PVV en BBB kunnen nu al iets doen tegen bevooroordeelde linkse ambtenaren
Hugo de Jonge had na zijn fatale fouten als minister van Volksgezondheid nooit nog een keer bewindsman mogen worden. Dat hij toch terugkwam, was een morele misslag van het CDA en respectloos jegens de slachtoffers van covid. De ambtenaren bij zijn nieuwe ministerie van Volkshuisvesting in Rutte IV hadden De Jonge maar te accepteren (zoals ze straks natuurlijk ook ministers van PVV en BBB horen te helpen).
Maar die ambtenaren dragen wel medeverantwoordelijkheid voor de onkunde van De Jonge over de woningmarkt (‘Ik beveel de bouw van 100.000 huizen en dus worden die gebouwd’). Zo ook voor de domheid van pensioenminister Carola Schouten (‘Het beste argument voor de nieuwe pensioenwet is dat we er in de SER al zo lang over hebben gepraat’), en klimaatminister Rob Jetten. Alle drie schoten tekort in kennis. Maar veel gevaarlijker: ze beseften zélf niet hoe weinig kennis ze hadden. Dat kan ook hun ambtenaren worden verweten.
Minachting voor andersdenkenden
Hier is mijn voorstel voor het iets gezonder maken van deze treurige situatie: PVV en BBB gebruiken een deel van hun budget voor ondersteuning van Kamerleden om razendsnel een kleine groep ervaren onderzoekers en redacteuren samen te stellen. Als PVV en BBB samen laten weten dat ze gewicht toekennen aan die nieuwe onderzoekers, kan dat helpen om ambtenaren en ministers wakker te schudden uit hun minachting voor andersdenkenden. En hun luiheid om kennis te nemen van de inzichten van experts buiten de Haagse bubbel.
Wie de rampen van Rutte III en Rutte IV goed heeft gevolgd – vooral covid, maar meer recent ook de geldsmijterij in het kader van het klimaatbeleid, het onvermogen om de woningbouw aan te jagen, het brede wantrouwen tegen de nieuwe pensioenwet, het bestuurlijk falen met de toeslagen – heeft daarvan geleerd dat we echt niet jaren hoeven te wachten op een analyse van deze grove beleidsfouten. Waarschuwingen en kritiek komen best snel beschikbaar in het publieke domein, maar hoge ambtenaren adviseren hun ministers te vaak om daar niet op in te gaan.
Ik lees vanwege mijn columns in Wynia’s Week regelmatig Kamerverslagen en zie dan hoe vaak ministers en ambtenaren het recept volgen van Charles Ruijs de Beerenbrouck. Ruijs was in het interbellum bijna net zo lang premier (bijna elf jaar) als Mark Rutte. Zijn gewoonte was om van achter zijn bureau binnenkomende Kamervragen met kritiek op het beleid te voorzien van een krabbel in de marge: ‘k.i.r.’ (kluitje in het riet). Dan wisten de ambtenaren wat hen te doen stond.
‘K.i.r ‘ moet weg uit de Haagse cultuur. Een klein team van scherpe onderzoekers kan dat bereiken door met deskundig commentaar naar buiten te komen op ieder rapport van een ‘tafel’, en zeker ook op elke uitlating (het woord ‘studie ‘ is te veel eer) van het belangrijkste bolwerk van het klimaatbeleid, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Het is heel belangrijk om de bevindingen van dat instituut zakelijk en precies te verpulveren. Het PBL hanteert bij berekeningen namelijk het zelf ontwikkelde begrip ‘nationale kosten’. Dat deugt niet en flatteert de echte kosten enorm. Het Centraal Planbureau (CPB) weigert dan ook om dit begrip te gebruiken en waarschuwt ertegen met de beleefde maar duidelijke woorden ‘niet makkelijk te begrijpen’.
