Publieke herwaardering voor hoogleraar sociologie A.N.J. den Hollander
In de jaren vijftig en zestig was de Amsterdamse hoogleraar A.N.J. den Hollander (1906-1976) het spraakmakende boegbeeld van de Nederlandse sociologie. Zijn inleidende colleges sociologie aan de Politieke Sociale Faculteit (PSF) van de UvA waren vermaard. Hij had ook een scherpe tong en kon studenten voor schut zetten.
Op 14 februari 1969 werd Den Hollander, onder druk van rebellerende eerstejaarsstudenten, die syllabi, discussie en inspraak eisten, als een reactionaire, autoritaire hoogleraar opzij gezet. Dat ging gepaard met leuzen als Hop, hop, hop, hang Den Hollander op.
‘U heeft hier uw mond te houden’
De actie was goed voorbereid. De Radio Nieuwsdienst maakte dezelfde ochtend bekend dat hoogleraar Den Hollander zijn college had gestaakt. Dat was al heel bijzonder. Een student had stiekem een bandopname gemaakt die nog dezelfde avond door de VPRO-radio werd uitgezonden. De volgende dag plaatste NRC Handelsblad een artikel met als kop: ‘U heeft hier uw mond te houden’.
Volgens zijn voormalige student, de socioloog Bart van Heerikhuizen, werd Den Hollander afgeserveerd op een manier waar je koud van werd.
Nooit kreeg hij publieke steun
Zijn collega’s, onder wie de hoogleraren Hiddo Jolles, Joop Goudsblom en W.F. Wertheim, maar ook de voorzitter van het curatorium van de UvA, burgemeester Ivo Samkalden, lieten hem vallen als een baksteen. Den Hollander zou het eerste slachtoffer zijn van de culturele revolutie die eind jaren zestig door de Nederlandse universiteiten trok.
Den Hollander werd geboycot door collega’s en studenten en in de pers werd hij voor rotte vis uitgemaakt. Weliswaar ontving hij steunbetuigingen, maar die waren altijd privé. Nooit kreeg hij publieke steun. Zijn voormalige collega’s op de universiteit noemde hij meelopers, lafbekken en bangerds. Het vervulde hem met weerzin.
Begin van de onthullende onderzoeksjournalistiek
Den Hollander trok zich terug als hoogleraar sociologie, maar hij bleef in zijn ambt als hoogleraar Amerikanistiek. Hij sloot zich met zijn boeken op in een achterkamertje van de universiteit. Daar zette hij onvermoeibaar zijn werkzaamheden als docent, bestuurder en auteur voort.
Enkele maanden voor zijn plotselinge overlijden in juli 1976 verscheen zijn meest succesvolle boek Het Démasqué in de samenleving. De journalistiek van de anti-schijn (1976).Het boek gaat over het schokkende en onthullende speurwerk van de muckrakers (harkers in de mest).
Dat waren Amerikaanse journalisten die aan het begin van de twintigste eeuw onderzoek deden naar de wantoestanden in de politiek, het lokale bestuur en het bedrijfsleven. Het boek kreeg veel bijval en positieve reacties. De publicatie zou het begin zijn van de onthullende onderzoeksjournalistiek in Nederland.
Studenten eisten veel marxisme op de literatuurlijst
Den Hollander was zijn tijd ver vooruit. Als geen ander voorzag hij dat democratie en wetenschap elkaar slecht verdragen. In de jaren zeventig zou de inspraak van studenten leiden tot oeverloze discussies over de inhoud van het vak. Studenten werden niet meer getoetst op hun capaciteiten, maar op hun ideologische bevlogenheid.
Ze wilden ook zichzelf beoordelen en de literatuurlijst voor de studie sociologie en politicologie moest veel marxisme bevatten. Ook kregen de studenten een volwaardige stem bij benoemingen van stafledenen hoogleraren.
Arme blanken in de VS
Gevolg was een sterke daling van het niveau van afgestudeerden. In het televisieprogramma Markant, dat in november 1975 werd uitgezonden, raadde Den Hollander aanstaande studenten zelfs af om sociologie te gaan studeren.
Ook op inhoudelijk gebied liep hij voorop. In de jaren dertig had Den Hollander een voortreffelijk proefschrift geschreven over de landelijke arme blanken in het Zuiden van de VS. Hij doorzag toen al de diepe tegenstellingen tussen de arme blanken, de po’buckra, en de opkomende zwarte bourgeoisie.
Een sterk verdeeld land
En in de jaren zestig schreef hij over de achtergronden van de rellen in de zwarte woonwijken van de grote Amerikaanse steden. In zijn colleges doceerde hij over discriminatie en de beroerde positie van de ‘negers’, zoals ze toen nog werden genoemd.
Het zijn ook de tegenstellingen die we dagelijks in de media krijgen voorgeschoteld. Dergelijke tegenstellingen treffen we niet alleen aan tussen blank en zwart, maar de verdeeldheid en de contrasten zien we ook terug tussen het rijke, welvarende en het arme, blanke deel van Amerika; tussen de grote steden en het platteland en tussen het Noorden en het Zuiden van de VS.
De Verenigde Staten van Amerika is een sterk verdeeld land, terwijl de oorzaken en de gevolgen van de burgeroorlog (1861-1865) nooit helemaal uit het zicht zijn geraakt.
Het grote vergeetboek
Den Hollander was een markant persoon en publiek figuur, maar gaandeweg is hij in het vergeetboek terecht gekomen. In de handboeken en standaardwerken over de Sociologie wordt hij niet genoemd of geciteerd. Hij is ook nooit voorgedragen als erelid van de Nederlandse Sociologische en Antropologische Vereniging. Dit in tegenstelling tot zijn vroegere collega’s S. Hofstra, J. Goudsblom en A.J.F. Köbben. Dat is opmerkelijk voor een hoogleraar die twintig jaar lang het boegbeeld was van de Nederlandse sociologie.
Dit was een reden een biografie over hem te schrijven, ook al heb ik hem nooit persoonlijk gekend of ontmoet. Het zou een mooi postuum gebaar zijn wanneer een prijs, een beurs, een lezing of instituut naar A.N.J. den Hollander zou worden genoemd.
Dr. Hans Werdmölder (1951) is cultureel antropoloog en criminoloog.
De titel van de biografie luidt: Den Hollander. Dwars boegbeeld van de Nederlandse sociologie. Uitgeverij Blauwburgwal, 2021. Meer informatie en bestellingen HIER.