijke wereldwijd, maar ook de door Shell aan klanten geleverde producten, de zogeheten scope 3 emissies. Aangezien Shell een bedrijf is dat vooral olie en gas levert, komt dat neer op ongeveer de helft van je omzet schrappen.  Die leveranties worden dan uiteraard overgenomen door andere bedrijven, zodat de daarmee geassocieerde uitstoot onverminderd doorgaat.

Hoe haal je het als rechtbank in je hoofd om zo’n vonnis te schrijven, denkt een nuchtere nerd dan. Weliswaar heeft het Gerechtshof in hoger beroep nu gevonnist dat Shell zijn scope 3 emissies in 2030 niet met 45% -of enig ander opgelegd percentage – verminderd hoeft te hebben. Zoals dat heet: het Gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank. Dat is de standaard formulering, maar heeft het Gerechtshof inderdaad gehakt gemaakt van dat absurde vonnis? Zijn we nu  in Nederland voor eens en voor altijd gevrijwaard van dit soort rechterlijk activisme?

Zeker niet. Recentelijk besprak Lucas Bergkamp al op Wynia’s Week welke juridische ruimte er na deze halfhartige uitspraak nog ligt voor clubs als Milieudefensie om door te procederen.

In wezen geeft het Gerechtshof Milieudefensie nog steeds op alle moreel gemotiveerde punten gelijk, en sneuvelt hun eis op wat je een technisch detail kunt noemen: de rechters achten die reductie van 45% in 2030 weliswaar nodig om onder de 1,5 graad opwarming te blijven, maar dat is het mondiale reductiepercentage, wat je niet aan een individueel bedrijf mag opleggen.

Net als in de Urgenda-zaak, beginnen de rechters hun vonnis met een uitgebreide uiteenzetting over  broeikasgassen en klimaat, alsof ze willen aantonen dat ze echt heel wat van klimaatwetenschap weten. Jammer dat het al in de eerste alinea fout gaat, waar ze eerst terecht vaststellen dat de natuur en de oceanen een groot deel (ongeveer de helft) van de door de mens uitgestoten CO2 opnemen.

Maar dan: ‘Deze opnamemogelijkheid wordt steeds geringer door ontbossing en door het warmer worden van het zeewater.’ Blijkbaar weten deze rechters niet, dat de aarde als geheel niet ontbost, maar steeds groener wordt, voor een belangrijk deel juist door de opwarming en meer CO2 in de lucht. Toevallig bleek vorige week nog, dat de opname van CO2 door bomen en planten 30 procent hoger is dan tot nu toe gedacht.

Rechters en warm zeewater

Dat warmer zeewater minder CO2 opneemt is op zich correct, maar in feite blijkt de CO2-opname van de oceanen al een eeuw te stijgen, en dat zal nog een eeuw doorgaan. Dat komt simpelweg, omdat die CO2-opnamesnelheid (bij een gegeven temperatuur) evenredig is met hoeveel CO2 er in de lucht zit. Zolang het CO2-gehalte in de lucht blijft stijgen, blijven de oceanen ook steeds sneller CO2 opnemen. Pas in 2100 wordt de piek in de opnamesnelheid bereikt, en dan duurt het nog tot 2300 eer die weer gedaald is tot het huidige niveau. En dan gaan er dus nog steeds miljarden tonnen CO2 per jaar de oceaan in.

Wetenschappelijk samengevat: er zit een sterke negatieve feedback in het klimaatsysteem, wat betekent dat het systeem weerstand biedt tegen verandering en behoorlijk stabiel is.

Zo zouden we nog meer punten kunnen aanwijzen in de edelachtbare uiteenzetting over klimaat, waar de rechters de meest alarmistische of ronduit verkeerde interpretatie lezen in het meest recente IPCC- rapport. Ook shopt het Hof nog in allerlei andere klimaatrapporten die net als het IPCC-rapport geen wettelijke status hebben. 

Maar daar gaat het eigenlijk niet om. De hamvraag is: waarom achten rechters het hun taak om in een vonnis over een onrechtmatige daad die Shell met zijn uitstoot zou plegen, de  wetenschappelijke discussie over de stabiliteit van het klimaat en de ernst van de effecten op de mens van klimaatverandering nog eens dunnetjes over te doen?