Gevaarlijke onzin over ‘nationale kosten’
Het PBL wil een enorme uitbreiding van windenergie op zee (never mind de vissers, de vogels en de natuur) en accepteert dat het elektriciteitsnet daarvoor moet worden uitgebreid. Dat gaat tientallen miljarden euro’s kosten, maar die telt het PBL niet, want we betalen immers belasting voor een goed, Nederlands doel. En passsant schrijft het PBL dat het nodig kan zijn om bedrijven te dwingen om op bepaalde uren geen elektriciteit te gebruiken. De ‘nationale kosten ‘ daarvan worden gemakshalve ook op nul gesteld. Het risico dat die bedrijven moeten vertrekken wordt – uiteraard – niet genoemd. Want ook dat zijn geen ‘nationale kosten’ volgens de definitie van het PBL.
Met het stoppen van deze gevaarlijke onzin kunnen we beter niet wachten tot de tweehonderd stafleden van het PBL berouw krijgen over hun malle analyses. De snellere weg lijkt mij een nieuw door PVV en BBB betaald klein instituut dat met kritiek komt. Dat wordt dan een signaal dat de Kamerleden van een of beide partijen bezwaar gaan maken. Andere Kamerleden komen onder druk om positie te kiezen. Misschien zijn ze het er niet mee eens, en komen ze met goede argumenten waar we van kunnen leren.
In ieder geval is dat nuttiger dan de zoveelste ad hominem-sneer in de Kamer naar een opponent van PVV of BBB. Veel interrupties tegen sprekers van PVV en BBB zijn niet bedoeld om het debat vooruit te helpen, maar alleen om een bananenschilletje bij het spreekgestoelte neer te leggen. Overigens treft het deze lezer van Kamerverslagen dat Geert Wilders en Caroline van der Plas veel minder toegeven aan die verleiding dan hun opponenten. Vaak zijn met name GroenLinks-PvdA en D66 druk met flauw op de man of vrouw spelen in plaats van het presenteren van nuttige feiten.
Ik heb acht jaar ervaring als directeur van een onderzoeksbureau op Nijenrode, waarvoor ik op uitnodiging van Neelie Kroes verhuisde van de Erasmus Universiteit. Ons comparatieve voordeel ten opzichte van het CPB was dat wij niet in het Procrustesbed lagen van een groot Nederlands rekenmodel. Vooral daarom konden wij veel meer openstaan voor lessen uit andere landen. Het PBL bestond toen nog niet, maar ik zie daar nu diezelfde nauwe blik als destijds bij het CPB. Men klopt zichzelf op de borst omdat Nederland zo mooi vooroploopt, berekent bedrieglijk onderschatte ‘nationale kosten’ en blijft daarmee blind voor de echte kosten-baten-analyse van dat vooroplopen.
Snelle actie is geboden
Ook het onderwerp ‘immigratie en asiel’ heeft veel behoefte aan een inbreng uit andere landen. Als het hier bepleite instituut van PVV en BBB een internationale jurist en een arbeidsmarkteconoom kan aantrekken (al is het maar parttime) dan zouden die snel een antwoord kunnen geven op belangrijke vragen. Hoe heeft Noorwegen de criminaliteit van werkloze asielvragers zo snel en zo grondig kunnen verminderen? Is het juridisch mogelijk om alle asielzoekers uit Marokko, Algerije en Tunesië per direct uit te zetten wanneer ze geen inreisvisum hebben van onze ambassade in hun thuisland? Hoe kunnen wij het percentage goedgekeurde asielaanvragen zo spoedig mogelijk terugbrengen tot het EU-gemiddelde?
Het vertrouwen in de Haagse ambtenarij, in de planbureaus en ook in De Nederlandsche Bank is zo grondig aangetast dat snelle actie is geboden. Misschien kan het nieuwe onderzoeksinstituut van PVV en BBB (en natuurlijk andere meedenkende Kamerleden) het best een vliegende start maken met parttime gedetacheerde stafleden. Een actief en goed onderbouwd tegengeluid kan het de ambtenaren van D66 en GroenLinks, NRC Handelblad, de Volkskrant en NOS alvast iets moeilijker maken om in hun eenzijdige gedrag te volharden. En dat wordt dan een lichtpunt bij het vervelende traineren van deze formatie.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!