Ramp met bootvluchtelingen valt Meloni niet te verwijten
Media en politici schieten nogal eens in een verongelijkte kramp bij scheepsrampen waarbij illegale immigranten sterven voor Europese kusten. Ze leggen de hoofdverantwoordelijkheid niet bij degenen die hun leven wagen en hun criminele vervoerders, maar bij de ‘falende autoriteiten’ in de landen van bestemming.
Zoals nu Italië. De rechtse premier Giorgia Meloni wordt beschuldigd van gevoelloosheid, zo niet medeplichtigheid, rond het zoveelste drama. Ditmaal de schipbreuk voor de kust van het plaatsje Steccato di Cutro, in de regio Calabrië. Daar lieten eind vorige maand ten minste 72 bootvluchtelingen het leven toen hun oude vissersboot, vlakbij het strand, waarschijnlijk op een zandbank liep en in tweeën brak. Zo’n tachtig mensen overleefden het, in meerderheid Afghanen, Iraniërs, Pakistanen, Syriërs en Irakezen.
Een nooit uitgesproken verwijt
Hoewel bij Europeanen een zekere gewenning is ingetreden bij het verwerken van dergelijke tragedies, kreeg deze een politieke dimensie. Ze had zich immers afgespeeld in een land dat serieus werk wil maken van de bestrijding van illegale immigratie. En zich daarmee het wantrouwen op de hals haalde van media en politici die veinsden te vrezen dat met Meloni, die in haar jeugd Mussolini bewonderde, het fascisme zou terugkeren.
In de berichtgeving in ook Nederlandse kranten sijpelt het nooit uitgesproken verwijt door dat deze tragedie voorkomen had kunnen worden als… Ja, als wat eigenlijk? Als er een linkse, migranten-vriendelijke premier in Rome had gezeteld in plaats van Meloni? De teneur in zulke berichtgeving is dat ‘de autoriteiten’ niet alleen faalden in het redden van ongelukkigen, maar het eigenlijk wel best vonden hen te laten verkommeren. De lezer kan zich plaatsvervangend schuldig voelen dat hij of zij, als ‘rijke’ westerling, dit heeft laten gebeuren.
Kinderen mee op levensgevaarlijk avontuur
NRC begint een lang en boeiend verslag uit Calabrië met de beschrijving van een witte doodskist met daarin een verdronken kind. Op de kist heeft iemand een speelgoed-politie-autootje geplaatst. De verslaggeefster: ‘De stille boodschap, misschien: sorry dat het ons niet is gelukt jou te beschermen.’
Zonder het verdriet te willen bagatelliseren: niet de reddingswerkers, de politie of de carabinieri treft schuld, maar degenen die kinderen meenamen op een levensgevaarlijk avontuur: in de eerste plaats de ouders.
De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Mario Piantedosi hintte daarop met zijn verzuchting ‘dat wanhoop nooit kan rechtvaardigen dat iemand een reis onderneemt waarbij hij zijn eigen kinderen in gevaar brengt’. Volgens de verslaggeefster ‘sloeg de minister met die woorden de Italianen met stomheid’. Kennelijk zijn er geen Italianen die zijn mening delen.
Er werd wél hulp geboden
De linkse oppositieleider Elly Schlein vond Piantedosi’s opmerking reden voor ontslag. Zij ging naar Calabrië om haar medeleven te tonen, en de hulpverleners voor de voeten te lopen. Meloni bleef in Rome, misschien om haar ontmoeting met collega Mark Rutte voor te bereiden. De linkse burgemeester van de plaats Crotone, in de omgeving van de plek des onheils, verweet haar in een open en van pathos overlopende brief harteloosheid. President Sergio Mattarella was echter wel aanwezig in de sporthal waar de lijkkisten stonden opgesteld.
Meloni maakte van de gelegenheid gebruik om, voor de zoveelste keer, te pleiten voor ‘een stop op illegale overtochten’, wat haar op verwijten kwam te staan de tragedie politiek te misbruiken. Wat je met misschien meer recht kan zeggen van Schlein.
Volgens NRC staat vast dat ‘geen hulp werd geboden’ aan het zinkende scheepje dichtbij de kust. In die vaststelling ligt het verwijt besloten dat de autoriteiten de drenkelingen lieten barsten. In hetzelfde artikel zegt echter een jonge Afghaan, een in Duitsland wonend familielid van opvarenden, dat ‘agenten op het strand deden wat ze konden’. Tevens is sprake van een ‘boot van de financiële politie’ die naar het zinkend scheepje voer ‘maar door de woedende golven rechtsomkeert moest maken’. Andere verslagen spreken van twee hulpboten die niet tegen hun missie waren opgewassen.
Geen angst maar opwinding
Deze Afghaan bevestigt zijns ondanks Meloni’s visie dat de route naar Italië in handen is van mensensmokkelaars die daar goud aan verdienen. Volgens Meloni, nooit vies van een overdrijving, incasseerden ze op het verongelukte schip tot wel negenduizend euro per passagier. Waar of niet, alleen uiterst welgestelden kunnen zich in die landen zulke bedragen veroorloven. Westerlingen eigenlijk ook.
De jonge Afghaan, die jaren geleden zijn land ontvluchtte, had telefonisch contact met familieleden op het rampschip. Hij laat spraakberichten horen van een tante die ‘euforisch’ is dat ze eindelijk, vier dagen na vertrek uit het Turkse Izmir, land in zicht heeft.
De smokkelaars leverden waar voor hun geld: de eerste boot kreeg uren na vertrek motorpech en werd vervangen. Onder de vele opvarenden heerste geen angst, aldus nog steeds de door NRC geciteerde Afghaan, maar opwinding dat de reis kon worden voortgezet.
Schokkende vragen
Als hij de waarheid spreekt, was aan boord dus geen sprake van het clichébeeld van angstige, straatarme, kleumende vluchtelingen maar van welvarende mensen die via een alternatief reisbureau voor woekerprijzen een overtocht hadden geboekt. Inclusief asielgarantie? Was ook de schipbreuk, in het zicht van hulpverleners, op drie meter van het strand, onderdeel van het pakket? Onbehoorlijke, schokkende vragen – afgezien van die aan de kustwacht – die de overlevenden toch moeten beantwoorden. Zeker de vier mensensmokkelaars die volgens Meloni in Staccato di Cutro werden gearresteerd.
Donderdag 9 maart vergaderde haar regering niet in Rome, maar demonstratief in het stadhuis van dat plaatsje. Daar arriveerden die dag geen vluchtelingen, maar in de Middellandse Zee tussen Lampedusa, Tunesië en Malta brachten de Italiaanse marine, kustwacht en reddingsbrigades rond die tijd honderden bootvluchtelingen in veiligheid.
De burgemeester van Crotone, die Meloni met verwijten had overladen, was tot zijn verbazing niet uitgenodigd voor het kabinetsberaad in de nabije plaats. In plaats daarvan, vertelde hij lokale media, ging hij graven bezoeken van verdronken migranten.
Wynia’s Week is onafhankelijk, ongebonden en broodnodig. De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Dat kan op verschillende manieren, kijk HIER. Hartelijk dank!