Rechters moeten wet toepassen, niet shoppen in rapporten

Rechters moeten de wet interpreteren en toepassen op concrete gevallen, en er is klimaatregelgeving zat. Bedrijven zijn in Nederland en de EU al gebonden aan allerlei wettelijke regels over uitstootvermindering tot 2030 en daarna, en nergens in die regels staat, dat de uitstoot van een bedrijf als Shell onrechtmatig zou zijn, ondanks dat het zich aan die regels houdt. 

Met deze simpele constatering had de rechtbank in eerste aanleg al de hele zaak van tafel moeten  vegen, maar ook het Gerechtshof laat dit nu na.     

Het selectieve geshop in klimaatrapporten zonder wettelijke status door het Hof en andere rechtbanken die zich over klimaatzaken gebogen hebben, dient in wezen het doel, om bovenwettelijke eisen te stellen aan individuele bedrijven of staten op grond van een alomvattende zorgplicht voor het welzijn van mensen – ook van hele generaties die nog niet geboren zijn.

Rechterlijke redeneerkunst

Tekenend voor de willekeurige redeneerkunst van rechters is, dat deze zorgplicht niet de wereldbevolking geldt; volgens het Hof is zulke ‘bundeling’ door Milieudefensie niet toegestaan, en heeft Shell in deze zaak volgens Nederlands recht alleen een zorgplicht voor Nederlanders. Dus hoewel de scope 3 uitstoot van Shell voor het grote merendeel buiten Nederland plaatsvindt, en bijdraagt aan mondiale klimaatverandering die vooral buiten Nederland tot nadelige gevolgen zal leiden, zou Shell toch in 2030 bijna de helft van zijn activiteiten moeten staken om specifiek Nederlanders te beschermen tegen klimaatverandering. Alsof Nederland niet in staat zou zijn om zijn burgers adequaat te beschermen tegen een warmer klimaat door dijkverhoging en andere lokale aanpassingen.

Het Hof verwijst ook met instemming naar een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens waarin Zwitserland wordt bevolen meer tegen klimaatverandering te doen, omdat een groep van 2500 Zwitserse Klimaseniorinnen anders te veel last zou krijgen van hittegolven.

Het Hof gaat nu weliswaar niet mee in het percentage van -45% uitstoot in 2030 voor Shell, maar neemt niet principieel afstand van deze zwalkende logica. Dat komt omdat deze en andere rechters zich blind staren op het klimaatprobleem, en wat dat betreft zijn ze geen haar beter dan de doorsnee ‘progressieve’ burger: ‘Voor het hof staat vast dat het klimaatprobleem het grootste probleem van deze tijd is.’

Klimaatverandering is mondiaal zeker een belangrijke kwestie, maar het is niet één-dimensionaal. In grote delen van de wereld zal klimaatverandering weinig voorstellen, of zelfs voordelig zijn. Mogelijk zal het in sommige delen van de wereld later deze eeuw het grootste probleem zijn. Maar voor Nederland zeker niet. Iedereen met een beetje verstand van techniek, waterhuishouding, economie en energievoorziening snapt dat. Maar met rechters die geloven dat hittegolven in Zwitserland levensgevaarlijk dreigen te worden voor Zwitserse bejaarden, is er eigenlijk geen beginnen aan.

Hoezo vertegenwoordigen Milieudefensie en Greenpeace ‘algemeen belang’?

Die rechters kunnen we niet vervangen; maar we kunnen het probleem wel aan de voorkant indammen. Clubs als Milieudefensie of Greenpeace kunnen nu klakkeloos beweren dat ze het levensbelang van alle Nederlanders inclusief toekomstige generaties vertegenwoordigen en op grond daarvan de staat of grote bedrijven aanklagen. Maar die mogelijkheid tot collectieve actie door een actiegroep, artikel 3:305a Burgerlijk Wetboek, staat pas sinds 1994 in de wet, met in 2019 iets aangescherpte eisen voor representativiteit van zulke actiegroepen.

Deze regering moet nu urgent werk maken van het wijzigen van dat artikel in het Burgerlijk Wetboek. Er moeten randvoorwaarden komen in hoeverre beslissingen van rechters in zulke zaken democratisch vastgesteld beleid mogen doorkruisen of ‘optoppen’. En het aanspannen van zo’n zaak zou aan net zulke strakke voorwaarden moeten voldoen als het houden van een referendum.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is auteur van De stikstoffuik (2023) en De Klimaatoptimist (2024), over energietransitie in Nederland. De boeken zijn HIER en HIER te bestellen. Informatie voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl.  

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week – ook in 2025 weer 156 keer, plus tientallen video’s en podcasts! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!